Ruim vijf jaar geleden, op 7 september 2002, verscheen een artikel van mij op de opiniepagina van De Volkskrant onder de titel ‘Islam heeft geen Kuitert nodig’. Ik reageerde daarmee op een discussie, die was ontstaan in de Nederlandse media, naar aanleiding van een uitspraak van Ayaan Hirsi Ali dat moslims de Koran beter ‘als een sprookjesboek’ konden lezen. Dat was koren op de molen van een fundamentalistisch rationalist als Jan Blokker. Hij vergeleek de onwil van de moslims om hun heilige boek te relativeren en aan historisch onderzoek te onderwerpen met de grote veranderingen die de Bijbel als heilig boek in het westen heeft ondergaan. Niet alleen het ‘ad fontes’ van de Humanisten, maar ook het historisch en filologisch onderzoek sinds de negentiende eeuw heeft de tekst van de Bijbel in een ander licht geplaatst. Sommige christenen kunnen tegenwoordig de Bijbel zelfs gewoon lezen als een vorm van literatuur. De theoloog Kuitert is uiteindelijk ook op dat punt beland in zijn jarenlange ontmythologiseringproces. Vandaar de stelling van Blokker destijds: de Islam heeft een Kuitert nodig, een stelling waar ik het niet mee eens was.
Gisteren las ik dat er deze week nogal wat beroering is ontstaan in de Islamitische wereld over een verloren Koran-archief dat een heel ander licht zou werpen op het historisch ontstaansproces van het heilige boek van de moslims. Het hele verhaal doet in de verte wat denken aan de Da Vinci Code. De gedachte dat de christelijke heilsleer misschien wel een historische mystificatie zou zijn gaf aanleiding tot allerlei complottheorieën die aan de basis liggen van het de Da Vinci Code. Die successtory berust ten dele op historische gebeurtenissen die samenhangen met de ontdekkingen van gnostische en koptische teksten die een andere versie laten zien van de verhalen uit het Nieuwe Testament. Het Vaticaan wil daar niets van weten. Ook de Koran – zo blijkt nu – heeft zijn alternatieve verhaal over zijn ontstaansgeschiedenis als heilig boek. Dat is een verhaal waar orthodoxe moslims wereldwijd heel zenuwachtig van worden.
In de nacht van 24 april 1944 werd een voormalig Jezuïetencollege in Berlijn gebombardeerd door de British Airforce. In dit gebouw was ‘The Bavarian Academy of Science’ (zie foto boven) gevestigd, een instituut waar zich op dat moment een uniek foto-archief bevond van historische manuscripten. Dat waren historische handschriften van de Koran, die een ander licht zouden werpen op het ontstaan van dit heilige boek. Hoe de Koran precies is ontstaan is nog altijd enigszins in nevelen gehuld. Er zijn geleerden die er vanuit gaan dat christelijke hymnen en teksten van kerkvaders als Basilides als prototype voor de moedertekst van de Koran hebben gediend. Voor moslims is dit soort gedachten een gruwel.
De Koran is voor hen immers een directe openbaring van Allah. Er kunnen dus per definitie ook geen meerdere bronnen van de Koran bestaan. De Koran is letterlijk het heiligste der heilige. Wat de figuur van Christus is voor de christenen is het boek ‘de Koran’ voor de moslims. Anders dan de Bijbel is de Koran letterlijk de belichaming van de openbaring. Het woord is vlees geworden in de Koran, zo zou je kunnen zeggen. De Koran is voor de moslims zoiets als een geïncarneerde godheid, waarin Allah onmiddellijk – overal en altijd – spreekt tot de mensheid. Maar Allah spreekt natuurlijk maar met één mond. Het bestaan van een alternatieve historische bron van de Koran moet dan ook uit alle macht ontkend worden. Als er iets is wat dit tegenspreekt, dan houden we dat onder de pet of we vernietigen het, zo luidt het devies van de imams en ayatollahs’s.
p de site van de ‘Asia Times’ las ik gisteren het wonderbaarlijke verhaal over het verloren gewaande Koran-archief in een artikel van een zekere Spengler. Dat is een pseudoniemen (what’s in a name) voor een onbekende auteur die bekend staat als een erudiet Islam-watcher. Deze Spengler verwees daarbij naar een artikel van Andrew Higgins, dat dit weekend verschenen is in de Wall Street Journal. Het blijkt nu dat het Koran–archief helemaal niet met het bombardement in 1944 verloren is gegaan, maar ruim zestig jaar lang bewaard is gebleven en inmiddels intensief bestudeerd is door Koran-geleerden. Zo wordt onder meer beweerd dat de Nazi’s destijds het bestaan van het Koran-archief in Berlijn geheim wilden houden. De Nazi’s hadden immers een pact gesloten met de moslims, omdat beiden belang hadden bij de bevordering van het antisemitisme.
