Brokkenpiloot
Arno Brok weet hoe je in de publiciteit moet scoren. Dat doet hij als burgemeester van Sneek en dat deed hij voorheen als cultuurwethouder van Leeuwarden. Ook in die vorige functie wist hij keer op keer op verrassende wijze de aandacht op zich te richten. Was het niet als promotor van een Friestalige inzending naar het Eurovisie songfestival, dan wel door zijn hartverscheurende tranen bij het aanschouwen van de brand in de Infirmerie. Brok heeft oog voor de camera. Dan krijgt hij wat je noemt een brok in keel. Daarnaast houdt hij zielsveel van de Friese taal. Ook dan spreekt hij me een brok in de keel, maar dat is zijn accent.
Zijn fonetische interpretatie van het Fries is op zijn minst eigenzinnig te noemen. Ik mag Brok dan ook graag Fries horen spreken. Brok heeft het Fries verrijkt met een deftig bestuurlijk accent, waar autochtone Friese bestuurders poepjaloers op zijn. Het is geen Afuk-Fries, het is bekakt Afuk-Fries. Daardoor creëert hij een gedistingeerde voornaamheid, die niet Fries is en toch ook weer wel. Er klinkt een zekere adellijkheid in door. Broks Fries is ontdaan van alle smetten van honderd jaar proletarische strijd, van aardappeloproer tot Kneppelfreed.
Brok heeft dat accent zelf uitgevonden. Sterker nog, het is zijn handelsmerk geworden. Hij spreekt Frieser dan de Friezen zelf en dat zullen ze weten ook. Hoe hij het woord ‘argewaaaaasje’ over zijn lippen laat komen is hoogst uitzonderlijk, om maar te zwijgen over ‘fertuten dieeeen.’ De medeklinkers worden licht getoucheerd en de syllaben met lange klinkers worden opzichtig opgerekt en dat alles met de spreekwoordelijke stiff upperlip van een gesjeesde korpsbal uit Leiden. Meesterlijk! Brok heeft het Fries tot kunst verheven.
Geen wonder dat hij zich opwerpt als promotor van de Friese taal. Friezen zijn dol op bekeerlingen die het afgedwaalde kerkvolk billenkoek geeft. Zoals pastoor Van der Wal uit Bolsward Roomser is dan de paus en de Friezen onvermoeibaar op hun middeleeuwse roots wil wijzen, zo is Brok Frysker dan Frysk. Zo geselt hij zelfs de taalfanaten vanaf zijn Sneker kansel. Hij wil ambyyyyysje op het Provisjehûûûûs! Dat stelletje slappe deegslierten daar met hun verwaterde taalbeleid. De knoest erover! Het Fries moet weer bovenaan de agenda! Alsof het ooit naar de rondvraag was afgezakt.
Wat Brok buiten dit soort spierballentaal werkelijk aan nieuws te melden heeft is weinig origineel. ‘Jumelages’ met Europese regio’s met minderheidstalen. Inderdaad, een Frans woord af en toe kan geen kwaad, dat versterkt de adellijke grandeur. Jumelages! Hoe kom je er erop? Dat nooit iemand daar aan heeft gedacht! En dan komt zijn ware hartenkreet eruit. Drietalig onderwijs op alle Friese basisscholen, daar wil Brok voor gaan. Geen tweetalig, nee drietalig! Alle Fryske beukers drillen in Fries, Engels en …o ja Nederlands, want dat hoort er ook nog bij, zolang Europa het nog goed vindt natuurlijk. It Frysk heeft de takomst, vindt Brok. We moeten dat breder zien, in Europeeeessk perpektyyyyf!
Drietalig onderwijs, zo stelt Brok, komt de taalontwikkeling van het kind ten goede (!). Graag zou ik per omgaande een kopie van het wetenschappelijk rapport in mijn bus willen krijgen, waaruit onze brokkenpiloot deze wijsheid heeft geput. Ik wil er gif op innemen dat zo’n onderzoek helemaal niet bestaat. Dondert niet, denkt Brok. Ik roep maar wat, daar maak ik me bij die Friese hardliners populair mee en dat is nooit verkeerd voor mijn bestuurlijke carrière.
Misschien zou Brok zich eens kunnen bekommeren om de desastreuze gevolgen van het huiidige taalbeleid van de Provincie Fryslân. In plaats van Bertus Mulder een veer in de kont te steken zou een fillipica meer op zijn plaats zijn. Cultuurbeleid is geen taalbeleid en dat kan het ook nooit zijn. De Provincie Fryslân bevordert de Friese taal uit ressentiment tegenover de dominante Hollandse cultuur en niet uit liefde voor haar eigen cultuur.
Daar zit de fout. Daar zou Brok het over moeten hebben. Over het personeelsbeleid van de Provincie die alleen ambtenaren aanneemt die actief het Frysk beheersen, met het gevolg dat er nauwelijks nog een capabele ambtenaar rondloopt op het Provinsjehûs. Fryslân doet zich zelf zwaar tekort door zijn neurotische fixatie op de eigen taal. Wat niet wil zeggen dat die taal moet blijven bestaan, als de Friezen daar tenminste zelf voor gaan. De meeste Friezen zijn mans genoeg om daar zelf over te beslissen. ‘It komt net goed mei it Frysk, no.’ Nee, inderdaad met dit soort schijnheilige passieprekers komt het nooit meer goed.