Enige tijd geleden werd ik gebeld door Ernst. Hij zit in de tweede klas van het St. Ignatiusgymnasium in Amsterdam. Op die school heb ik destijds ook gezeten. Die heette toen nog St. Ignatiuscollege. Ernsthad de opdracht gekregen om een oud-leerling te interviewen. Via zijn moeder, die bevriend is met mijn zus, kwam hij bij mij terecht.

Ernst vroeg me de kleren van het lijf. Over hoe dat ging destijds met die paters. Hoe laat we begonnen. Hoeveel lessen we hadden …. en zo raakte ik flink aan de praat. Ernst luisterde en schreef alles op. Het was of ik vanaf een andere planeet in het heelal tegen mezelf zat te praten, over een afstand van meer dan veertig jaar.

Zo vertelde ik over het vrijkwartier op de binnenplaats die destijds ‘de court’ werd genoemd. Daar liepen alle leerlingen van de school in ganzenpas een paar blokjes om. Elke klas liep in een kluitje bij elkaar. Het was een soort zelfgeorganiseerde ordening die zich elk ochtend herhaalde. Tussen de middag – tijdens het ‘overblijven’ – kon je voetballen op het geasfalteerde middenterrein. Een broeder (pater in opleiding) had dan altijd een zwarte zak met tennisballen bij zich die je voor een dubbeltje kon huren.

Gisteren hoorde ik dat Ernst nog een klassenfoto nodig had met een pater erop. Die heb ik hem inmiddels per mail toegestuurd. Het is klas 2b uit het schooljaar 1961-1962. De foto is waarschijnlijk genomen in oktober 1961. Links staat pater Bremer S.J. Hij gaf destijds Latijn. Ikzelf sta helemaal in het midden: het kleine jongetje – nog zonder bril – dat als enige een colbertje draagt met stropdas. Direct onder mij – de meest rechtse van de drie die vooraan zitten – is Jaap de Hoop Scheffer. Hij was niet het beste jongetje van de klas, maar zou het wel het verst gaan schoppen. Ernst is heel blij met de foto, zo vernam ik vanochtend per mail.

Op de foto:

Bovenaan, van rechts naar links: WIM JORDANS, JAN KNIESMEIER, KEES VAN ROOIJEN (uit Uithoorn), LEONARD VAN OUDHEUSDEN, links voor hem: LEO REUSER, en rechts vóór Leonard: MICHEL DE LANGE, tussen beiden: EUGÉNE VAN DER KAMP, en dan, naast PATER BREMER: ROB GOORHUIS.

Voor de balustrade: GEORGE MAISSANT, MIKE MAN, en dan de jongen wiens naam nog onbekend is (ROB?.. hij is al in het eerste jaar naar Rotterdam verhuisd). Dan: MICHEL VAN OVERBEEK , FILIBERT KINDT en PIETER HAVERMAN.

Op de voorste rij, van rechts naar links: CO OUD (uit Loenen), KEES PHILIPS, ROB DE JONG, CARLO KNÜPPE, HANS KRAAN, HUUB MOUS, met daarboven LOEK NIJMAN (uit Halfweg), en vooraan het klassenbestuur: JAAP DE HOOP SCHEFFER, NARD LOONEN en HUGO VAN DEN HOMBERGH.