The Frisian sky is the limit

Bij het debat over Fryske Fiersichten, dat eergisteren bij Ed Nijpels thuis werd gehouden, kwamen heel wat zinnige suggesties op tafel. Vertegenwoordigers uit het cultuurveld zoals Jos Thie, Stef Avezaat, Thom van der Goot en Albert van de Kooy pleitten ieder op hun eigen wijze voor het inzetten op creativiteit en innovatie. Suggesties die naar voren kwamen waren bijvoorbeeld: een ontmoetingsplaats voor kunstenaars en creatief talent, een gouden kooi voor creatievelingen op het platteland, een opleidingscentrum op het plattelend waar wonderkinderen en andere creatieve supertalenten les krijgen van topdocenten, een Fries Clingendael waar begaafde wetenschappers proefschriften kunnen schrijven, een universiteit voor senioren in Leeuwarden, een nieuwe opleiding voor creatieve innovatieve en trendy beroepen, en tenslotte een centrum voor computergames op Ameland.

Kortom: de nieuwe wind van Richard Florida heeft nu ook het stulpje van Ed Nijpels bereikt. Nu maar hopen dat de heren Arno Brok en Bertus Mulder met hun eenzijdige fixatie op de promotie van het Fries in het onderwijs eens achter hun oren krabben. Het cultuurbeleid in Fryslân biedt grote mogelijkheden in het perspectief van de creatieve industrie. Om die mogelijkheden te zien moet het bestaande kokerdenken worden losgelaten. Dwarsverbanden tussen kunst en economie zijn niet langer taboe. Waarom kunstenaars, die hier zowat achter elke graspol wonen, niet inschakelen bij de ontwikkeling van nieuwe concepten in het bedrijfsleven en de opkomende nieuwe media-industrie. Kortlopende onderwijstrajecten op het gebied van nieuwe media kunnen wat dat betreft wonderen doen.

Maar ook het creëren van kunstenaarskolonies in nieuw te bouwen woonwijken, bijvoorbeeld de Zuidlanden in Leeuwarden. Zoals in Randstad leegstaande industriecomplexen in een paar jaar tijd worden omgetoverd in een bloeiend cultureel centrum, zo zouden ook bij het stichten van nieuwe woongebieden eerst voorzieningen voor kunstenaars kunnen worden gecreëerd. Creatievelingen kunnen een actieve bijdrage leveren om oude of nieuwe omgevingen leefbaar te maken. In dat opzicht wordt het atelierbeleid voor kunstenaars nog veel te weinig ingezet bij het creëren van sociale cohesie. Geert Dales, die altijd zijn mond vol heeft over de dreigende sociale onttakeling van de Leeuwarder buitenwijken, zou eens meer moeten kijken naar de mogelijkheden die het huisvesten van kunstenaars in dit opzicht kunnen bieden.

Friesland zou hoognodig een centrum voor creatieve industrie moeten krijgen. Een flexibel centrum wel te verstaan, een huis met vele kamers en geen verstard instituut. Van hieruit zouden dwarsverbanden en netwerken kunnen ontstaan tussen de culturele wereld, het bedrijfsleven en het hoger beroepsonderwijs, waar tegenwoordig veel creatieve opleidingen te vinden zijn. Een degelijk centrum zou niet op het platteland moeten verrijzen, maar midden in de stad Leeuwarden, liefst niet al te ver van de kenniscampus. Op het terrein van vormgeving, beeldende kunst en nieuwe media liggen tal van mogelijkheden om vruchtbare samenwerking aan te gaan. Daarvoor is visie nodig en natuurlijk een beetje geld.

Ook op het terrein van de planologie is veel meer met cultuur en creativiteit te doen dan tot nog toe. Landelijk zijn ontwikkelingen gaande op het terrein van de zogeheten culturerele planologie, die aan Fryslân voorbijgaan. Kunstenaars kunnnen worden ingeschakeld bij planologische processen, zodanig dat onverwachte verbanden ontstaan met het culturele en sociale geheugen van een streek, wijk of stad. Soms kan topkunst een hele verpauperde regio opkrikken, zoals gebeurd is in Gateshand in Engeland, waar een gigantisch beeld van Anthony Gormly een geheel nieuwe identiteit gegeven heeft aan een ‘on-oord’ langs een snelweg. Dit kunstwerk – ’the Angel of the North’- is 20 meter hoog en heeft een spanweidte van 54 meter (zie foto). Waarom geen landmark bij de toegansgpoort van Fryslân aan de afsluitdijk. Een spectaculair gebaar, waarmee het voor iedereen duidelijk wordt dat in deze regio ’the sky’ voortaan ‘the limit’ is.

Kortom, creativiteit en kunst zijn de krachtcentrales voor de toekomstige ontwikkeling van Fryslân. Daarvoor is visie en durf nodig en een beetje gezond Don Quijottisme. Een paar bevlogen bestuurders is al genoeg. Aan dat laatste heeft het de laatste jaren een beetje ontbroken in deze contreien.