Waar Liemburg is, is ruzie
Het is weer hommeles in Litterenseradiel. Burgemeester Johanneke Liemburg en wethouder Froukje Hernamdt (PvdA) hebben hun vertrouwen opgezegd in VVD-wethouder Franke Doting. De drie kunnen niet meer door een deur zogezegd. Dat zullen ze nog wel moeten, want ze zijn nog minstens twee maanden tot elkaar veroordeeld. De gemeenteraad besloot maandagavond tot het inschakelen van een externe deskundige. Deze moet binnen acht weken een plan van aanpak presenteren om de problemen op te lossen. Gisteren wilde frou Liemburg niet voor de camera van Omrop Fryslân reageren. Dat leverde veelzeggende beelden op van een lege burgemeesterstoel.
Zouden we het dan toch gaan beleven, het Waterloo van Liemburg? Wie enige notie heeft van het spoor van vernielingen dat deze bestuurder in haar carrière heeft achter gelaten zal daar beslist niet rouwig om zijn. Ik weet waarover ik spreek, want ik heb de politieke loopbaan van deze licht ontvlambare brekebeen van zeer nabij kunnen volgen. Toen ik in 1977 in dienst trad bij de Fryske Kultuerried, was zij één van mijn collega’s. Ik werkte zelfs enige tijd met haar samen op één kamer. Dat was geen onverdeeld genoegen. Binnen de kortste keren ging ze zich met allerlei zaken bemoeien die haar helemaal niet aangingen. Zo nam ze het zelfs op voor iemand uit haar eigen kennissenkring die als beroepsmatig kunstenaar werd afgewezen door een commissie van de Kultuerried. Toen ik haar liet weten dat ze zich niet met andermans zaken moest bemoeien, sprak frou Liemburg de historische woorden: ‘Ach rot toch op!’
Sindsdien wist ik wat ik met haar in de kuip had. Weldra werd frou Liemburg gekozen tot statenlid voor de PvdA. In 1987 schopte ze het zelfs tot gedeputeerde van cultuur. Er ging een golf van opwinding door de provincie. De verbeelding zou immers eindelijk ook in Friesland aan de macht komen. Welnu, dat hebben we geweten. Nadat frou Liemburg eerst de mede-auteurs van het pamflet ‘De verbeelding van Fryslân’ de wacht had aangezegd, begon ze meteen om haar heen te meppen. Wethouder Dolf Kessler van Leeuwarden werd in een debat openlijk geschoffeerd. Ze ontving Jan en allemaan op haar werkkamer, en wie het laatste haar vertrek verliet, diens woorden werden – voor de duur van één dag – tot provinciaal beleid verheven.
.
Ook begon ze met een ware vendetta tegen haar voormalige werkgever de Fryske Kultuerried, die als instelling kost wat kost omzeep moest worden geholpen om de simpele reden dat zij de pest had aan de toenmalige directeur, met wie ze nog een appeltje te schillen had. Eén ding deed ze goed: ze nam de aanbevelingen over uit een notitie, die ik zelf in bet najaar van 1986 voor de Kultuerried had geschreven en waarin nadrukkelijk werd gepleit voor een nieuw museum voor moderne kunst in Friesland. Maar voor de rest was het huilen met de pet op. Persoonlijke rancune en kinnesinne waren de drijfveren voor het beleid van frou Liemburg als cultuurgedeputeerde. Een kongsie met de LC deed de rest.
.
Liemburg kan niet zonder ruzie. Ze moet een krachtenveld van persoonlijke antipathie en jalousie om haar heen hebben, anders kan ze niet goed functioneren. Dat bleek eens te meer toen ze in 1994 naar de Tweede Kamer ging. In de vier jaar dat ze in Den Haag heeft gezeten heeft ze nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan. Hoe kan het ook anders, als daar niemand is aan wie je persoonlijk de pest kunt hebben? Als het alleen om de inhoud gaat, is frou Liemburg nergens. ‘Dit was mijn wereld niet’, sprak frou Liemburg dan ook toen ze in 1998 weer terug in ‘it heitelân’ kwam. Nadat ze eerst nog een tijdje bij de stichting Equa de werknemers in het harnas had gejaagd, werd zij in 2000 uiteindelijk benoemd tot burgemeester van de gemeente Litterenseradiel.
.
Daar kunnen ze inmiddels haar bloed wel drinken. Maar hoe krijg je zo’n helleveeg in Godsnaam weer weg? Zelfs de bemiddeling van oud-burgemeester John te Loo heeft vorig jaar niet mogen baten. Als ik de wanhopige blikken van haar collega-bestuurders op TV zie, dan krijg ik diep medelijden. Ik voel echt met ze mee, want ik weet wat het is. Je zult maar met zo’n dragonder opgescheept zitten en telkens weer beleefd moeten blijven. Waar Liemburg is, is ruzie. Maar luister mensen, er is hoop! de kruik gaat immers net zolang te water tot hij barst. Nog acht weken, schat ik, dan is het eindelijk gebeurd met deze met gif geladen brokkenpiloot.