In de tijd van 15 miljoen mensen

We schrijven 1996. Het was een jaar zonder noemenswaardige incidenten. In februari sprak ik de jaarvergadering toe van het FNP en introduceerde het begrip ‘De Friese spagaat.‘ Ids Willesmma vocht tegen de windmolens bij zijn tempeltje aan de dijk. Friese artiesten traden op in een protestmanifestatie, onder wie Josse de Haan met een uiterst strijdbare rol van surrealistische Don Quijotte. Ik begon mijn pen te roeren in de Leeuwarder Courant. Hylke Speerstra zat een bijeenkomst voor bij Omrop Fryslân, waarbij het plan werd gelanceerd van Simmer 2000, een idee van Gryt van Duinen, al had Speerstra – dromend van een wreed paradijs – die mondiale Friezenreünie heel graag zelf bedacht. Frou Liemburg kon haar draai niet vinden in Den Haag. Marc Dutroux werd gearresteerd en in Brussel volgde een massale demonstratie met witte ballonnen. Ik leek mij verzoend te hebben met mijn lot in Friesland. Er stonden grote projecten op stapel voor het Frysk Festival en in Ooststellingwerf.

4 april, 1980(3)0001

‘Brief’ van Sjoerd de Vries

In het Fryslânhûs was elke dag wel wat nieuws te beleven. Op de foto zit ik aan de telefoon, nog zo’n ouwe met een draad die altijd in de knoop raakte. Ik sta waarschijnlijk een zeurende kunstenaar te woord. Kunstenaars kunnen enorm zeuren, want ze denken altijd dat ze heel belangrijk zijn. Daar is meer één remedie tegen: je moet ze in die waan laten en veel geduld betrachten. Dat heb ik door de jaren heen ook altijd gedaan. Niet dat ik daar spijt van heb, maar soms denk ik wel eens bij mijzelf: Waartoe heeft de Heer mij geroepen? Ik droeg in die tijd vaak en spijkerbroek met een T-shirt, want ik wilde wat jonger lijken dan ik was. Bijna had ik Abraham gezien, maar wie maalde daar om. Nederland was nog een fijn land, waar iedereen elkaar in zijn waarde liet. Niemand wist nog wat een ‘multicultureel drama ‘ zou kunnen zijn. Zoiets bestond in die tijd nog niet. We strooiden elkaar zand in de ogen in het Nederland van 15 miljoen mensen.

4-april-1980300019

Vergaderig in het Fryslânhûs, Frysk Festival eind jaren negentig

In het Fryslanhûs maakte ik soms wonderlijke dingen mee. Zo herinner ik mij dat ik hier ooit op een zondagmorgen even terug was op mijn werk. Ik was nog wat vergeten. Plotseling kwam Cor Boonstra binnen. Hij had gezien dat de deur openstond. Ooit had hij hier in het Fryslânhûs op de HBS gezeten en hij wilde de sfeer van het gebouw nog even proeven. Ik heb hem toen rondgeleid. Opeens begreep ik wat hij destijds bedoelde toen hij zei: ‘Alles is er nog, maar niets is meer hetzelfde.’ Soms verlang ik intens terug naar die eindeloze jaren negentig. Alles was mogelijk in die tijd. De bomen groeiden tot in de hemel in het Nederland van 15 miljoen mensen. Er waren discussies en debatten, soms vermnakleijk maar soms ook met venijn.

Schermafbeelding 2014-03-09 om 21.23.42

Leeuwarder Courant, 12. 12 . 1997

Reageer

Een nieuw soort praatjesmaker

Op 16 augustus 2002 belde Wiebe Pennewaard van de Leeuwarder Courant. Hij wilde mij interviewen voor de zaterdagbijlage. Het was ruim drie maanden na de moord op Pim Fortuyn, een gebeuren dat mij behoorlijk had aangegrepen. Daarna was ik alle boeken van Fortuyn gaan lezen. Vooral zijn boek De verweesde samenleving maakte veel indruk op mij. Pennewaard en ik spraken af bij café Wouters. Ik heb de tekst van dat zowat paginagrote interview er nog eens bij gepakt. ‘Dat prachtige, slappe Friesland‘, zo luidde de kop. Nogal pretentieus.

‘Een nieuw soort praatjesmaker’, zo werd ik destijds wel eens genoemd. Ik beschouwde die kwalificatie overigens als een geuzennaam. Als miskend genie hield ik altijd wel van praatjes maken. Al was het maar omdat ik als ‘Friese Amsterdammer’ of ‘Amsterdamse Fries’ in de ogen van een raszuivere Fries soms wat teveel praatjes leek te hebben. De introtekst van het interview, die ik nu niet zonder enige gêne teruglees, ging als volgt:

Natuurlijk zou de LPF nooit zijn stem krijgen haast hij zich te verzekeren. Maar gek: de laatste tijd voelt Huub Mous een vreemde verwantschap met Pim Fortuyn. Ook babyboomer uit 1947, ook een Randstedelijke katholieke achtergrond, briljant maar miskend door zijn omgeving. De consulent Keunstwurk vindt in de boeken van Pim veel terug over netwerken die als een sluier over de maatschappij liggen. Als dit ergens het geval is dan is het in Friesland. Die prachtige provincie waar niemand durft te kiezen.’

