“Soms is het ook zo dat de inhoudelijke kwaliteit minder aandacht krijgt, omdat het management beroepshalve niet deskundig is daarover mee te praten of op zijn minst ver is komen te staan van de concrete gang van zaken op de werkvloer. Dit kan leiden tot situaties waarbij de meest fundamentele zaken (voor wie werken wij, waar liggen onze prioriteiten, wat is voor ons goede hulpverlening, hoe verhouden we ons met het aanbod van cliënten dag groter is dan we kunnen opnemen) niet geregeld zijn en hulpverleners niet goed weten waar ze aan toe zijn, terwijl de details van de organisatie aan overdreven regelvorming lijden (werkuren, rapportage, interne en externe communicatie) en voor hulpverleners als een keurslijf aanvoelen.”
Deze behoedzaam geformuleerde passage heb ik zomaar weggeplukt uit een rapport over geestelijke gezondsheidszorg. De woorden zijn op vele sectoren toepasbaar. Ze duiden op een van de grootste besmettelijke ziekten van deze tijd. Niet alleen de gezondheidszorg, maar ook het onderwijs en de culturele sector lijden aan deze moderne epidemie: de pest van het management. Iedereen die gewend is inhoudelijk met zijn werk bezig te zijn weet wat ik bedoel.
De dictatuur van het management dat zich op bijna fetisjistische wijze richt op de kwantitatieve controle van randvoorwaarden, in plaats van de optimalisering van de inhoud van het werk. Bij veel organisaties is tegenwoordig een managementlaag ontstaan die geen enkele feeling meer heeft met wat er op de werkvloer of in het veld gebeurt. In plaats dat dit leidt tot inkrimping van het management, hebben managers de neiging zich zelf te vermenigvuldigen ten koste van de mensen die het eigenlijke werk moeten doen.
Zo ontstaat er – tussen de werkvloer en de top – een nieuwe laag van gekloonde managers die het probleem alleen nog maar groter maakt. Organisatiestructuren worden steeds verticaler opgezet. De top is alleen nog bezig de subtop te managen en koestert zo de illusie de zaak met modellen en abstracties volledig onder controle te hebben. Het resultaat is echter dat er binnen de hele organisatie een grote dufheid ontstaat,. Iedereen wordt moe en murw en trekt vroeg of laat – gedreven door eigenbelang of puur uit overlevingsinstinct – de enig mogelijke conclusie. Het zal mijn tijd wel duren. Als jij net doet of je de baas bent, dan doe ik net of ik werk.
En zo houden we elkaar allemaal voor de gek. De werknemers sukkelen voort en de managers voelen zich popie jopie. Zij verhogen hun eigen salaris en leggen nieuwe computersystemen aan die het mogelijk maken dat ze zelf niet eens meer op het werk aanwezig hoeven te zijn. Communicatie kan immers ook per email. Zo is er een nieuwe kaste aan het ontstaan van bazen en zetbazen die geen enkele betrokkenheid meer heeft met wat er in feite in de praktijk gebeurt.
Het interesseert hun ook geen ene moer. Ze spreken een taal die niemand anders spreekt. Ze denken in slogans en oneliners. Ze houden ervan om een ander op afstand de les te lezen en vinden zichzelf vooral rationeel en zakelijk, hoewel ze ook heel jaloers kunnen zijn op mensen die misschien niet zo zakelijk zijn, maar wel weten waar ze het over hebben. Mensen die gewoon houden van hun werk en daar met passie mee bezig zijn.
Laatst werd ik gebeld door een studiegenoot die ik in jaren niet had gezien. Hij woonde tegenwoordig in Maastricht en werkt daar als leraar maatschappijleer in een grote cluster van Mbo-onderwijs. Langzaam maar zeker was bij volledig gestoord aan het worden door toedoen van een paar imbeciele managers die de boel aan het verzieken zijn. Wat in jaren is opgebouwd wordt zo in no time naar de verdommenis geholpen.
Er moet wat gebeuren, zo verzekerde hij mij. Een landelijk platform tegen het management! Het was een heel herkenbare noodkreet. Ik heb hem beleefd aangehoord en gezegd dat ik hem volledig begreep. Maar helaas, ik ben niet de juiste persoon voor het opzetten van een dergelijke landelijke actie.
Toen ik de telefoon ophing voelde ik mij schuldig. Ik capituleer, zo dacht ik bij mezelf. Iedereen doet dat. De imbecielen gaan het winnen. De managers zijn aan de macht.