Ik schrijf nu ruim een jaar op internet. Cyberspace heeft mijn schrijfstijl veranderd. Schrijven is een soort praten geworden en tegelijk ook weer niet. Je kunt zomaar een plaatje toevoegen aan je tekst. Soms vormt een plaatje de aanleiding voor een verhaal.
In de nieuwe media raken tekst en beeld op talloze manieren met elkaar verweven. Gaandeweg veranderen computers ook het leesproces. Lezen van een scherm is iets anders. Het is een soort luisteren en tegelijk ook weer niet. Computers brengen nieuwe soorten van tekst voort, teksten die de vorm hebben van een systeem. Zo’n systeem behelst alle mogelijkheden die een natuurlijke taal vertoont. Een traditionele tekst daarentegen reduceert de oneindige mogelijkheden van de taal en vormt een gesloten universum.
Wat betekenen deze nieuwe structuren, die computers te bieden hebben, voor schrijvers en beeldende kunstenaars. Is het mogelijk dat beeldende kunst en literatuur in de toekomst steeds meer op elkaar gaan lijken? Denkt een beeldend kunstenaar straks nog wel in eenmalige beelden? En zal de macht van de computer er toe leiden dat boeken worden omgevormd tot grenzeloze hyperstructuren waarin de lezer tevens schrijver is?
Is het kunstwerk van de toekomst misschien labyrintisch en interactief van aard? Kortom, blijft de traditionele verbeelding aan de macht of vraagt de virtuele ruimte om nieuwe vormen van creativiteit?