Achte skriuwer,
De Sutelaksje fan de Stichting It Fryske Boek komt der wer aan! Wy noegje jo graach ût foar de offisjele start fan de Sutelaksje mei in skriuwersmiel en oanslutend it jûns-suteljen yn Stiens, op freed 5 septimber 2008. Benammen de skriuwers dêr’t koartby in nij boek fan utkommen is, sjogge wy graach ferskinen om harren eigen produkt te promoaten. Sa’t wy wend binne wolle wy graach op de earste suteldei de skriuwers utnoegje om Fryske boeken te ferkeapjen. Likegoed foar de klanten as de sutelders in tige goede saak om de Fryske skriuwers ek ris ’yn ’t echt’ te sjen. Foar in skriuwer in goeie gelegenheid om kontakt te meitsjen mei it lêzerspublyk en mei kollega-skriuwers. Wy halde der rekken mei troch fan de skriuwers dy’t har opjûn hawwen, ekstra folle boeken by us te hawwen.
Dat het nog eens zover heeft moeten komen. Als Nederlandstalige Friezenmepper word ik als ‘Frysk skriuwer’ uitgenodigd voor de Sutelaksje. Soms denk ik bij mezelf, wat is het leven toch mooi. Als ik maar niet achter een kruiwagen hoef te lopen, maar als ik de brief goed lees, ben ik bang dat het daar wel op neer komt. En toch, zo’n verzoek kan ik natuurlijk niet weigeren. Dit is het summum van de Fryske folklore en ik vind het een groot voorrecht dat ik dat van binnenuit mag meebeleven. Hoewel, ben ik eigenlijk wel een Frysk skriuwer? Ik heb me altijd afgevraagd wat een Fries schrijver eigenlijk is. Moet je dan in het Fries schrijven? Of in Friesland geboren zijn? Of moet je oerpake al Fries gesproken hebben?
Toen een paar jaar geleden een discussie oplaaide over het postmodernisme in de Friese literatuur viel me op dat men daarbij alleen Friestalige Fryske skriuwers op het oog had. Schrijvers als Atte Jongstra, Koos Dalstra en Kees ‘t Hart kwamen in het stuk niet voor. En dat terwijl de eerste twee in Friesland geboren en getogen zijn en de laatste jarenlang in Friesland heeft gewoond en gewerkt. Kees ‘t Hart en Koos Dalstra hebben in het begin van de jaren tachtig nog actie gevoerd tegen het opheffen van de Nederlandstalige variant van ‘Operaesje Fers’. Sindsdien hoor je niemand meer opkomen voor de belangen van Nederlandstalige literatuur in Friesland. Literatuurbevordering is taalbevordering met alle beperkingen van dien.
Dat is een ‘nuvere saak’. Het zou hetzelfde zijn, als de Provincie alleen Friese kunstenaars die Fries schilderen voor ondersteuning in aanmerking nam. Het ‘Friese schilderij’ bestaat niet, maar het ‘Friese boek’ wel. Het Friese boek hoort thuis in een merkwaardige enclave. Bij de stichting ‘It Fryske Boek’ moet ik ook altijd denken aan ‘De Vereniging Ons Genoegen’. Neem alleen al de vormgeving van het het Friese boek. Ondanks een aantal hoopvolle ontwikkelingen in de laatste jaren onderscheidt het uiterlijk van menig Fries boek zich nog vaak door een zekere braafheid. De uitgeverijen durven in Friesland nog altijd weinig experimenten aan als het gaat om het eigentijdse boekontwerp. Het productieproces ligt vaak vast in nogal starre procedures, waarbij vooral gemikt wordt op de risicoloze middelmaat.
Suggesties van nieuwe ontwerpers worden al gauw als te esthetisch en dus elitair terzijde geschoven. Goede vormgeving wordt vaak verbonden met vermeende onverkoopbaarheid, soms uit esthetisch onbegrip of vooroordeel, soms ook om misplaatste praktische redenen. Zo werd de vormgeving van menig Fries boek tot voor kort afgestemd op de eisen van schok- en weerbestendigheid verbonden aan de kruiwagen van de sutelaksje. Dat was wat je noemt ‘it kritearium fan de kroade foar foarmjouwing yn Fryslán’.
Vormgeving kan een probaat middel zijn om je te onderscheiden van anderen en heeft dus alles te maken met identiteit. Als aandacht voor vormgeving ontbreekt is dat meestal ook een teken dat er iets mis is met de kwaliteit van het identiteitsgevoel. Goede vormgeving duidt op zelfbewustheid en een antenne voor actualiteit. Slechte vormgeving staat niet zelden voor een gedateerd bewustzijn of een gebrek aan overtuiging van eigen doelstellingen.
Hoe dan ook, freed 5 septimber doe ik mee aan het ‘jûnsuteljen’ in Stiens en op sneon 18 oktober op de ‘Boekemerk’ in Drachten. Als het dan toch moet, dan wil ik ook alles beleven. Het is wat Wim Sonneveld zei: “Verdulleme, dit leven is waard om geleefd te worden!’