Zowat de hele wereld houdt de adem in, in afwachting van de film van Geert Wilders. Het is frappant om te zien hoe het systeem werkt. Iedereen die er iets van zegt wordt deel van het probleem. Ik ook dus. Wilders heeft een golf van publiciteit gecreëerd die niet meer te keren is. Eigenlijk heeft hij niets gecreëerd, eerder een vacuüm geschapen. En als er iets is wat het spektakel niet kan verdragen dan is het de absolutie afwezigheid van lucht. Dat gat vult zich vanzelf met de volle kracht van de totale atmosfeer. Het doet er niet toe wat je er van zegt, de hype wordt alleen maar groter. Zelfs hypercorrecte reacties, zoals bijvoorbeeld van Femke Halsema, worden genadeloos meegezogen in die zuigkracht van het spektakel. Politici doen net doen of ze de werking van het systeem niet doorhebben. Morele verontwaardiging wordt op deze wijze een doorzichtig alibi voor het profileren van het eigen correcte imago binnen de almaar groeiende media-tsunami die ons dreigt te overspoelen.
Geen enkel medium kan zich aan het gebeuren onttrekken, omdat er voortdurend sprake is van een ‘nieuwsfeit’. Media worden niet beheerst door het nieuws, maar door nieuwsfeiten. Nieuws kun je interpreteren, filteren of van een kader voorzien. Een nieuwsfeit echter is oppermachtig en autonoom. Daar kun je als journalist alleen maar als een schoothondje achteraan lopen. Of je nu hoofdredacteur van de NRC bent, eindredacteur van NOVA, een roddelrubriek hebt in de Telegraaf of dagelijks een weblog schrijft, dat maakt allemaal geen ene moer uit. Als het om nieuwsfeiten gaat, dan is er geen verschil meer tussen kwaliteitsjournalistiek of riooljournalistiek. Het spektakel berust op de universele soevereiniteit van het nieuwsfeit.
In die zin is Geert Wilders geniaal. Hij weet hoe je het spektakel moet bespelen. Bovendien heeft hij een punt. Als de misstanden van een religie niet meer in het openbaar aan de kaak gesteld mogen worden, dan is het immers snel gedaan met de democratie en de vrijheid van meningsuiting. Dan dooft het licht. De vraag rijst natuurlijk wel, hoe hij – vanuit zijn eigen optiek bezien – het beste met de nu ontstane situatie om zou kunnen gaan. Wat voor film moet hij nu gaan maken? Dat vraagt de halve wereld zich ondertussen af. Zo’n situatie heeft geen enkele cineast of kunstenaar ooit beleefd. Wilders heeft voor zichzelf de mogelijkheid gecreëerd om een creatief product af te leveren, dat de wereld niet alleen kan schokken, maar ook diepgaand beïnvloeden.
Kom daar maar eens om als kunstenaar. Menigeen zal hem benijden. Als het waar is dat de terrorist de kunstenaar links heeft ingehaald, dan heeft Geert Wilders de kunstenaar rechts ingehaald. De kunst staat machteloos aan de kant. Zelfs het controversiële product van de kunstenaar Jonas Staal, die terecht stond vanwege zijn ‘berm-monumenten’ met waxinelichtje (zie foto) voor een omgekomen Wilders, is peanuts vergeleken met wat Wilders nu zelf in artistieke zin laat zien. Of beter gezegd: wat hij aankondigt te zullen laten zien. Ongeacht de uiteindelijke vertoning is het nu al het meest lucide kunstwerk van dit jaar. Eigenlijk hoeft de film niet eens meer uitgezonden te worden. Het concept is zo sterk, dat het kunstwerk nu al geslaagd is.
Wat gaat Wilders ons laten zien? Het gerucht gaat dat het een tekenfilm zal worden. Zijn Hongaarse vrouw tekent immers strips. Zo zou de explosieve boodschap verpakt worden in een ogenschijnlijk onschuldig medium. Dat werkt natuurlijk niet, want dat hebben we met de Deense cartoons gezien. Hoe onschuldiger het medium, hoe gevaarlijker de boodschap juist kan zijn. Als Wilders gewoon een filmische registratie zou tonen van het verbranden van de Koran als een fascistisch en opruiend geschrift, dan zou er niet veel gebeuren. Wat is immers tegen een boekverbranding? Moslims verbranden voortdurend vlaggen. Ze hangen een kopie van Salman Rushdie op. Ze vierendelen een pop van Bush. Een boek is slechts een bundel bedrukt papier. De vermeende heiligheid van Bijbel, Koran of Talmoed is contextueel bepaald. Alle boeken branden even goed, of ze nu heilig worden verklaard of niet.
Pas als een boek niét vlam wil vatten, wanneer het ontheiligd wordt door brandstichting, is er iets bijzonders aan de hand. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat zulks ook zal geschieden, zeker wanneer een notaris als objectieve getuige bij de poging tot heiligschennis aanwezig zou zijn. Nee, filmen is geen optie en een boekverbranding evenmin. Een tekenfilm, strip of cartoon, dat is pas echt linke soep. Dan komt de doelbewuste intentie van de belediging van Allah of Mohammed opeens onmiskenbaar aan het licht. Een tekenfilm leent zich dan ook optimaal voor een expliciet statement in deze richting. Elke artistieke verpakking maakt de boodschap alleen maar gevaarlijk. Ook ‘Submission I’ was dodelijk, omdat daarin de beeldtaal van de kunst werd gebruikt, in dit geval de beeldtaal van de Iraanse videokunstenares Shirin Neshat.
Geert Wilders zou er naar mijn smaak het beste aan doen door er een conceptueel kunstwerk van te maken. Zo zou hij Guy Debord als voorbeeld kunnen nemen die ooit een bioscoopfilm maakte die alleen maar een zwart beeld liet zien, verwijzend naar Markies de Sade. Of Nam June Paik die een video maakte met uitsluitend een wit beeld, verwijzend naar de leegte van Zen. Hij zou ook tien minuten lang het woord ‘Storing’ kunnen laten zien. Of anders: ‘Even geduld a.u.b.’ Of misschien beter nog een simpele waarschuwing zoals ook op een pakje sigaretten staat: ‘Fundamentalisme is dodelijk’. Of misschien het allerbeste nog een citaat van de middeleeuwse Islamitische filosoof Ibn Arabi, achtereenvolgens uitgesproken door een imam, een priester en een rabbi met op de achtergrond een karavaan van kamelen trekkend door de woestijn:
‘Mijn hart is een schaal voor elke vorm
Een klooster voor de monnik
Een tempel voor idolen
Een graasland voor gazellen
De Ka’ba van de pelgrims
De tafelen van de Tora
Het boek van de Koran
Liefde is mijn geloof
Het geeft niets welke weg haar kamelen ook volgen
De liefde blijft toch immer mijn godsdienst en geloof.’
Maar ik ben bang dat Geert Wilders voor zoiets net niet slim genoeg is.