Benoem Dalstar tot stadsperformer !

Van de week kwam mij ter ore dat Koos Dalstra in de race is voor de vacature van stadsperformer van Leeuwarden. Bij deze ondersteun ik van harte zijn kandidatuur. De gemeente Leeuwarden is op zoek naar een jong talent, voor wie deze functie een springplank kan zijn naar andere podia. Dalstra is met zijn 58 jaar geen jong talent te noemen, maar hij is wel ‘eeuwig jong van hart’. Bovendien is hij de grootste performance-kunstenaar die Friesland heeft voortgebracht. In het grensgebied van poëzie en beeldende kunst is hij al decennialang een pionier. Hij heeft de performance als discipline vernieuwd door bruggen te slaan tussen ritueel en taal. Dalstra werd op 18 oktober 1950 geboren op het terrein de vliegbasis in Leeuwarden.

18.10.50

Dat jaar
Die maand
Deze dag
Mocht ik een einde maken aan
Het ongestoord genieten
Van het spel
Van veer met twijg

Dalstar groeide op in Sneek, waar hij op de zolder van zijn ouderlijk huis een miniatuur museum bouwde. Als kind was hij ‘altyd in bytsje rûch’, zoals zijn moeder wel eens vertelde. Vader Dalstra, die als hoofd van de acquistie-afdeling van de Leeuwarder Courant verantwoordelijk was voor de spectaculaire groei van dit dagblad in de tijd van de wederopbouw, verwierf ook bekendheid op het terrein van het Friese amateurtoneel. Hij stierf in het harnas aan een hartaanval, voor het kantoor van de LC op de Noorderweg. Al in 1983 voerde Dalstar in Leeuwarden zijn eerste performance uit die was bedoeld als protest tegen het opheffen van de Nederlandse editie van Operaesje Fers. Voor de goede orde volgt hier een beknopt overzicht van zijn activiteiten en kwaliteiten.

In september 1984 stelde Aiko van Hulsen zijn galerie in Leeuwarden open voor een groep kunstenaars onder wie Koos Dalstra. Het was een historische gebeurtenis, omdat hij als begindatum geldt voor de Maximalen, een groep dichters en kunstenaars die door Koos Dalstra werd opgericht en die tussen 1984 en 1989 furore maakte. De beweging was volgens Pieter Boskma een reactie op ‘het verstarde, ingedutte, hermetisch-academische poëzieklimaat van de jaren tachtig, dat gedomineerd werd door een hele generatie epigonen van Kouwenaar en Faverey, zoals T. van Deel en Wiel Kusters.’ Bij de de eerste presentatie van de Maximalen in Leeuwarden verscheen ook een ‘maximalistisch manifest’ bestaande uit 200 stellingen. Zij hebben niet zozeer een bepaalde stijl gemeen dan wel een bepaald levensgevoel, een ‘tamelijk failliet levensgevoel’. ‘Maximale poëzie’ zo wordt beweerd, ‘is een lat-relatie tussen grimmigheid en koketterie.

Joost Zwagerman formuleerde het als volgt: ‘Maximlisme is de kunst van het grote gebaar, waarbij dan ook alles wordt geannexeerd, hoge en lage kunst, de liefdeslyriek en de pornografie, cocaine en gezondheidscultus, kortom de Tros en de Held.‘ Het maximalisme is oorspronkelijk een term van Koos Dalstra. In een jongste aflevering van De Held liet hij weten  de term ‘maximalisme’ teruggaat op Peter Klashorst, Gerald van der Kaap. Paul Blanca en hemzelf, die het woord in 1984 na een kortstondig interview in New York introduceerden. Klashorst had daar de gewoonte Kaap des ochtends uit zijn bed te bellen en door in het antwoord apparaat te toeteren: “Wakker worden Kaap, het is vandaag een maximale dag!’ Beroemd zijn ook de woorden van Dalstra: ‘Poëzie moet de hel zijn doorgegaan, anders vliegt zij niet de hemel in’.

Bij het afscheid van het modernisme, dat zich in de jaren tachtig voltrok, heeft de schrijver-performer Koos Dalstra en bijzondere rol gespeeld. De ‘Maximalen’ hebben zich radicaal afgezet tegen het formele minimalisme van hun voorgangers, zoals ook veel beeldende kunstenaars in die tijd verzet aantekenden tegen de strakke dogma’s van het modernistische neo-constructivisme van de decennia daarvoor. Koos Dalstra, die zich eind jaren tachtig ‘Dalstar’ ging noemen – geen aardappelras zoals Michaël Zeeman vilein opperde –  publiceerde een aantal dichtbundels, schreef een novelle en voerde sinds begin jaren tachtig een groot aantal performances uit. Meerdere daarvan voerde hij uit in Friesland, waarmee hij altijd een bijzondere band heeft gehouden.

Dalstar schrijft staccato, in korte zinnen, soms cryptisch en raadselachtig, dan weer lyrisch en met brede gebaren. Hij heeft geen stijl, hij speelt met stijlen. In zijn gedichten nemen tekens vaak de plaats in van woorden. ‘Prachtig’ en ‘nacht’, worden consequent gespeld als ‘pr8chtig’ en ‘n8cht’. En de zin ‘Er is geen thee’ wordt ‘R  ≠  T’, een spelling die doet denken aan muziek van hedendaagse rap-groepen. Daarmee was Dalstar in die late jaren tachtig zijn tijd ver vooruit. De taal wordt door hem ingedikt, teruggebracht tot een bewegingsritme. De klank neemt een andere vorm aan, zodat het woord voor het oog eventjes losweekt van zijn feitelijke betekenis. Soms gebruikt hij ook woorden of een opeenvolging van klanken die opeens ook een heel andere betekenis blijken te hebben. Dit soort subtiele verschuivingen tussen vorm en inhoud is misschien wel kenmerkend voor zijn werk. Kortom, Dalstar is bij uitstek een postmodernist, dat wil zeggen: iemand de ironie tot theater verheft, die hokjes doorbreekt, disciplines vermengt, zapt van hoge naar lage cultuur, het podium betreedt en de zuivere literatuur besmet met non-literaire, zoniet exotische elementen.

Tijdens het Frysk Festival in 1995 dat als thema had ‘Salut au monde’ – naar het gelijknamige lange gedicht van Walt Whitman  – ging Dalstra op zoek naar wat hij noemde ‘het poëtisch systeem van Friesland’. Hij selecteerde een aantal locaties die een relatie hadden met persoonlijke herinneringen. Hier werden handelingen uitgevoerd en  teksten voorgedragen en landmetingen verricht. Zo ontstond een zich telkens vernieuwend site-specific ritueel, dat – zoals hij het zelf verwoordde – ‘het culminerend effect moest krijgen van de rondvlucht van een boemerang.’ Vorig jaar opende en sloot de tentoonstelling ‘De Kleur van Friesland’ in het Fries Museum met een performance van Koos Dalstra. Ik hoop dat dit niet zijn laatste optreden in Leeuwarden is geweest. Dalstra zal als stadsperformer Leeuwarden op de kaart kunnen zetten als een stad die nooit meer slaapt. Kies Koos Dalstra. Hij is de Keizer van Friesland !

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)