Bloggen en politiek

Soms is het lastig als je een weblog hebt. Als je iemand voor het eerst ontmoet bijvoorbeeld die zegt dat hij of zij elke dag trouw je weglog leest. Ik sta dan altijd even met mijn mond vol tanden. ‘Jeetje, wat weet die allemaal van mij?’ Beetje domme vraag natuurlijk. Als je blogt word je gelezen, alleen weet je nooit door wie. Soms is het ook lastig als mensen je weblog lezen, maar dat niet zeggen. Vroeg of laat kom je daar meestal toch wel achter. Bijvoorbeeld als je wat nieuws denkt te vertellen en je toehoorder blijkt opeens wat glazig voor zich uit te kijken. Ach ja, dat had hij al gelezen natuurlijk. Als blogger word je een beetje publiek bezit, of je dat nu leuk vindt of niet.

Waarom doe je het dan, vraag ik me wel eens af. Bloggen is een mengeling van ijdelheid, exhibitionisme en de onstuitbare drang om over alles en nog wat je mening te ventileren. Bloggen is misschien ook wel een ‘zoektocht naar je eigen identiteit’, zoals dat tegenwoordig heet. Vanochtend las ik in de krant dat de Kroatische schrijfster Dubravna Ugresic beweert dat de wereldwijde zoektocht naar de eigen identiteit waarschijnlijk door Madonna ooit in gang is gezet. ‘Express yourself, don’t repress yourself.’ Met die woorden heeft zij een trend gezet. Ze lijken verdomd veel op het levensmotto van Pim Fortuyn: ‘Ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg.’ Of anders wel op het imperatief van Michael Jackson: ’Show it to the world!’

Eigenlijk is het een beetje zielig dat je zo’n openbare zoektocht naar je eigen identiteit nodig hebt voor je ego. Elke dag vraag ik me dan ook af, of ik ook nog wel zonder dat weblog zou kunnen leven. Maar dan denk ik weer, ach zeur niet. Zodra ik tegenover mezelf moet toegeven, dat ik niet meer zonder kan, dan stop ik er acuut mee. Dat heb ik me zelf heilig voorgenomen, maar ik weet natuurlijk donders goed, dat dit een onmogelijke opgave is. Ik ben gedoemd tot het bloggen. Sterker nog, ik blijf bloggen tot ik er bij neerval.

Gisteravond was ik uitgenodigd om deel te nemen aan een discussie in het TV-programma DAG van Omrop Mercurius tijdens het Noordelijk Filmfestival in de Harmonie. Gesprekspartners waren de Leeuwarder wethouder van cultuur, Yvonne Bleize, en Thea Koster, de fractievoorzitter van het CDA in de gemeenteraad. Onderwerp van gesprek was de nieuwe gemeentelijke cultuurnota die in de maak is. Ik heb niet zo veel met politiek, maar ik ben nooit te beroerd om even als dwarsligger te fungeren. Ik moet zeggen, het ging er heel professioneel aan toe. Ik werd vooraf ontvangen door gespreksleidster Arjette de Pree, die zich meteen liet ontvallen dat zij mijn weblog grondig had doorgenomen. ‘Jeetje, dacht ik, wat weet die allemaal van mij?’

Maar voor ik me dat goed realiseerde, was ik al aan de praat geraakt met Thea Koster, die zich ook meteen liet ontvallen dat zij met belangstelling mijn weblog volgde. Zo kon ze mijn verhaal over de Friese les van Nijpels nog goed herinneren. Ze was ook blij dat ze nu wist hoe het lek in de vertrouwenscommissie voor de burgemeestersbenoeming was ontstaan. Ik vroeg of zij zelf ook een weblog had. Dat bleek inderdaad het geval te zijn, maar ze was ermee gestopt toen ze fractievoorzitter was geworden. Het werd te ingewikkeld. Een weblog moet een zekere spanning hebben. Als je jezelf teveel moet inhouden dan wordt een dagboek en dan is de lol er gauw vanaf. Zo keuvelden we nog even verder over invloed van het fenomeen weblog op de politiek, over de politiek in het algemeen en die van Leeuwarden in het bijzonder.

De discussie aan tafel stelde niet zo veel voor. Het werd wat je noemt een prettig gesprek. Veel te kort en het was ook veel te gezellig allemaal. Yvonne Bleize kwam net bij de kaakchirurg vandaan en ze had nog wat een stijve wang. ‘Ik mag je dus geen linkse hoek uitdelen,’ zei ik nog. Maar dat was geen bezwaar, want de verdoving was nog niet uitgewerkt. Yvonne stelde nog voor om niet over politiek te gaan discussiëren, maar over koken, dat eigenlijk het gespreksonderwerp na ons zou zijn. Jammergenoeg is het zover niet gekomen. Na afloop heb ik nog even staan praten met Andries Veldman. Die wilde natuurlijk heel graag weten wat ik allemaal met Thea Koster had besproken. ‘Ach niks,’ zei ik, ‘ze wil ooit nog eens staatssecretaris van cultuur worden en daar is niks mis mee, dacht ik zo.’