Het ergste is weer voorbij gelukkig. Iedereen heeft voor een microfoon mogen zeggen hoe echt, authentiek, diep menselijk en in psychologisch opzicht geniaal onze Rembrandt wel niet is. Gisteren was het op de dag af – hoewel, dat weet men niet eens zeker – 400 jaar geleden dat hij geboren is. En ik was er bij in de stad waar de schilder het licht zag. Leiden stond geheel op zijn kop. Meteen al bij het station botste ik op een levende Nachtwacht. Een paar uur later ben ik weer weggevlucht uit deze Efteling-achtige poppenkast.
Het programma Hollands Diep van de Wereldomroep kwam speciaal voor de gelegenheid rechtstreeks vanuit museum ‘De Lakenhal’. Ik kreeg een gele microfoon voor mijn hoofd en een gebakje met de tekst ‘Rembrandt 400’voor mijn neus. Te gast waren verder cultuurhistoricus Thomas von der Dunk, Rembrandtkenner Roelof van Straten, schilder René Klarenbeek en kunsthistorica Brechtje Viergever. De presentatie was in handen van Wim Vriezen. Het programma – dat twee uur zou duren (!) – kwam wat moeizaam op gang. Iedereen kwam uitgebreid aan het woord en ik – als vermeend Rembrandthater – kreeg als venijn in de staart een plaats toebedeeld.
Een half uur voor het einde kwam ik dan eindelijk aan de beurt. Maar toen gooide ik ook alle remmen los. Thomas von der Dunk (zie foto), die naast mij zat, vond dat niet zo leuk geloof ik. Als professioneel columnist, polemist en veelgevraagd dwarsligger in tal van radio- en tvprogramma’s zag hij de show opeens gestolen worden door een complete outsider. Dat kon natuurlijk niet. Hij is de zoon van emeritus-hoogleraar Hermann von der Dunk, eigenzinnig, behept met een wonderlijke gelaatsmotoriek en een beetje ijdel. Dit keer had hij zijn cowboypak thuisgelaten en was casual gekleed, in tegenstelling tot drie violisten in Rembrandtkostuum die voor de muzikale omlijsting zorgden
Thomas was al bezig om weg te dommelen, tot ik de draak begon te steken met voorgeprogrammeerde emoties, het huilen voor een schilderij van Rembrandt, het toppunt van echtheid in de kunst dat ten prooi valt aan het summum van onechtheid in deze hype van de media en tenslotte de laksheid van de museale wereld die kritiekloos voldoet aan de huidige eisen van de belevingscultuur. De geniale zoon van de professor schoot opeens overeind. Zijn stem sloeg bijna over van opwinding en hij trok al zijn eruditie uit de kast om mij te overvleugelen. Helaas, dat lukte niet echt. Toen ik afscheid nam en vertrok stond hij nog te tetteren aan tafel. Ik heb hem altijd een aparte man gevonden, maar gisteren kwam hij over als een opgefokt haantje.