Dezelfde Spengler schreef op 24 december j.l. een opmerkelijk artikel op de opiniepagina van de Volkskrant, waarin hij Paus Benedictus XVI tot de enige echte leider van de westerse wereld bestempelde. Deze Paus wijst immers keer op keer op het gevaar van de oprukkende Islam voor de toekomst van Europa. Als de huidige demografische ontwikkelingen zich voortzetten, dan zijn de moslims over vijftig jaar in Rusland in de meerderheid. Vijftig jaar later zal die omslag in heel Europa zijn bereikt. Paus Benedictus XVI wijst op een fundamenteel verschil tussen de Islam en het Christendom, zoals onder meer bleek uit zijn rede in Regensburg in september 2006. Zie ook mijn logs ‘Benedictus en de dolle mens’ en ‘De onredelijkheid van God’
In de Islamitische leer is God (Allah) absoluut transcendent en trekt zich ook niets aan van de natuurwetten. De Islam is daarom een fatalistische religie die een irrationele kern bevat. ‘In-sjallah’ (‘Als God het wil’) zeggen de moslims bij elke gelegenheid tegen elkaar. De christelijke God daarentegen is een persoonlijke God. Hij is een ‘wezen’ en een ‘persoonlijkheid’ die zich openbaart in liefde en een wereld heeft geschapen die de mens met zijn verstand kan begrijpen. Augustinus heeft zich niets voor niets afgewend van het obscurantisme van de late oudheid en een God gepredikt die niet strijdig is met de menselijke ratio.
Spengler gaat nog een stap verder en beweert dat de moderne westerse democratie historisch gezien een christelijk verschijnsel is, dat voortgekomen is uit de Nederlandse opstand in de zestiende eeuw en uit de oversteek van de puriteinen naar de Nieuwe Wereld. Onze democratie was dus ‘een recept uit het kookboek van een politicoloog’. De hedendaags pogingen van Washington om een gematigde Islam te vinden en de moslimwereld te democratiseren zijn volgens Spengler dan ook bij voorbaat tot mislukken gedoemd. Islam en westerse democratie zijn in wezen onverenigbaar, omdat de God van de moslims niet eens aan zijn eigen woord gebonden is. Allah laat zich nergens door inperken, zelfs niet door de natuurwetten die hij zelf geschapen heeft. Deze irrationele kern van de Islam – die weerspiegeld wordt in een despotische vorm van staatsmacht – zou sinds de elfde eeuw in de historische ontwikkeling van de Islam de overhand hebben gekregen.
Ik heb helaas geen grondige kennis van de Islam. Toch waag ik het te beweren dat deze theorie van Spengler zeer aanvechtbaar is. Ook de Islam heeft historisch zijn milde varianten gekend en niet alleen tot aan de 11-de eeuw, maar ook ver daarna. Die ‘Islam–light’ bestaat nog steeds, hoewel ze het moeilijk heeft tegen het oprukkend fundamentalisme dat zich keert tegen de huidige gevolgen van de globalisering. De Islam heeft historisch gezien juist veel bijgedragen aan de ontwikkeling van de westerse wetenschap en het behoud van het cultuurgoed uit de klassieke oudheid. Het lijkt me niet terecht om vanuit de huidige botsing tussen twee beschavingen vergaande conclusies te trekken die een deterministisch karakter hebben als het gaat om de toekomst van Europa.
Ook de paus is feilbaar in zijn mening, ook al vindt hij zelf misschien van niet. Maar het kan natuurlijk best zo zijn, dat de komende mondiale rel rond de film van Geert Wilders de aandacht zal afleiden van de sensatie van het verloren gewaande Koran-archief in Berlijn. Dat zou dan een afleidingsmanoeuvre zijn die de moslimwereld goed te pas komt. Het verhaal van het verloren gewaande Koran-archief leest als een trein en heeft alles in zich om een besteller te worden. Het is de ideale mengeling van de Da Vinci Code en de plot van Indiana Jones, aldus Spengler. Het zou me dan ook niet verbazen als de filmrechten al verkocht zijn.