Geen koffie na de dood

Vanmiddag was ik aanwezig bij de onthulling van het borstbeeld van Wim Duisenberg in Heerenveen. Dat was een heel gedoe. Eerst werden alle genodigden – dat waren er zo’n 200 – ontvangen in Museum Belvedère. De organisatie had kennelijk niet op zoveel respons gerekend, want er was in allerijl een grote feesttent naast het museum opgetrokken om alle gasten te kunnen bergen. De twee museum-wc’s waren binnen de kortste keren overbelast, zodat de drollen kwamen bovendrijven. ‘Dat zijn dure drollen’, dacht ik nog, want de hele financiële top van Nederland was hier bijeen.

Zo zag ik COR BOONSTRA en GERRIT ZALM maar ook DICK SCHERINGA en SJOERD YBEMA, verder ook andere hotemetoten zoals ED NIJPELS en oud ministers als HANS VAN MIERLO en JOS VAN KEMENADE, die nog altijd pijp rookt. VAN MIERLO had zijn partner CONNIE PALMEN niet meegenomen. Die was kennelijk gisteravond te laat de koffer ingedoken na al die signeersessies in het land. VAN MIERLO zag er trouwens oud en moe uit. Eerdaags tijd dus voor een nieuw boek van onze nationale, necrofiele bestsellerschrijfster. S.M. zou wellicht een aardige titel zijn. Loopt als een tierelier, wat ik je brom. THOM MERCUUR liep als spinnende kat in zijn eigen pakhuis rond en directrice STINA VAN DER PLOEG toonde zich een volleerd portier en nam nog nèt niet mijn jas aan.

We moesten zowat een uur antichambreren, omdat de hoofdgast NOUT WELLINK, de president directeur van de Nederlandse Bank, noch steeds niet binnen was. Dat wachten was een hele opgave, vooral omdat ik helemaal vanuit Heerenveen naar Museum Belvédère was komen lopen. Dat wil je wel een koel glas bier in plaats van die slappe koffie met een damesgebakje, waar het profiel van Duisenberg met chocola is opgespoten. De wachttijd besteedde ik aan net spotten van ‘celebrities’ en ik keek mijn ogen uit.

Zo viel het me op dat bankdirecteuren allemaal op elkaar lijken. Ze dragen een donker grijs maatpak met gepaste stropdas (niet te opvallend qua knoop en kleur). Verder hebben ze stuk voor stuk een wat gedrongen, soms zelfs geblokt postuur met een relatief veel te groot hoofd, waar dan een ongelooflijke hoeveelheid grijs haar bovenop zit. Dat laatste hebben ze natuurlijk van hun grote idool WIM afgekeken, voor wie ze hier ook bijeengekomen waren. Zijn vouw GRETTA DUISENBERG was er trouwens ook, maar die bleef op de parkeerplaats van het museum in haar geblindeerde auto zitten. Ze wilde ons nog niet onder ogen komen. Er was trouwens heel wat politiebewaking op de been, want met vreesde ongeregeldheden, vanwege haar aanwezigheid.
.
Opeens kruiste mijn blik die van ED NIJPELS. Hij kwam terstond met een paar grote stappen naar mij toelopen en schudde mij hartelijk de hand. ‘Wat een mooie columns schrijf jij! Ik heb er een paar met veel plezier gelezen’, liet hij mij weten. Verrast over zoveel hoge aandacht, stond ik even met mijn mond vol tanden.“ Nou dan weet ik wel welke jou het meest heeft aangesproken’, wist ik eindelijk uit te brengen. Vervolgens vertelde ED dat mijn teksten soms door een ambtenaar worden uitgeprint en dan op zijn kamer worden gebracht. Dat laatste heb ik altijd al vermoed. Er zit daar op het Provinciehuis iemand die mijn weblog dagelijks spelt en zonodig uitgeprint bij de belanghebbende bestuurder op de kamer laat bezorgen.

ED vertelde verder nog, dat hij zelf ook best wel eens een gewaagde column zou willen schrijven. Hij had het daar ook wel eens met RIMMER MULDER over gehad, die een identieke hartewens koestert. ‘Nou wat let je?’, vroeg ik nog, ‘Je kunt het toch ook onder pseudoniem doen.’ ED trok een bedenkelijk gezicht en beklaagde zich over het gebrek aan humor op het Provinciehuis. Vooral Bertus Mulder moest op dat gebied nog veel worden bijgebracht, liet hij zich ontvallen. En nadat ik andermaal mijn ‘workshop humor voor politici’ had aanbevolen, verdween hij weer in de grijze menigte.

Met vier luxe touringcars – en onder begeleiding van een gemotoriseerde politie-escorte – werden we uiteindelijk naar het centrum van Heerenveen vervoerd. Daar stond het inmiddels zwart van de mensen. NOUT WELLINK hield een mooie toespraak – eerlijk is eerlijk, noblesse oblige – waarna ook burgemeester PETER DE JONGE nog enige passende woorden tot de menigte sprak. Toen was het grote moment aangebroken. Het blauwe kleed werd weggetrokken en onder het oog van een ware batterij van foto- en televisiecamera’s bekeek GRETTA de beeltenis van haar geliefde man. Ze had een voile om haar zwarte hoed en oogde als een ware glamourweduwe, bijna – maar net niet – als wijlen JACQUELINE KENNEDY.

Jammer dat de beeldhouwer FRANS RAM op het laatste moment het bronzen kopje koffie, dat hij WIM DUISENBERG in de hand had gegeven, op dringend verzoek van de opdrachtgevers heeft moeten verwijderen. Ik had hem nog geadviseerd om zijn poot stijf te houden en de hoge heren met argumenten te overtuigen. Het is hem niet gelukt. Geen koffie na de dood dus, al had GRETTA dat bronzen kopje best wel mooi gevonden. WIM zelf was immers heel gewoon. Een Heerenveense jongen is hij altijd gebleven. Bovendien kon hij heel goed koffiedik kijken. Daarna ben ik maar weer op de trein gestapt. De borrel en het diner daar op Belvédère konden me gestolen worden en die overgelopen wc’s vormden ook geen aantrekkelijk vooruitzicht. Bovendien had ik even genoeg van die grijze koppen gezien.