Foppe wordt heilig
Natuurlijk kan vanavond alles weer afgelopen zijn, als Nederland van Servië verliest, maar vooralsnog houd ik het erop, dat Foppe de Haan op de drempel staat van de eeuwige roem. Wat is het geheim van Foppe? Van de week zag ik een aantal sportcommentatoren debatteren over deze vraag. Matthijs van Nieuwkerk was van mening dat het geheim schuilt in de begrijpelijkheid van zijn woorden. Foppe spreekt altijd klare taal. Hij houdt het simpel en gebruikt woorden die iedereen snapt. Dat kun je van veel andere trainers niet zeggen.
Cruyff spreekt abracadabra, dat is alom bekend. Van Gaal is vaak ook niet te volgen met als zijn neologismen en voetballatijn, zeker niet als hij ook nog eens zijn ondervrager in de gordijnen jaagt met intimiderende uitlatingen. Van Basten houdt het vaak zo vaag dat je niet weet waar hij met zijn zouteloze woorden naar toe wil. Leo Beenhakker wil altijd populair zijn, maar zijn vette metaforen schieten niet zelden hun doel voorbij. Ronald Koeman zegt altijd ‘je’ als hij ‘ik’ bedoelt. Kortom, trainers communiceren niet. Ze spelen toneel. Foppe acteert nooit. Hij speelt hooguit zichzelf.
Waarom heeft deze man dan nooit een Europese topclub geleid? Zelfs Nederlandse topclubs als Ajax, Feyenoord en PSV hebben hem altijd links laten liggen. Het mooiste antwoord op deze prangende vraag kwam van Ronald de Boer. Met zijn onvervalste nasale accent uit de Zaanstreek liet hij weten: ‘Ach dat komt doar dat roare toaltje dat die Friezen spraiken. Iederain denkt: loat im doar toch lekker blaaive.’ Dat mag dan in het verleden zo geweest zijn, dat linguïstische vooroordeel is nu voorbij. Heel Nederland sluit Foppe in het hart.
Foppe wekt een zekere ontroering in de manier waarop hij met dat stel jonge honden omgaat. Ze hangen aan zijn lippen. Ook als preken ze zelf SMS-taal of het ‘slang’ van de straat, deze I-Pod generatie kan het uitstekend vinden met opa Foppe, helemaal uit Heerenveen. Zelfs als Foppe hij een tennisbal zou weggooien naar het einde van het voetbalveld, dan zouden de hem kwispelend komen apporteren. Foppe heeft het. Hij is de ideale vaderfiguur voor deze verwende talenten. Hij doorgrondt ze tot in net diepst van hun ziel. Hij zou zelfs acuut het veld verlaten als die vuile rot Serven morgen racistische kreten gaan uitslaan. Dát willen die jonge honden horen. Foppe gaat voor ze door het vuur.
Foppe doet ons herinneren aan de tijd van ‘Ja zuster. Nee zuster’. Mijn oude opa in heel Europa. Dat is Foppe, niemand zo aardig als hij. Foppe staat dan ook op het punt om heilig verkaard te worden. Was hij in Friesland al jaren geleden zalig verklaard vanwege zijn successen bij sportclub Heerenveen, nu begint de landelijke sportpers in alle toonaarden de loftrompet te steken over deze charismatische trainer van Jong Oranje. ‘Wat is die man toch heerlijk gewoon!’, hoor je telkens weer zeggen. Gewoonheid is in deze opgepimpte tijd bijna een scheldwoord geworden, maar bij Foppe is het gewoon zijn iets heel anders.
Foppe appelleert aan het heimwee naar het supergewone van de jaren vijftig, de tijd dat Abe Lenstra de bondscoach nog tot wanhoop kon drijven. De tijd ook van de Zuiderzee ballade. Toen nou opa…. waarom zeg je nou niks? En Foppe pinkt een traantje weg. Zelfs van zijn foute blauwe bril ondervindt hij geen hinder. Foppe is ‘hot’, ook al is hij compleet ‘out of date’. Foppe heeft het aureool van de nuchtere Fries, een beetje ouderwets, recht door zee, zonder franje en altijd vast op koers. Foppe vult een leemte in. Hij bevredigt de breed levende behoefte aan charismatisch leidersschap. Foppe doet wat Balkenende met zijn overvloed aan gewoonheid nooit voor elkaar zal krijgen. Foppe dóet het gewoon. Dat maakt hem heilig.
22.34 uur
Nederland -Servië 4-1
SANCTUS, Sanctus, Sanctus,
Dominus Deus Sabaoth.
Pleni sunt caeli et terra gloria tua.
Hosanna in excelsis.
Benedictus qui venit in nomine Domini.
Hosanna in excelsis.