Vanochtend om kwart voor negen werd ik gebeld door Andries Veldman van Liwwarders.nl. Hij wilde weten of de reacties op mijn log van eergisteren (Waar Liembug is, is ruzie) inderdaad van Jaap de Hoop Scheffer afkomstig waren. Ik moest hem helaas teleurstellen. Achter het pseudoniem JdHS gaat een persoon schuil die wel meer onder een andere naam op mijn log reageert. Hij woont in de Stellingwerven en zijn identiteit is bij mij bekend. Meer wil ik er niet over kwijt. Ik kon Andries helaas geen mooie ‘scoop’ bieden voor zijn nieuwssite. ‘Je kunt ook berichten dat hij het wèl is,’ probeerde ik nog, ‘dan hou ik mijn mond erover.’ Maar daar wilde Andries niet aan. Hij heeft zelfs niet eens mijn log over Liemburg overgenomen, zag ik vandaag. Mijn taalgebruik was deze keer kennelijk iets te gortig voor de adverteerders van Liwwarders.nl. Andries wenste me nog succes verder met mijn log en spoorde me aan er vooral mee door te gaan.
Achteraf – zo bedacht ik bij mezelf- had hij me ook wel even kunnen feliciteren. Vandaag is het immers precies één jaar geleden dat ik met mijn weblog ben begonnen. In dat jaar heeft Liwwwarders.nl heel wat keren de tekst van mijn log integraal overgenomen. Ik heb daar nooit bezwaar tegen gehad. Integendeel, hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Dat is nu eenmaal de wet van internet. Copyright kan de pot op. Ik jat zelf ook bij het leven, als zet ik er meestal wel een bronvermelding bij. Een enkele keer ontving ik het afgelopen jaar een klacht van een fotograaf die vond dat ik ten onrechte een foto van hem had gebruikt zonder zijn naam te vermelden. Eén keer kreeg ik zelfs een rekening toegestuurd. Dat was een fotograaf van de Leeuwarder Courant, die in het portret voorop mijn site een eigen foto herkende.
Toen ik een jaar geleden begon had ik geen benul in welke werelden je allemaal met een weblog kunt belanden. Vaak had ik het gevoel dat ik een eigen medium had gecreëerd. Diverse keren werd ik benaderd door journalisten van de echte media die iets wilden weten naar aanleiding van mijn log. Behalve door journalisten van de LC en Omrop Fryslân werd ik benaderd door de VPRO televisie, Radio Wereldomroep, De Haage Post, AVRO-radio en Radio Mercurius. Dergelijke contacten leidden tot meerdere interviews op radio en tv. Ook kwam ik door mijn log met allerlei mensen in contact van wiens bestaan ik niet eerder wist. Zo werden mij allerlei deskundigheden toegeschreven waarover ik helaas niet de beschikking heb. Een paar weken terug nog werd ik benaderd vooreen documentaire over het Oera Linda Boek. Ik heb de betreffende persoon beleefd doorverwezen naar professor Goffe Jensma. Je kunt helaas niet overal verstand van hebben.
Mijn best gelezen log schreef ik op 25 oktober vorig jaar. ‘Heimwee naar vernietiging’, zo heette het. Die dag hebben 1200 unieke bezoekers mijn log bezocht . Waarom dit verhaal zoveel belangstelling trok, begrijp ik nog steeds niet. Op de tweede plaats komt mijn log van 6 februari van dit jaar ‘Herinneringen aan Rouen’. Die dag had ik 1036 unieke bezoekers, daar kan ik mij wel iets bij voorstellen. De derde is het log van de dag daarop, ‘Leeuwarden 1962’, met 1008 bezoekers, maar ik denk dat die hoge score te verklaren is door een naijleffect. Niet alleen Liwwarders.nl maar ook ander sites namen soms – al dan niet integrale – logteksten van mij over. Ik kwam daar achter via Google. Zo trof ik mijn gedicht ‘Hotel Friesland’ opeens aan op een andermans log, met keurige bronvermelding. Ook mijn log ‘Cursus filosofie van het voetbal’ werd integraal – met bronvermelding – door een ander site overgenomen. Mijn log ‘Pauw en de pedo’s’ leverde het meeste reacties op (30). Zelfs op de site www.geenstijl.nl werd ernaar verwezen. Veel genoegen heb ik beleefd aan de dialogen op rijm met Smots. Helaas komt aan alles een keer een eind.
Wat ik echt onderschat heb zijn de psychologische effecten die een eigen weblog op je zelf kunnen hebben. Soms kan het een ware ballast worden. Je moet dan oppassen jezelf niet door het medium te laten meeslepen. Bij mijn serie over Gerard Reve kreeg ik daar wat last van. Je voelt je dan door iedereen bekeken wat bij mij zelfs kan leiden tot een lichte vorm van paranoia. Vier keer moest ik dan ook een winterstop inlassen. Maar het bloed kroop telkens weer waar het niet gaan kan. Ik heb mezelf sindsdien de beperking opgelegd dat ik pas laat in de middag met mijn log mag beginnen. Meestal doe ik er een klein uurtje over. Zo rond etenstijd, dat breekt de dag het minste op. Het is ondertussen wel een heuse verslaving geworden. Ik ben bang dat ik er nooit meer vanaf kom. Mijn weblog is voor mij niet alleen een gezonde uitlaatklep, maar ook een bron van veel voldoening. Voor een ieder die ik in het afgelopen jaar onheus bejegend, beledigd of zelfs gekrenkt heb met mijn woordenstroom is er slechts één troost: ik meende het oprecht. Er moet meer gelachen worden en meer geouwehoerd. Een weblog is voor beide – de gulle lach en het slappe gelul- een uitstekend medium.