Achteraf bezien was die laatste zin een redelijk rake formulering voor wat ik in mijn nieuwe boek ‘de Friese spagaat’ heb genoemd. Ook in de titel ‘Dat prachtige, slappe Friesland’ is ‘de Friese spagaat’ al duidelijk herkenbaar. En anders wel in de volgende passage:

“Ja tot uw dienst, maar de  Friezen zijn zelf ook zo dubbel als wat. Dat blijkt wel uit het Geert Mak-syndroom. Dit ziektebeeld omvat een ernstige zelfonderschatting waarbij aardige zaken uit eigen regio pas herkend en op prijs worden gesteld  wanneer buitenstaanders er op wijzen. Het rare is, aldus Mous, dat ook hierin de Fries weer dubbel is. Het slaat door naar een overdreven uitvergroting, een reuze positief beeld van iets. SC Heerenveen is hier een sterk voorbeeld van. Of, en dit gebeurt vaker, men blijft zijn licht ernstig onder de korenmaat stellen. De organische samenhang in deze provincie, de cohesie van deze samenleving, wordt door Friezen zelf amper gewaardeerd.

Natuurlijk, over tien, twintig jaar is dat ook afgelopen, maar vaak lijkt het of we hier nog in de jaren vijftig leven. Met alle voordelen van dien. En de nadelen. Zelfoverschatting leidt ook ook gemakkelijk tot verstarring: het kost moed om over dilemma’s heen te springen. Om het risico’s te nemen dat je zaken uit het verleden verliest. Hier wil met het ene doen zonder het andere  te verlaten. Iedereen te vriend houden omdat de verwevenheid tussen personen en organisaties groot is. Te groot.  (…)

Maar voelt Mous zich in eigen kring miskend, zoals hij van Fortuyn vaststelt? Hij zwijgt, schudt dan zijn hoofd, hij voelt zich thuis en happy in Friesland.

Ook dat laatste is nog steeds zo. It is sa…en it sil altyd sa bliuwe. Overigens, toen ik destijds na aan paar dagen de gedrukte versie van dit interview in de krant las, lag ik opeens in het ziekenhuis. Er was al enige tijd fysiek iets mis met mij, wat ik te laat in de gaten kreeg. Ik had niet door dat ik met mijn krachten aan het smijten was. Twee dagen na het interview kreeg ik plotseling geen lucht meer. Grote paniek. Voor het eerst van mijn leven heb ik toen ware doodsangst gekend. Toen ik in het ziekenhuisbed tot bedaren kwam, dacht men even dat het een hartaanval was of een longembolie. Uiteindelijk bleek het een acute astma-aanval te zijn geweest.

Van de week fantaseerde ik hoe het zou zijn als ik nu weer door een journalist van de Leeuwarder Courant geïnterviewd zou worden naar aanleiding van mijn boek De Friese spagaat. Welke locatie zou ik nu kiezen als achtergrond voor een portretfoto? Zou ik dan weer dezelfde locatie kiezen als in 2002? Die foto, gemaakt door fotograaf Siep van Lingen, heeft ook nog een tijdlang boven mijn blog gestaan. Het is inmiddels alweer 22 jaar later. Dezelfde locatie zou nu als onderliggende boodschap kunnen hebben: ‘Die praatjesmaker van toen is nog steeds een praatjesmaker’.

Maar welke foto dan wel? Ik heb deze lastige vraag voorgelegd aan AI. Van het antwoord werd ik niet echt vrolijk. Dit waren de suggesties van AI.

Hier zijn enkele suggesties voor locaties in Leeuwarden die geschikt kunnen zijn als decor voor de foto, in lijn met het thema van je boek “De Friese spagaat”:

Het Zaailand: Deze locatie, met de moderne architectuur van het Fries Museum en de historische Kanselarij, symboliseert de spanning tussen verleden en heden in de Friese cultuur. De Friese spagaat wordt vaak geassocieerd met de moeilijke balans tussen traditie en moderniteit, en het Zaailand belichaamt dit op een visuele manier.

De Oldehove: Deze scheve toren is een iconisch symbool van Leeuwarden en vertegenwoordigt de eigenzinnigheid en het unieke karakter van de Friese identiteit. De onvoltooide toren kan ook gezien worden als een metafoor voor de eeuwige zoektocht naar een Friese identiteit, die nooit helemaal af lijkt te zijn.

