‘Maandag 22 oktober zijn bij gedeputeerde Anita Andriesen nieuwe uitzaaiingen van borstkanker geconstateerd, nu in de lever en mogelijk ook op de heup. Het is goed te behandelen. Zij zal hiervoor chemotherapie moeten ondergaan, deze behandeling begint volgende week in het Anthonie van Leeuwenhoekziekenhuis in Amsterdam. Anita blijft optimistisch en strijdbaar en ze zal haar werk zoveel mogelijk blijven doen.’
Aldus het persbericht dat de Provincie Friesland deze week heeft doen uitgaan. Ik neem aan dat dit bericht op initiatief van Anita Andriesen zelf is opgesteld. De inhoud komt niet als een verrassing. Eerder is er enige discussie geweest binnen de provinciale politiek over de vraag of de ziekte van de gedeputeerde haar functioneren zou kunnen belemmeren. Is er nog wel een onbevangen debat mogelijk, als blijkt dat een politicus geëmotioneerd raakt over kwesties, waarbij haar gezondheid direct of indirect een factor gaat worden. De discussie hierover is inmiddels verstomd. Een algemene consensus lijkt te heersen over het feit dat een politicus zelf over de relatie tussen gezondheid en functioneren moet kunnen beslissen. Als een arts zijn of haar functioneren verantwoord vindt, wie is dan nog gerechtigd om bezwaar aan te tekenen.
Al met al is dit natuurlijk een uiterst precaire kwestie. Mijn eerste gedachte is dat deze problematiek niet in de openbaarheid thuishoort. Het probleem is echter dat Anita Andriesen zelf deze kwestie in het publieke domein heeft gebracht. Daarmee is haar ziekte een zaak van iedereen geworden. Een politicus heeft wat dat betreft een ander beroep dan een doorsnee mens. Hij of zij is gekozen om de publieke zaak namens de gemeenschap te dienen. In die taak moet je niet belemmerd worden door kwesties die niets met de inhoud van je politieke handelen te maken hebben. Het simpele antwoord luidt nu: er is geen sprake van enige belemmering, dus moet het kunnen.
Ik geloof ook niet dat de ziekte van Anita Andriesen een belemmering vormt voor het politieke debat. Enige maanden geleden ben ik zelf met haar in het openbaar in discussie gegaan. Ik voelde mij bij die gelegenheid op geen enkele wijze belemmerd. Als de gedachte bij mij al niet opkomt om tegenover haar een tandje terug te schakelen, dan moet een professioneel politicus daar helemaal geen last van hebben. Het bleek zelfs dat Anita Andriesen een komisch gedichtje, dat ik over haar op mijn weblog geschreven had, kon waarderen. Al had ik later enige twijfels of er inderdaad wel van waardering sprake was.
Er zijn ook argumenten te bedenken die ervoor pleiten om geen enkel bezwaar te hebben tegen de situatie die nu is ontstaan. Anita Andriesen zou met haar opstelling het grote taboe, dat rond de ziekte kanker nog altijd hangt, doorbreken. In dat opzicht roept haar houding herinneringen op aan wijlen Prins Claus die met zijn openhartigheid over zijn chronische depressies er toe heeft bijgedragen dat de vooroordelen over deze ziekte bij het grote publiek wellicht wat minder zijn geworden.
Toch gaat die vergelijking niet helemaal op. Prins Claus was geen politicus en dus niet persoonlijk aanspreekbaar op zijn doen en laten. Niemand misgunde hem ook de positieve beeldvorming die mede door zijn houding ten aanzien van zijn ziekte ontstond. De strijd tegen een ziekte roept onwillekeurig beelden op die het imago van een persoon ingrijpend kunnen veranderen. Diepe gevoelens als mededogen en stille bewondering hebben invloed op het beeld dat het grote publiek uiteindelijk krijgt van de persoon in kwestie.
Het is de vraag of met name dit laatste aspect wel helemaal zuiver is, als het gaat om een politicus die zijn of haar ziekte tot een publieke zaak maakt. De onbedoelde heroïek, die dit in de beeldvorming teweegbrengt, wordt hoe dan ook een politieke factor. Het kan zelfs stemmenwinst opleveren. Sterker nog, we zullen nooit precies weten of de vele voorkeurstemmen die Anita Andriesen bij de laatste verkiezingen heeft behaald nu wel of niet veroorzaakt werden door haar goede ideeën (die ze ongetwijfeld heeft), haar uitgekiende verkiezingscampagne (die zelfs de landelijke PvdA ten voorbeeld werd gesteld) of een onpeilbaar gevoel van mededogen dat zij in alle geledingen van de samenleving met haar onverschrokken houding teweeg weet te brengen.
Het is de vraag of je dit als politicus moet willen. Het zwaarste moet het zwaarste wegen, ook in dit soort kwesties waarvoor geen pasklare antwoorden bestaan. Een strijd tegen de ziekte kan een belang gaan dienen dat groter is dan het belang van de persoon in kwestie. Is het niet zo dat Anita Andriesen tegen haar zelf in bescherming moet worden genomen? Vaak is er enige moed voor nodig om discretie te doorbreken en soms kan het juist niet van moed getuigen om discretie tot elke prijs in stand te houden.