Als ik een top tien zou moeten maken van hedendaagse clichés dan zijn er twee begrippen die strijden om de eerste plaats: ‘het einde van de groten verhalen’ en ‘botsende beschavingen’. Overal kom je deze woorden tegen, terwijl weinigen nog weten waar ze in feite op doelen, laat staan dat ze ooit een letter gelezen hebben van de auteurs die ze hebben geïntroduceerd: Lyotard en Huntington. Als je werkelijk wat te melden hebben, zo wordt wel eens beweerd, dan moet je je stelling tot één ‘sweeping statement’ kunnen terugbrengen. Liever nog tot één begrip. De keerzijde van dit succes is dat iedereen je dan citeert, maar uiteindelijk niemand meer weet wat je nu eigenlijk hebt wiilen zeggen.
Neem nou Huntington. Ik las zijn boek ‘Botsende beschavingen’ eind jaren negentig, nog voor 9/11 dus. Sindsdien verbaas ik mij telkens weer over het gemak waarmee het betoog van Huntington verkeerd begrepen wordt. De gedachte dat de wereld in twee blokken uiteengevallen is – het vrije westen en de islam – is meer een product van koortsige geest van Bin Laden, dan van het bedaarde brein van deze professor uit Harvard. Huntington wees niet zozeer op het ‘het gevaar van de islam’, als wel op de groeiende invloed ervan. Hij voorzag de wereld van de 21ste eeuw als een cluster van verschillende cultuurblokken, die ieder op hun eigen wijze de moderniteit opnieuw zouden uitvinden. Als een van de eersten wees hij op de mondiale revival van de religie en de progressieve rol daarvan. Hij sprak zelfs over ‘religie als motor van de vooruitgang’, ‘de tweede bekering van Europa’ en het ‘het islamiseren van de moderniteit’.
Tot diep in de jaren negentig werd je voor gek versleten als je beweerde dat het westen iets van de islam zou kunnen leren. Huntington trok al in 1993 de conclusie dat dit wèl zo was. Hij maakte een provocerende vergelijking tussen de Reformatie in de zestiende eeuw en de hervormende rol die de islam op het westerse moderniteitbegrip zou gaan hebben. De opkomst van de islam en de machtsovername van Khomeini in 1979 vormde een eerste symptoom van een mondiaal transformatieproces, dat meer met een crisis van de westerse moderniteit dan met de islam zelf van doen had. De val van het oostblok en de moderne export van vrijheid, kapitalisme en democratie heeft een gedespiritualiseerd schijnuniversum opgeleverd van moreel relativisme en extreem consumentisme. Achteraf bezien duidde de nieuwe hang naar spiritualiteit die in de islam tot uiting kwam niet op een vlucht uit de wereld, maar op een diepgevoelde behoefte om een onrechtvaardige wereld radicaal te veranderen.
De islam is primair een religie van de rechtvaardigheid, en als het tegenwoordig ergens aan schort is het dat wel. In de Volkskrant van eergisteren gaf Tariq Ramadan – hoogleraar islamstudies in Oxford en Londen – een heldere analyse van het rumoer dat in de islamitische wereld is ontstaan na de recente uitspraken van de paus. De islamitische commentatoren, zo stelt hij, lijken niet in de gaten te hebben welk debat de paus in wezen wilde aangaan. Het doel van de paus was tweeledig. Ten eerste wilde hij aantonen dat het ‘redelijke christendom’ een integraal onderdeel vormt van de Europese identiteit, wat de Verlichtingsdenkers verder ook mogen beweren. Daarnaast wilde hij erop wijzen dat de islam niet die intrinsieke verhouding heeft tot de rede en daardoor als cultuurgoed vreemd zou zijn aan de Europese identiteit. Europa is immers gebouwd op Grieks rationalisme en christendom. Het is dus in feite een strijd om de grondslagen van de Europese identiteit, die tevens de hoeksteen vormen van de (universele) westerse beschaving.
Tariq Ramadan wijst er terecht op dat de Europese identiteit mede gevormd is door de islam, maar constateert tegelijkertijd dat die islamitische erfenis moeilijk te benoemen valt. Het lijkt wel of ons beeld van de geschiedenis hiermee aan de haal is gegaan. Hij komt zelf ook niet verder dan het noemen van een paar halfvergeten islamitische filosofen uit de middeleeuwen als Al- Farabi, Avicenna, Averroës. En Al-Ghazali. Willen moslims zich de Europese kernwaarden weer toe-eigenen, dan moeten zij op een redelijke manier aantonen dat zij de kernwaarden delen waarop Europa en het westen is gebouwd, zo concludeert Tariq Ramadan.
Dat lijkt heel redelijk, toch gaat er naar mijn smaak iets grondig mis in deze redenering. Waarom zouden moslims zich de kernwaarden van het westen moeten toe-eigenen, als – zoals Huntington heeft willen aantonen- de islam juist een fundamentele kritiek op die westerse waarden in petto heeft. Daarnaast is onze beeld van de Europese beschaving nog altijd gestoeld op het gedachtegoed van Erasmus, die in de zestiende eeuw de westerse waarden baseerde op een monsterverbond tussen Paulus en Plato. In de eeuw van de Reformnatie werd het Christendom op rationele gronden herijkt. Renaissance en humanisme werden nadien de fundamenten van Europa. Dat wil zeggen, het werd een noordelijk, protestants georiënteerd Europa, dat de Italiaanse Renaissance met zijn Griekse en christelijke wortels als enige bakermat wilde zien.
Tegelijk werd de spirituele renaissance op het Iberisch schiereiland naar de vuilnishoop van de geschiedenis verwezen Spanje- zo wordt wel beweerd- heeft geen Renaissance gekend, maar schoot van de middeleeuwse Gotiek in één keer door naar de Contrareformatie van de zestiende eeuw. Met die historische verblinding hebben we nog altijd de maken. De Europese wortels van de islam liggen vooral in Spanje, en niet in Italië. Spanje is het land waar zich in het begin van de zestiende eeuw een historisch proces voltrok dat door de Nederlandse historicus Chris ven der Heijden ‘de zwarte Renaissance’ is genoemd. Dat tegenbeeld van Europa wil menig Europeaan nog altijd niet zien en zeker geen paus uit Duitsland. Het is een beeld van mystiek, geloofsijver, absurdisme en spiritualiteit. De opkomst van de moderne islam lijkt een hedendaagse revival daarvan. We staan aan de vooravond van een nieuwe Reformatie. Een donkere reformatie wel te verstaan. Het duistere zelfbeeld dat Europa heeft verdrongen keert terug in de moderne islam.