Jansma’s weigering was terecht

Oud directeur Lammert Jansma van de Fryske Akademy heeft gisteren zijn koninklijke onderscheiding teruggegeven. Deze kreeg hij opgespeld bij een symposium dat speciaal voor hem was georganiseerd. Jansma werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Dat was volgens hem een te lage onderscheiding. Het had op zijn minst de Orde van de Nederlandse Leeuw moeten zijn. Jansma is verbitterd vanwege de gang van zaken bij zijn afscheid als wetenschappelijke directeur van de Fryske Akademy. Hij werd op non-aktief gesteld omdat er grote financiële tekorten waren.

Ik vind dat Jansma terecht gehandeld heeft. Een man van zijn postuur wimpel je niet af met een onderscheiding als ridder. Of je het nu eens bent het het Nederlandse systeem van koninklijke onterscheidingen of niet, feit is dat er strakke regels bestaan voor de verschillende soorten van onderscheidigen. Die regels zijn in 1996 nog eens aangescherpt. Een ridder in de orde van Oranje Nassau ben je tegenwoordig als snel. Je hoeft rond Koninginnedag maar in de krant te kijken om te zien hoe je zo’n onderscheiding krijgt. Jan en alleman die zich belangeloos voor de samenleving heeft ingezet is tegenwoordig rijp voor een dergeljk lintje. Geen veertig jaar trouwe dienst in overheidsdienst, maar vooral een belangeloze maatschappelijke inzet.
.
Het maakt echter verschil op je die waardering verdient als vrijwilliger bij een buurtvereniging of als gewaardeerd directeur van een belangrijk wetenschappelijk instituut met een internationale naam. Zo zijn de regels nu eenmaal. De wetenschappelikjke verdiensten van Jansma staan buiten kijf. Dat de Fryske Akademy in korte tijd in financiële problemen is geraakt, was niet zijn fout, maar de schuld van een de zakelijk leider, die destijds door vriendjespoliitiek van oud gedeputeerde Kobus Walsma op zijn post is gekomen. Lammert Jansma is destijds geofferd door het College van Gedeputererde Staten. Vooral gedeputeerde Bertus Mulder speelde een uiterst dubieuze rol in deze affaire, een Judasrol zogezegd. Een en ander is uitgebreid uit de doeken gedaan in een onthutsende tv-documentaire van Omrop Fryslân die twee jaar geleden op Nederland 1 werd uitgezonden.

Ik dacht toen, die Lammert Jansma heeft groot gelijk. Hij heeft zich zelfs nog ingehouden om de medewerkers van de Fryske Akademy geen onnodige schade te berokkenen. Achteraf werd hij door hen wel met de nek aangekeken. Als hij een medewerker van de Fryske Akademy in Leeuwarden op straat tegenkwam, keek die gauw de andere kant uit. Als je al dat onrecht nu wil herstellen met een koninlijke onderscheiding, dan moet je het wel goed doen natuurlijk. Maar de Provincie Fryslân heeft de gewoonte om het toekennen van onderscheidingen aan te grijpen voor het vereffenen van nog uitstaande rekeningen of anderszins een verholen boodschap aan het machteloze feestvarken over te brengen.

Ook de voormalige directeur van Tresoar, Douwe de Vries, heeft dat ondervonden. Bij zijn afscheid vorig jaar kreeg ook hij een veel te lage onderscheiding. Ook dat was een belediging van GS vanwege een kennelijk nog uitstaande rekening. Zo geef je iemand in feite een trap na in plaats van een royaal blijk van waardering. Douwe de Vries was nog zo beleefd om dit magere lintje te aanvaarden. Als ik in zijn schoenen had gestaan (maar wie ben ik), dan had ik precies zo gehandeld als Lammert Jansma dat nu heeft gedaan. Misschien had Jansma er beter aan gedaan om het lintje niet eerst door de burgemeester te laten opspelden. Maar wie heeft die tegenwoordigheid van geest in zo’n situatie? Misschien had hij in zijn toelichtende woorden beter ook niet het woord ‘schoolmeester’ in de mond kunnen nemen (‘ik ben geen schoolmeester’), want daarmee trap je onnodig een hele beroepsgroep op de tenen. Maar wie heeft zijn verstand nog bij elkaar, als je zo tot in het diepst van je ziel wordt gekwetst en dus kookt van woede? En woedend moet Jansma gisteren zijn geweest. Ik kan me daar alles bij voorstellen.

Het wordt hoog tijd dat de Commissaris van de Koningin in Friesland zich eens wat actiever (of misschien juist wat minder actief) gaat bemoeienis met de rangorde in de koninklijke onderscheidingen die Friesland worden uitgereikt. Daar is al jaren geen peil meer op te trekken. Het heeft er alle schijn van, dat wie het dichtst bij het vuur zit ook het meest zijn zin krijgt. In 2000 kreeg de inmiddels oveleden beeldend kunstenaar Klaas Koopmans een onderscheiding als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Dat was veel te hoog ingeschaald. Daarvoor dien je internationale erkenning te hebben en die heeft Klaas Koopmans – als een verdienstelijk regionaal kunstenaar – nooit gehad. Een blunder dus die Nijpels had moeten corrigeren of anders wel iemand in zijn omgeving. Maar het te laag inschalen is nog veel erger. Daarmee beledig je iemand door hem of haar een blijk van waardering te geven. Dat is het ergste wat je kunt overkomen. Heel vernederend is dat. Zo’n handelswijze is ook allesbehalve koninklijk. Ik zou bijna zeggen: ik vind dat typisch Fries.