Vermeend directeur
Er zijn misverstanden die zo groot zijn, dat je ze nooit meer uit de wereld krijgt. Zo denken veel mensen dat ik directeur van Keunstwurk ben. Dat ben ik niet. Sinds het bestuur van Keunstwurk ooit in haar wijsheid besloten heeft om mij niet tot directeur te benoemen, zijn anderen gaan denken dat ik dat wel geworden ben. En hoe meer ik het blijf ontkennen, hoe minder ik word geloofd. Zo werd ik vorige week gebeld door Kirsten van Santen van de Leeuwarder Courant. Ze wilde wat weten naar aanleiding van mijn weblog. Ik had Jacques Brel gezongen. Of ik daar iets over wilde vertellen. Niet dat dit wereldnieuws is, maar de LC begint met iets nieuws. Vanaf vandaag krijgt deze krant een redactionele achterpagina. “Dit betekent drie keer per week – op dinsdag, donderdag en zaterdag – een halve pagina met verhalen, columns, foto’s en tekeningen die met een andere blik naar het nieuws en de wereld om ons heen kijken”, zo lees ik op de site van deze krant.
.
Zoiets wekt verwachtingen. Gistermiddag nam ik vast even een kijkje om te zien wat ze daarvan gebakken hadden. Op http://www.leeuwardercourant.nl/weblogs/logmaar/is een voorpublicatie te zien. En wie schetst mijn verbazing. Ik word gequote als ‘directeur Keunstwurk’. Dit wijdverbreide misverstand neemt inmiddels epidemische vormen aan. Ik heb een tijd gehad dat ik dat ik deze fout ging corrigeren. Dan stuurde achteraf ik een briefje of een mailtje aan de betreffende journalist, waarin ik uitdrukkelijk verklaarde dat ik geen directeur van Keunstwurk ben. Totdat ik van iemand een mailtje terugkreeg met de vraag: ’Hoe heet die instelling dan, waar u directeur van bent?’ Daarna ben ik ermee gestopt. Er is bijna geen krant of omroep die ik nog niet op deze fout heb kunnen betrappen. Omrop Fryslân, Friesch Dagblad, De LC, maar ook landelijke media als de Volkskrant, NRC en zelfs het NOS-journaal hebben in het verleden mij abusievelijk tot ‘directeur’ bestempeld.
Vorige maand nog werd ik uitgebreid geciteerd in de BBK- krant, de landelijke vakbondskrant voor beeldend kunstenaars”. Bij een bespreking van de eindexamententoonstelling van Academie Minerva was de recensent op een spoor van mijn aanwezigheid gestuit en schreef het volgende: “Huub Mous, directeur van CBK Keunstwurk van Friesland had in een workshop over kunst in tijden van terrorisme een uitvoerige inleiding gegeven over de Situationistische Internationale van Henri Lefebvre en Guy Debord uit de jaren vijfig en zestig”. Laat ook maar, dacht ik toen ik dit las. Tegen dit soort misvattingen is geen kruid gewassen. Mensen willen gewoon dat het zo is. Ik moet me er bij neerleggen, hoe pijnlijk het ook is voor alle betrokkenen. Als je je ertegen gaat verzetten, werkt het alleen maar averechts.
Soms is dat echt zo. Mensen geloven me gewoon niet, als ik het ontken. Een tijdje geleden werd ik gevraagd ‘De Open Stal’ in Oldeberkoop te openen. Zo stond ik op een zaterdagochtend voor een volle zaal met mensen. “En dan geef ik nu het woord aan de directeur van Keunstwurk…’ hoorde ik de voorzitter van het bestuur nog zeggen. Ik heb hem beleefd gecorrigeerd alvorens met mijn speech te beginnen, maar ik zag hem olijk kijken. Hij gaf zelfs een knipoog aan de zaal. “Altijd vol grapjes, die man”, zo hoorde ik hem denken. Ik vrees dat de enige manier om met dit misverstand te leven de aanvaarding is. Ik ben iets, wat ik niet ben, en dat zal ik ook altijd blijven. Al zou ik visitekaartjes laten drukken met de tekst ‘geen directeur van Keunstwurk’, dan zou dat de verwarring alleen maar vergroten. Ik vrees dat zelfs dit log van vandaag het misverstand niet uit de wereld helpt. Misschien komt nog eens op mijn grafsteen te staan. ‘Huub Mous, bij leven vermeend directeur van Keunstwurk’.
10.09 uur: Het bericht op de site van de LC is gecorrigeerd. Big Brother is watching me. Gelukkig heb ik een foto gemaakt die nog als bewijs kan dienen, anders denkt iedereen weer da ik dit uit mijn duim zuig.