Poëtisch Leeuwarden

Het is al weer twee jaar geleden dat Kees ’t Hart uit Leeuwarden naar Den Haag vertrok. De plaatselijke literaire club organiseerde in samenwerking met Asing Walthaus van de LC destijds een zinderend afscheidsfeest. Nooit heeft deze stad meer geswingd als op die laatste avond van Kees. Asing had voor die gelegenheid een persifage vervaardigd van een Franse nouvelle vaque film. Ik heb nooit zo begrepen Wat Asing en Kees eigenlijk met elkaar hadden. Was het nu een verstandshuwelijk of een vriendschap voor het leven die die twee met elkaar deelden? Als je Kees weer eens hoorde foeteren omdat de LC zijn laatste boek nog steeds niet besproken had, dan werd er twee weken later weer uitgebreid gekookt voor Asing in huize ‘t Hart. Kees wist als geen ander hoe je om moet gaan met het schorriemorrie van de pers. Hou ze te vriend, want je komt ze altijd weer tegen.

Zo af en toe lees ik nog wel eens op Asings weblog dat hij weer in Den Haag is geweest. Dan heeft hij vast weer bij Kees en Euf gegeten, denk ik dan. Zo las ik – tot mijn verbijstering – afgelopen maandag op zijn log het volledige gedicht dat Kees heeft geschreven voor de bundel ’Poëtisch Leeuwarden’ die pas op 1 december a.s. verschijnt. Stadsdichter Arjan Hut had een dertigtal dichters en gelegenheidsdichters uitgenodigd om zich poëtisch te laten gaan over een plek of een straat in de Friese hoofdstad. Dat levert een bont gezelschap op van Leeuwarders en niet-Leeuwarders, zoals bijvoorbeeld Josse de Haan, al jaren woonachtig in Frankrijk, Henk van der Veer, stadsdichter van Sneek, Coen Peppelenbos die zijn stulpje in Groningen heeft staan, Albertina Soepboer, tegenwoordig residerend in Harlingen en natuurlijk de onvermijdelijke Kees ‘t Hart uit de residentiestad ’s Gravenhage.

‘Hoe is het mogelijk’, zo moet Asing hebben gedacht, ‘al dat dichtende tuig mag wel een kunstje doen, maar ik – het grootste literaire talent uit de Grote Kerkstraat – wordt weer eens overgeslagen. Ik zal ze hebben, dat stelletje ijdeltuiten!’. Jaren geleden heb ik Asing in een plaatselijk etablissement al eens luidop horen beweren, dat hij ooit nog eens de PC Hooftprijs zou gaan winnen. Hij was toen net benoemd tot chef kunstredactie en de verschaalde pils was hem kennelijk wat te hoog in bol gestegen. Het is voor een LC-redacteur overigens helemaal niet zo moeilijk om een literaire carrière te starten. Je loopt gewoon even de trap op naar boven toe en klopt aan bij de directeur van de Friese Pers Boekerij. Het middels publicaties ‘upgraden’ van ingedommelde LC-redacteuren is al jarenlang een van de hoofddoelstellingen van deze huisuitgeverij van de krant geweest.

Om kort te gaan, Asing was uit op wraak. Het toeval wilde dat Kees, die voorheen bij hem om de hoek woonde, net zijn gedicht voor ‘Poëtisch Leeuwarden’ had toegemaild, niet bevroedend hoezeer hij bij zijn boezemvriend hiermee het zout in de wond strooide. ‘Leuk om nog eens te lezen voor het slapen gaan,’ had Kees er nog aan toegevoegd. Asing ontplofte bijkans, bedacht zich geen moment en publiceerde het gedicht terstond integraal op zijn weblog. ‘Hadden ze mij ook maar moeten vragen!’, zo dacht hij wrokkig bij zich zelf. Helaas besefte hij niet dat hij hiermee een nieuwsfeit creëerde. Dat is een doodzonde voor een journalist met een eigen weblog. Hoofdredacteur Rimmer Mulder, die toch al veel moeite heeft om corrigerend op te treden tegen zijn eigengereide chef kunstredactie, had hem daar al eens schoorvoetend op gewezen.

Geen nood, zo dacht Asing, dan publiceren wij het gedicht integraal op de voorpagina van de LC. Dat doen ze bij de NRC toch ook wel eens. Maar toen sloeg het noodlot toe en greep hoofdredacteur Syb van der Meulen hardhandig in. ‘Stop de persen! Er staan schuttingwoorden in dat gedicht!’, riep hij vertwijfeld uit, terwijl de eerste kranten al bij de expeditie waren. En zo kon het gebeuren dat de eerste drie strofen van het gedicht ‘ Kleine Hoogstraat’ van Kees ’t Hart door de hoofdredactie van de Leeuwarder Courant werden gecensureerd. Sinds de AVRO in 1964 de dichtregel ‘Heel Europa zoop en naaide’ van Remco Campert van de buis heeft geweerd, is een dergelijke vorm van literaire censuur in Nederland niet meer voorgekomen. ‘Tegenover ons neukten ze bij de Carmina Burana.’ Die schokkende dichtregel van Kees ’t Hart mochten de lezers van de LC beslist niet onder ogen krijgen. Ach die Leeuwarder Courant ook. Het is nu eenmaal een kutkrant en dat zal het ook altijd blijven.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)