It nijs ûnder en boppe de sinne

Hessel Miedema (1929-2019)

dit wurde de sangen sjoch wij dodekafonysk
hwant wij binne it nijs ûnder en boppe de sinne
forwaermje de wrâlden mei ús fuotsoallen
bifolkje de skilen fan ‘e ierde
 
kyrieleis ûnder de tsjinakseljende skaden fan ús foarfaers
wij dolden ús djippe gatten yn ‘e groun ierde better net to witten
ieten ús oan bittere hôfapels nea sêd
wachtsje net ôf mar ploegje de matearje koartseftich
Uit:  Hessel Miedema, De greate wrakseling, 1963

 

Reageer

Two cats in the yard

mira

 Guus en Mira

Reageer

Vroeger was alles anders

CIMG2781

Het landschap van de Greidhoeke geldt als representatief voor Friesland. Ik vind dat woord ‘representatief’ altijd wat wonderlijk. Welk landschap is representatief voor Nederland? De Haarlemmermeerpolder? De Gelderse heuvelrug? De Bieschbosch? De Betuwe? Het land van Maas en Waal? Nederland is een lappendeken van heel verschillende landschappen. Dat geldt ook voor elke provincie. Het woord ‘representatief’ heeft mijns inziens meer met beeldvorming tussen de oren te maken dan met het landschap zelf.

Vrijdag was ik aan het fietsen in Groningen. Het was wat winderig weer met van die mooie onrustige wolkenluchten. Het licht wisselde voortdurend, raadselachtig en transparant. Ik heb nooit zo veel op gehad met het Groninger landschap, maar de laatste jaren begin ik het meer te waarderen. Het is niet zo adembenemend ruim als in Friesland. De horizon is altijd gestoffeerd met bescheiden coulissen. Fietsend in Friesland heb ik de neiging om de horizon vast te pakken met mijn blik om niet te verdrinken in de gigantische ruimte. Het Groninger landschap is ook ruim en weerbarstig, maar toch ook iets vriendelijker. En ze hebben daar van die prachtige namen voor de dorpen: Doodstil, Kantens. Middelstum…

Ik kan me herinneren dat ik als kind vaak luisterde naar Dr. L van Egeraat. Begin jaren zestig had hij een programma op tv over ‘De schoonheid van het Nederlandse landschap’. Hij behandelde stuk voor stuk alle gewesten en kwam zo als laatste in Groningen terecht. Groningen lag aan het voeteneind. Als het varkentje dat bij de Schepping alleen nog een krul in de staart had gekregen. Daar hoef ik dus nooit te wezen, dacht ik toen. Ondanks alle welsprekendheid van Dr. L. van Egeraat, ging zijn toeristisch verkooppraatje er bij mij niet in. Groningen leek me een gruwel.

En toch had hij ergens gelijk. Ede Staal heeft het me inmiddels geleerd. Om nou te zeggen dat er niets boven Groningen gaat is ook wat overdreven. Maar Groningen is best mooi. Groningen heeft zelfs iets poëtisch, als je het maar wilt zien. Je ziet er ook nauwelijks windmolens. Helaas had ik geen tijd om het stadhuis van Usquert te bekijken, een van de mooiste gebouwen van Berlage dat aan het voeteneind van Nederland staat. Maar in Kantens wachtte alsnog een architectonische verrassing: een prachtig Amsterdamse School-kerkje uit 1932. De architect was Berend Jager zo las ik thuis op WikipediA. Uiteraard is dit kerkje gereformeerd, want de gereformeerden waren  hypermodern in die tijd. Vroeger was alles anders, ook in Groningen.

Het gereformeerde kerkje van Kantens

Reageer

Kijken naar de Godenzonen

Reageer

It’s all right now

Reageer