Le Roy en de ontkenning van de dood
Oeds Westerhof gisteren bij de workshop Ecokathedraal
Gisteren ging de eerste van de negen workshops van start die ik dit jaar samen met Oeds Westerhof en Peter Wouda zal geven over het ecokathedrale denken en doen van Louis Le Roy. Het was een stevige dag voor de cursisten. ’s Ochtends waren er drie inleidingen, ieder van een uur. Peter Wouda besprek het werk van Le Roy, ik ging in op de filosofische achtergronden en Oeds Westerhof tenslotte zette uiteen hoe in de programmering van de manifestatie CH 2018 het gedachtegoed van Le Roy te herkennen valt in tal van projecten. De cursisten kwamen uit het hele land. Sommige kende ik persoonlijk, maar de meesten niet. Bij de lunch leerden we elkaar wat beter kennen. ’s Middags, al wandelend door de Le Roy-tuin in de Kennedylaan, raakte ik in gesprek met Tiemen Stuiver die als D’66 politicus in Heerenveen veel voor Le Roy en zijn projecten heeft gedaan.
Net als ik behoorde Tiemen Stuiver tot het kleine groepje mensen die Le Roy zo om de zes weken één voor één persoonlijk bij hem thuis uitnodigde om als klankbord te dienen voor zijn ideeën. Tiemen Stuiver heeft dat veel langer mogen doen dan ik. Hij kende Le Roy al vanaf het begin van de jaren zeventig en fungeerde sindsdien als kritisch lezer van zijn publicaties. In 1998, toen ik Le Roy leerde kennen in de aanloop van de manifestatie Simmer 2000, hebben Tiemen en ik nog eens samen door de Ecokathedraal in Mildam gelopen, waarbij we werden gefilmd voor een reportage van Omrop Fryslân. Ook gisteren was de Omrop aanwezig. Karen Bies maakte een radioreportage en interviewde daarbij ook de cursisten.
Van rechts naar links: Peter Wouda (op de rug), ikzelf en Tiemen Stuiver
Uit mijn gesprek met Tiemen Stuiver kwam naar voren dat Le Roy in totaal zo’n stuk of tien mensen had die hij periodiek uitnodigde voor een gesprek. Voor ieder van hen had hij een specifiek gespreksonderwerp gereserveerd. Met mij sprak Le Roy over kunst, en vooral over de ontwikkeling van de kunst in relatie tot zijn ideeën over ontwikkelingsprocessen in de natuur. Als ik met Le Roy wilde spreken over andere zaken zoals religie, metafysica, de eindigheid van het leven en de vraag is of er meer is dan dit aardse leven in de natuur, kapte hij dit soort onderwerpen steevast af met de woorden: ‘Ik geloof niet in sprookjes.’ Toen ik dit aan Tiemen Stuiver vertelde, verbaasde hem dit zeer. Zelf had hij vaak met Le Roy hierover gesproken en Le Roy was daar tegenover hem altijd heel open over geweest. Kennelijk wilde Le Roy dit soort zaken niet met mij delen. Hij hield dit voor zichzelf. Het was te privé.
Peter Wouda geeft uitleg aan de cursisten in de Le Roy-tuin in de Kennedylaan
Toch js er iets vreemds als ik hier over nadenk. Begin juli 2012, tien dagen voor zijn overlijden, belde Le Roy mij ’s avonds op. Hij was toen niet goed. Het einde naderde en hij klonk zeer verward. Later bleek hij dat getroffen was door een delirium. Op die warme zomeravond in juli vroeg Le Roy mij acuut een taxi te nemen en naar Oranjewoud te komen. Hij wilde mij spreken in bijzijn van een van zijn oudste vrienden, die zijn collega was geweest in de tijd dat hij nog les gaf aan de Rijks-HBS in Heerenveen. Ik ben toen niet in een taxi gesprongen, maar heb de fiets op de trein gezet. Aangekomen in Oranjewoud stonden alle naasten van Le Roy buiten op de stoep. Er hing een vreemde sfeer. Le Roy wilde met niemand meer spreken, alleen met mij en die oudere vriend…
We gingen samen naar binnen en wat volgde was een wonderlijk gesprek, waar ik nog vaak aan terugdenk. Het was ook de laatste keer dat ik Le Roy heb gezien en gesproken. Hij was inderdaad in de war. Zijn gedachten waren moeilijk te volgen. Maar tegelijk was duidelijk dat hij zich terdege bewust was dat zijn laatste uren waren aangebroken. Dat zouden uiteindelijk nog enkele dagen worden…
Zelfs toen, met de dood in de ogen, sprak Le Ry niet over wat er na de dood nog zou kunnen volgen. Hij was in zijn eigen Hof van Olijven beland en zat daar op een koude steen. Zoals ieder mens, die uiteindelijk in die situatie belandt, was hij bevangen door een angst die ook uit zijn ogen sprak.
Het was voor mij nieuw toen ik gisteren van Tiemen Stuiver hoorde dat Le Roy vaak met hem over leven en dood had gesproken. De dood was voor Le Roy geen definitief einde, zo verzekerde Tiemem Stuiver mij. Net zo min als Le Roy dacht dat de natuur een begin of einde zou kennen, zo kon hij zich ook niet voorstellen dat het voor een enkel mens definitief zou ophouden met de dood. Er waren volgens Le Roy andere dimensies in de natuur die wij met ons beperkte verstand niet kunnen bevatten. Le Roy hield wellicht teveel van het leven om zich de dood te kunnen voorstellen als de totale ontkenning daarvan. Het zou ook eigen zijn aan de natuur om de dood te ontkennen en de tijd als oneindig te denken.
Bij de uitvaart van Le Roy klonk muziek, onder meer La Montagne van Jean Ferrat….