Om kwart voor zeven op de fiets van huis vertrokken. Het was een onnozele zondagochtend. De lucht een beetje grijs met een waterige zon die af en toe aarzelend om de hoek kwam kijken. Voorbij Boksum raakte ik de weg kwijt. Geen nood, gewoon de autoweg op. Er reed toch nog geen kip. Zo fietste ik in een kaarsrechte lijn naar Bolsward. Voorbij Winsum toch maar weer even over het fietspad. Langs kronkelende binnenweggetjes kwam ik bij Iens, volgens mij het mooiste dorpje van Fryslân.
Ik had toen pas drie mensen gezien. Maar wel dertigduizend vogels, waaronder uiterst zeldzame exemplaren zoals de bruinwangboszanger, de balkansperwer, de kuifmaina, de diksnavelkarekiet, de veldrietzanger, de grote karekiet, de kaapverdische karekiet, de zwartkoprietzanger, de waterrietzanger, de zwanehalsfuut, de grijskopstaartmees, de buffelkopklauwier, de geelbuikfitis, de witkraagzaadeter en niet te vergeten de kiekendief.
Veel te vroeg kwam ik in Bolsward aan. Na een wandeling over het bolwerk ging ik de kerk in. Tijdens de dienst las Jouke Hylkema het gedicht voor dat hij speciaal voor deze gelegenheid geschreven had (zie foto boven). ‘Tusken muorren’ heette het. Eerst in het Frysk. Later werd het ook nog gezongen in het Nederlands. Het waren mooie woorden over het licht in de Martinikerk, die nooit duisternis zal kennen, en over een zoekende dichter die eindigt als een stuk glas in lood. (Maar dit is wel een erg beknopte samenvatting).
Jouke had een perfecte dictie. Hij vertelde me later dat hij bij het voordragen stiekem probeert de stem van Reve te imiteren. Dat lukt hem heel aardig, hoewel de gelijkenis mijzelf niet eerder was opgevallen. Op zijn T-shirt stond ook een dichtregel in het Engels. Ik kan me de woorden niet meer exact herinneren. Het ging over lopen over maagdelijke sneeuw zonder sporen na te laten. Een toepasselijke beeldspraak in deze ambiance.
Eerder las ik zelf iets voor. Geen tekst van eigen makelij, maar van een heel verdienstelijk auteur. Het begon als volgt:
“In den beginne schiep God den hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op den wateren. En God zeide: Daar zij licht! En daar was licht. En God zag het licht, dat het goed was…”
.
Na afloop speelde Klaas Hoek op het orgel (zie foto onder). Hij improviseerde op het thema licht. En ik hoorde dat het goed was.