De Grote of Jacobijnerkerk: Deze historische kerk is een symbool van de Friese geschiedenis en religieuze wortels. Je boek bespreekt de invloed van religie op de Friese cultuur en identiteit, en deze locatie zou deze context kunnen weerspiegelen.

Het Fries Landbouwmuseum: Dit museum belicht de agrarische geschiedenis van Fryslân, een thema dat prominent aanwezig is in je boek. Foto’s met traditionele Friese boerderijen op de achtergrond kunnen de lezer visueel terugvoeren naar de wortels van de Friese cultuur.

De Waddenzeedijk: De Waddenzee is een belangrijk onderdeel van het Friese landschap en symboliseert de verbondenheid met de natuur. De dijk zelf kan de spanningen tussen bescherming en openheid weerspiegelen, een thema dat ook in je boek naar voren komt.

Deze locaties bieden verschillende mogelijkheden om de complexiteit van de Friese spagaat visueel te vertalen. Het is belangrijk om een locatie te kiezen die past bij de boodschap die je wilt overbrengen met de foto en die de lezer nieuwsgierig maakt naar je boek.

Nee, dat moet maar niet. Dan opteer ik liever voor een van de foto’s die Johanna Brinkman ooit van mij maakte op en rond de Achmea-toren. Een daarvan had ik zelf al eens uitgekozen als mogelijke cover-foto voor De Friese spagaat. Deze foto’s vormen volgens mij de meest adequate verbeelding van ‘een nieuwe soort praatjesmaker’.

Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/

Reageer

De spagaat van ‘Wêr bisto’

In december 2000 stond het liedje Wêr bisto van Twarres al enige weken aan de top van de landelijke hitparade. Het dreigde zelfs internationaal een megasucces te worden. Dat vond niet iedereen leuk in Fryslân. Er waren zelfs mensen die zich geneerden voor dit succes. Wat je noemt een treffend voorbeeld van De Friese spagaat. In mijn boek De Friese spagaat is de aubade aan Wêr bisto opgenomen die ik destijds schreef over dit gebeuren.

Ik vroeg aan aan AI een songtekst te schrijven over mijn boek De Friese spagaat, maar dan wel op de wijze van Wêr bisto van Twarres. Dit was het resultaat. 

AI heeft er ook een gezongen versie van gemaakt. Luister!!!

Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/

Reageer

De spagaat van LF 2018

‘Een spagaat zeg je al. Door sommigen wordt gezegd dat LF 2018 uiteindelijk niet Europees genoeg zou zijn geworden.’ 

Deze woorden werden mij voorgelegd door Geart de Vries in een interview, dat hij mij afnam in de aanloop van zijn boek Het wonder van 2018 dat vorig jaar verscheen. In totaal 120 mensen heeft Geart destijds gesproken alvorens hij zijn conclusies aan het papier toevertrouwde. Wat plotseling aan het licht kwam, bij bij deze megalomane manifestatie de Friese grootheidswaan als tegengif voor een gevoel van minderwaardigheid. 

Ook ik zelf raakte destijds behoorlijk van de kook. Tijdens een van de Iepen Up-programma’s in Neushoorn op woensdag 18 april 2018 belaagde ik LF 2018-baas Tjeerd van Bekkum met een waterpistool. De terughoudende reactie van Van Bekkum op ‘de kwestie Malta’ was de aanleiding voor deze doldrieste daad, waarvoor ik aan Van Bekkum later nog mijn excuses heb aangeboden. 

Voor zijn boek Het wonder van 2028 wilde Geart de Vries daarover graag wat meer weten, maar ik had niet zoveel zin om daar nog eens uitgebreid op terug te komen. Bij het symposium op 25 oktober a.s. naar aanleiding van De Friese spagaat is Geart niet alleen spreker maar ook gespreksleider, een wat lastige dubbelrol die hem als ervaren moderator wel is toevertrouwd.

Ik vroeg aan AI wat Geart zou vinden van mijn boek. Dit was het antwoord dat ik kreeg.

*

De Vries zou het waarschijnlijk eens zijn met het centrale thema van “De Friese spagaat”. Beide boeken onderzoeken het spanningsveld tussen Friese identiteit en de wens om te verbinden met de rest van de wereld.

De Vries zou de kritische blik van Mous op Leeuwarden 2018 waarschijnlijk waarderen. “Het wonder van 2018” beschrijft ook de conflicten en controverses die gepaard gingen met de Culturele Hoofdstad.

De Vries zou Mous’ focus op de Friese “grootheidswaan” interessant vinden. Zijn eigen boek beschrijft hoe Friesland zichzelf presenteerde als een “rurale metropool”.

