Bedankt voor de bloemen

.

Thom was er niet helaas. Hij was om gezondheidsredenen verhinderd. Dat vond ik jammer. Natuurlijk, ik heb wel eens wat minder aardige dingen over hem geschreven, maar ik had nog graag een keer met hem het glas geheven op een bijeenkomst die veel weg had van een afscheidsreceptie. Maar dat was het niet. Het was gewoon de opening van een tentoonstelling, waarbij een boek werd aangeboden. Eerder een doorstart dan een afscheid, wat mij betreft. Veel mensen echter hadden dat anders opgevat. Ik merkte het al bij het binnenkomen. Men wilde mij de hand schudden, bedanken, een bloemetje geven of een flesje wijn. Of gewoon er zijn en zeggen dat alles goed was geweest in al die dertig jaar. In totaal 330 mensen waren er op afgekomen, zo hoorde ik later. Twee van mijn zusters, een zwager, een oude vriend en heel veel mensen die ik door de jaren heen in Friesland heb leren kennen. Het was een heel mooi gebeuren, laat dat duidelijk zijn. Het Fries Museum gaf mij een warm onthaal en de Friese Pers Boekerij heeft me alle ruimte gegeven om dit boek op de wereld te zetten. Abe de Vries en Cees van ’t Veen ben ik veel dank verschuldigd dat het allemaal zo heeft mogen zijn.

Maar Thom was er niet. De documentaire, die Geart de Vries heeft samengesteld en vanmiddag wordt uitgezonden, eindigt met een discussie tussen Thom en ik. We zeggen elkaar behoorlijk de waarheid, maar toch was het geen verkeerd gesprek. Er werden nog meer woorden gewisseld daar in Museum Belvédère, maar die zijn niet te zien. Een documentaire geeft zo zijn eigen logica, een verhaallijn door de tijd heen en die komt in de gekozen beelden heel mooi tot uiting. Er zijn prachtige opnamen van Aiko en Meta van Hulsen te zien, die Geart heeft teruggevonden. Maar ook beelden van Bouke van de Sloot, Harmen Abma, de presentatie van De Jonge Friezen bij van Hulsen in 1981. Eduard van Hulsen, de zoon van Aiko was er ook gisteren. Hij bracht een map mee met affiches van exposities die in de jaren zestig in de galerie waren te zien. Ze moeten maar naar het HCL, waar het hele archief van Van Hulsen ligt opgeslagen.

Verder was het één grote reünie. Kunstenaars, die elkaar soms in jaren niet gezien hadden, zagen elkaar terug in de zaal waarin hun werk bijeen was gebracht. Vooral de jaren zestig en zeventig riepen veel herinneringen op. Dat werd al duidelijk in de prachtige openingstoespraak van Josse de Haan, waarin die tijd met persoonlijke herinneringen tot leven werd gebracht. Het werk van Geertje van Oudheusden hing naast dat van Jopie Huisman. Ik vind dat een hele mooie combinatie. Sommige dingen krijg je bijna cadeau bij het samenstellen van zo’n tentoonstelling. Maar het kan ook net iets anders uitpakken dan je tevoren had gedacht. Al met al, mag ik niet ontevreden zien. ‘It koe minder’ zoals de Friezen zeggen. De kleur van Friesland is in veel opzichten een soort theater van het geheugen geworden. Herinneringen uit het nabije verleden keren terug in kleurige zalen, ieder met een eigen sfeer en een eigen beleving. Zelfs gedeputeerde Jannewietske de Vries had haar steentje bijgedragen door een doek van Willem van Althuis, dat bij haar op de werkkamer in het Provinciehuis hangt, voor deze tentoonstelling af te staan. Dit schilderij, waar ze dagelijks op uitkijkt, is voor haar de kleur van Friesland, zo liet ze in haar toespraak weten.

Het was een dag met zoveel indrukken, dat ik het bijna nog niet kan bevatten wat er allemaal is gebeurd. Soms had ik het idee dat ik rondliep op mijn eigen begrafenis. Het ontbrak er nog maar aan dat een kist met bloemen in de tunnel van het museum stond opgesteld. Er zijn woorden die je maar liever niet wil horen. Een mens hoort ook niet bij zijn eigen uitvaart aanwezig te zijn. Ik weet nog goed dat mijn vader na ruim veertig jaar trouwe overheidsdienst afscheid nam bij de PTT. Dat was in 1961, in het Bungehuis achter het Paleis op de Dam. Ik was toen dertien jaar. Er werden lovende woorden gesproken en hij kreeg een horloge met inscriptie, dat nog altijd ergens bij mij in een la ligt. In zijn dankwoord citeerde mijn vader de apostel Paulus: ‘Als ik wil roemen wil ik roemen op mijn zwakheden.’ Ik moest daar nog even aan denken gisteren na al die woorden die zo goed waren bedoeld. Maar ik hield het kort. Bedankt voor de bloemen.