Hervormingsdag 2007

Vandaag wordt Louis G. le Roy (zie foto) 83 jaar. Op Hervormingsdag, de dag dat Maarten Luther in 1517 zijn 95 stellingen spijkerde op de muur van de Slotkapel in Wittenberg. Le Roy is ooit wel eens ‘de Billy Graham van het onkruid’ genoemd. Een zekere hervormingsdrang is hem niet vreemd. Op 19 januari a.s. zal gedeputeerde Jannewietske de Vries aan hem de Gerrrit Bennerprijs uitreiken in het Fries Museum. Vanmiddag mag ik spreken op een feestelijke bijeenkomst voor de jarige in Hotel Koningshof in Heerenveen. Hieronder alvast een passage uit mijn toespraak.

Is het proces van de globalisering een vloedgolf die ons overspoelt of is er nog een alternatief denkbaar? Is er eigenlijk nog wel een tegencultuur als die van Le Roy mogelijk, een manier van handelen die zowel op micro- als op macroniveau daadwerkelijk effecten sorteert? Is er nog ruimte voor het creëren van nieuwe situaties, voor een politiek van het dagelijks leven zoals de situationisten hebben gedacht? Leven we in een tijd van fatalisme of is er nog enige hoop? Zijn we volledig overgeleverd aan de wetten van economie, markt, media en massacultuur,of is er een uitweg uit de ellende van deze spektakelmaatschappij? We beleven het verval van welvaartsstaat en verzorgingsstaat, van een toenemende druk van internationale migratiestromen, kortom, van een steeds agressiever wordend proces van globalisering.

Globalisering, zo beweert de Belgische filosoof Lieven de Cauter, heeft drie onontkoombare kenmerken. Dat zijn ten eerste: de vrije markt economie. Ten tweede: de oneindige accumulatie van kapitaal als doel op zich. En ten derde: de relatieve dominantie van het centrum ten opzichte van de periferie. Dat wil zeggen: een periferie die zich voortdurend verlegd naar ander uithoeken in de wereld en daar een spoor van sociale ontwrichting achterlaat in die regio’s die niet als wij – in Fort Europa – profiteren van een bedrieglijk consumptieparadijs in een soort eeuwigdurend nu, waarin de tijd zelf is stilgezet.

Dat bevroren systeem van de tijd is nu mondiaal en metastabiel geworden. Het tast zelfs ons bewustzijn aan zonder dat we dat merken. De tijd als als een open horizon, verdwijnt, niet met het verstrijken van de tijd, maar in het heden zelf. In het besef van wat leven in feite is, een open en creatief proces van wording dat zich in de onmeetbare tijd van het leven zelf voltrekt. Het gevolg is dat de mens op allerlei niveaus opnieuw wordt uitgeschakeld en buitengesloten. Er is sprake van een voortwoekerend proces van capsularisering van het leven, zoals Lieven De Cauter beweert. We staan aan de vooravond van de tijd van een nucleaire terreuraanslag die naast een ecologische catastrofe, het enige gevaar is die dit metastabiele mondiale systeem nog bedreigt. Maar die twee bedreigingen worden wel steeds groter.

Van de weeromstuit worden we teruggedreven in het domein van de angst. We gaan leven in de gesloten domeinen van ‘gated communities’. We gaan winkelen in de artificiële consumptieparadijzen met hun stereotype ‘shopping malls’. De wereld gaat steeds meer op één grote vluchthaven lijken. Wereldsteden worden woekerende gezwellen van staal en beton, waaromheen zich onbegaanbare getto’s formeren van sloppenwijken en vuilnishopen. Maar ook ons eigen leven trekt zich allengs terug. Het menselijk leven wordt in toenemende een onderneming op zich zelf met als enig doel om de tijd letterlijk te verdrijven achter een tv-scherm dat tegelijk een computerscherm wordt. Dat wil zeggen: een illusoire capsule, waarin we ons kunnen verschuilen, terwijl we onszelf zo in de waan houden, dat we deel hebben aan een wereld die steeds meer onaantastbaar wordt, onaanraakbaar en onveranderbaar.

Zo komen keren de principes van uitsluiting en afsluiting weer terug in een hedendaagse gedaante. Het gevaar van de uitgeschakelde mens, van de mens zonder tijd en duur, van de mens die in een voortdurende trance voortleeft als een zombie, dat gevaar zag Le Roy opdoemen in de jaren zestig. Dat gevaar is nog steeds actueel. Fort Europa is op weg naar capsulaire beschaving van bevoorrechte, maar tegelijk ook opgesloten mensen die geen deel meer hebben aan de wereld en uiteindelijk ook niet meer aan het leven zelf, hun eigen leven, het menselijk leven op deze planeet.

Het verdwijnen van de tijd als een open horizon is misschien wel het grootste probleem van onze tijd. Het tijdrovende maakproces dat ooit aan de basis lag van de kunst wordt steeds meer een zaak van tijd-vernietigende machines, waarbij de mens bijna letterlijk wordt geëxcommuniceerd. Het bijzondere van de Ecokathedraal in Mildam zit dan ook niet in zijn merkwaardige biotoop, de uitzonderlijke plantensoorten, de rijkdom en complexiteit van het ecologisch systeem, de uitzonderlijkheid van de bouwconstructies of de grilligheid van de seizoenswisselingen en de veranderingen van het licht, laat staan in de therapeutische waarde die het als werkplek heeft, of het meditatief potentieel die het dwalende bezoekers kan bieden. Het uitzonderlijke van de Ecokathedraal zit in de opdracht die erin besloten ligt.