Vannacht had ik een nachtmerrie. Er deed een gerucht de ronde dat Johanneke Liemburg was gevlucht. Kennelijk was ze ondergedoken op een geheime locatie. De stress rond de bestuurscrisis in de gemeente Littenseradiel was haar teveel geworden. Ik zette de tv aan. Er was een extra uitzending van Omrop Fryslân. Ed Nijpels sprak het volk toe en maande tot kalmte. Er werd een avondklok ingesteld. Niemand mocht na zonsondergang nog de deur uit. In de stad hing een naargeestige sfeer. De LC kwam de volgende dag met een extra editie. Liemburg zou in het buitenland verkeren. Zij had zich teruggetrokken, zo las ik, op het eiland Helgoland, waar een schare van getrouwe volgelingen als lijfwacht fungeerde.
In heel Friesland vonden vervolgens huiszoekingen plaats. Er was veel blauw op straat. Alle mogelijke schuilplaatsen werden uitgekamd, maar geen spoor van Liemburg. Er werd een forse beloning uitgeloofd, maar ook dat bleef zonder resultaat. Zo verstreken enige dagen. De sfeer werd onrustig, zo niet gespannen. Er volgde een mars op Leeuwarden van verbolgen inwoners van Littenseradiel. ‘Wij wolle Liemburg! Wy wolle Liemburg!’, schalde het over het Zaailand. Het leek wel kneppelfreed. Sommigen hadden een blaffertje bij zich. De PvdA belegde een spoedcongres om de noodsituatie te bespreken. Er werd een motie ingediend om de eigen partij op te heffen. Alleen zo kon immers de rust in Fryslân wederkeren, maar een consensus bleef uit. Op het Provinciehuis was voortdurend spoedberaad. Balkenende en Donner werden ingevlogen, maar het bleef ijzig stil.
En dan, opnieuw een extra uitzending van Omrop Fryslân. Nijpels kwam in beeld met wel honderd microfoons voor zijn neus. Zelfs CNN was er bij. Nijpels hield even de adem in en sprak toen de gevleugelde woorden: ‘We got her!’ Er ging een groot gejuich op in de zaal, maar ook boegeroep was niet van de lucht. Even later volgden de eerste beelden. Liemburg was aangetroffen in de crypte van Wieuwerd, waar ze zich verschanst had tussen de mummies. Ze zag er gehavend uit. Een politieagent inspecteerde haar gebit. Ze sloeg onsamenhangende taal uit en vroeg of Abel Herzberg haar advocaat mocht zijn. Sommige omstanders, die bekend waren met de Friese historie, meenden in deze wartaal woorden van Fedde Schurer te herkennen. Het proces, zo verwachtte men, zou zeker nog maanden op zich laten wachtten. De volgende dag volgde een bomaanslag. Fryslân stond op de rand van een burgeroorlog. Ik schrok wakker en slaakte een diepe zucht. Fryslân gaat nog eens naar de kloten, zo dacht ik bij mezelf, door deze met gif geladen brokkenpiloot.