De Vries zou mogelijk kritiek hebben op Mous’ algemene toon. Mous lijkt soms erg negatief over de Friese cultuur en identiteit, terwijl De Vries in “Het wonder van 2018” probeert een genuanceerder beeld te schetsen.

De bronnen bieden geen inzicht in wat Geart de Vries zou vinden van de aanslag met een waterpistool op Tjeerd van Bekkum. Wel wordt beschreven dat de Vries in zijn boek “Het wonder van 2018” een hoofdstuk wijdt aan Friese paradoxen. Ook signaleert hij dat het woord ‘blokkeerfries’ in 2018 tot woord van het jaar werd uitgeroepen. Op basis van deze informatie is het niet mogelijk om te concluderen wat De Vries van de aanslag zou vinden.

Over het algemeen is het aannemelijk dat De Vries het boek “De Friese spagaat” met interesse zou lezen. Hij zou de analyse van Mous over de Friese identiteit herkennen en waarderen, maar zou mogelijk ook kritisch staan tegenover de soms negatieve toon van het boek.

Het is belangrijk om te benadrukken dat dit slechts speculaties zijn op basis van de bronnen. Zonder directe input van Geert de Vries is het onmogelijk om met zekerheid te zeggen wat hij van het boek zou vinden.

Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/

Reageer

On the road again

Op 17 maart 2016 mocht ik mijn boek De Fries die in de toekomst sprong presenteren in Tresoar. Dat was mijn 5de boek in 10 jaar tijd. Op dat moment nam ik mij voor om steeds na 2 jaar weer een nieuw boek te publiceren zolang mij de kracht en de gezondheid daartoe gegeven zijn. Mijn vader zei altijd: ‘Gezondheid is geen verdienste’.

Inmiddels zijn we acht jaar en vier boeken verder, dus ik lig nog altijd op schema. On the road again. Wij zullen doorgaan! Natuurlijk gaat het bij boeken niet om de kwantiteit, maar om de kwaliteit. Al die boeken van mij zijn ook lang niet allemaal even goed. Een ander gezegde van mijn vader was de uitspraak van Paulus: ‘Als ik zal roemen, wil ik roemen op mijn zwakheden.(2 Korinthiërs 12:5)

Hoe dan ook, Oeds Westerhof – destijds een van de directeuren van LF 2018 – nam destijds het eerste exemplaar in ontvangst van De Fries die in de toekomst sprong. Veel bekenden van vroeger waren daarbij aanwezig. Dat gaf Asing Walthaus stof voor een column over de jaren negentig. (even klikken op de foto).

Op 25 oktober a.s. Oeds Westerhof een van de sprekers op het symposium over De Friese spagaat in de Statenzaal van het Provinciehuis. Vorig jaar publiceerde hij zijn boek Friesland, mijn liefde. Ik vroeg aan AI wat Oeds van De Friese Spagaat zou vinden. Dit kreeg ik als antwoord.

*

Het is moeilijk om met zekerheid te zeggen wat Oeds Westerhof zou vinden van “De Friese spagaat” zonder toegang te hebben tot zijn mening. De bronnen geven echter wel aanwijzingen over Westerhof’s denkbeelden over Friesland en de Friezen die ons kunnen helpen een hypothese te vormen.

Westerhof gebruikt het begrip “spagaat” in een politieke context in zijn boek “Friesland mijn liefde”. Hij beschrijft de “ingewikkelde spagaat” waarin leiders van de regionale nationalistische partij zich bevinden, vanwege de paradoxale situatie van de conservatieve cultuur op het platteland.

“De Friese spagaat” analyseert een breed scala aan Friese culturele fenomenen, waaronder de Friese identiteit, het Friese landschap, kunst, literatuur, en de relatie tussen Friesland en de rest van Nederland.

Beide boeken bespreken de mythevorming rond Friesland en de Friezen. Westerhof beschrijft de paradox van de conservatieve plattelandscultuur, terwijl Mous dieper ingaat op de mythes rondom het Friese dorp en de Friese identiteit.

Westerhof is betrokken geweest bij Simmer 2000, een evenement dat de Friese identiteit vierde. Dit suggereert een zekere interesse in de complexiteit van het Fries-zijn.

Op basis van deze informatie kunnen we speculeren dat Westerhof “De Friese spagaat” mogelijk zou waarderen vanwege de diepgaande analyse van de Friese cultuur en de aandacht voor de nuances en tegenstrijdigheden van het Fries-zijn. Het is echter ook mogelijk dat hij kritisch zou zijn op bepaalde standpunten of interpretaties in het boek, afhankelijk van zijn eigen specifieke visie op Friesland en de Friezen. Zonder meer informatie over Westerhof’s meningen blijft dit speculatie.

Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/

Reageer