Sinds de oprichting in 2002 ben ik abonnee van de Moanne, het algemeen-culturele opinieblad van Friesland. Soms schrijf ik er wel eens wat voor. Het is het enige serieuze opinie-podium dat Friesland heeft. Vroeger schreef ik nog wel een wat op de opiniepagina van de Leeuwarder Courant, maar sinds ze bij die rubriek een eindredacteur hebben aangesteld die eigenhandig en zonder overleg in je teksten gaat knippen en veranderen, ben ik daar mee opgehouden. Zo onprofessioneel zijn ze bij de Moanne niet. Je stukken worden altijd in overleg geredigeerd. Waar ik me wel steeds meer aan erger is de oppervlakkigheid van dit opinieblad. Het lijkt of de spanning eruit is. De redactie staat niet meer op scherp. Gisteren viel het nieuwste nummer in de bus. Na een half uurtje lezen en bladeren heb ik het in de krantenbak gegooid. Er was niets wat mij wezenlijk kon boeien. Geen enkele opinie deed de wenkbrauwen fronsen. Ik las alleen maar meninkjes over zaken die er in wezen weinig toe doen. Ik heb niet doorgeleerd voor journalistiek, dus het maken van een tijdschrift is geen tak van sport waar ik echt verstand van heb. Toch zijn er een aantal vuistregels, waaraan een goed opinieblad naar mijn smaak moet voldoen. Die regels worden door de redactie van de Moanne tegenwoordig met voeten getreden.
Regel 1: Kies altijd een spannend hoofdartikel. Er moet iets zijn dat als eerste je aandacht trekt. Dat artikel verdient ook extra ruimte in de opmaak, liefst vooraan en zo niet op royale wijze elders in het blad. In dit nummer is er geen enkel hoofdartikel. Er is ook geen stuk dat ook maar in de buurt komt van die pretentie. Daarvoor is de eerste vereiste een zeker actualiteit. Het lijkt of de artikelen van dit nummer grotendeels ‘doorschuivertjes’ zijn die eerder op de plank waren blijven liggen. Dat kan een keer gebeuren, maar niet teveel. Als zoiets zich dreigt aan te dienen dan moet je als redactie ingrijpen en zonodig zelf in de pen klimmen. De Moanne wekt al een tijdje de indruk een blad te zijn dat vanzelf in elkaar valt door de kopij die er binnenkomt. Er is weinig redactioneel beleid te bespeuren. Je krijgt ook geen idee, waar de redactie zelf eigenlijk voor staat of wat ze zelf echt belangrijk vindt.
Regel 2: Zorg voor prikkelende columns. De columns van de Moanne zijn slaapverwekkend. Ze lijken op een achternamiddag geschreven door iemand die geen wezenlijke betrokkenheid heeft met wat hij schrijft. Columnist zijn is een eer. Dit vak mag je alleen uitoefenen met de hoogste inzet van al je talenten en capaciteiten. Het schrijven van een column moet je dus nooit aan een amateur overlaten. Het hoge woord moet er maar eens uit. De Moanne drijft teveel op amateurisme. Het is leuk dat iedereen in Friesland denkt dat hij of zij een stukje kan schrijven dat een ander dan ook nog leest. Als dat de ambitie is, die je als redactie van een opinieblad in het vaandel voert, dat kun je je columnisten maar beter adviseren om een weblog te beginnen. Daar kun je alle onzin schrijven die in je kop op komt. Het kost niks en een ander hoeft ook niets te betalen. Wat de Moanne doet met zijn columns is pure verspilling van tijd, papier en subsidiegeld.
Regel 3: Neem nooit ‘proza’ of ‘prozafragmenten’ in je blad op. Als je al de neiging heeft om ruimte te bieden aan het moeilijkste literaire genre dat er is, de ‘short short story’, dan moet je zeer selectief zijn in wat je plaatst. Noem het ook nooit ‘proza’. Proza is een soortnaam die niet tot de verbeelding spreekt. Bij dit woord moet ik altijd denken aan Marie Antoinette die niet wist wat proza was, en toen haar de betekenis van dit woord werd duidelijk gemaakt, kirrend uitriep: ‘Ach, maar dan heb ik mijn hele leven lang proza geschreven!’. Het proza en de prozafragmenten in de Moanne zijn slappe intermezzo’s die bovendien veel te royaal zijn opgemaakt. Het is net of je iedere keer een bak vla in gezicht geworpen krijgt. Wie de neiging krijgt om dit nog te lezen moet echt aan een diepe verveling ten prooi zijn gevallen. Ik begrijp ook niet waarom dit allemaal gedrukt moet worden. Misschien omdat het ‘Fries proza’ is. Dat genre schijnt zeldzaam te worden. Er zijn ook steeds minder Friezen die hun hele leven Fries proza schrijven.
Regel 4: Zorg voor kwaliteit. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de schrijfstijl van de kopij, maar ook voor de onderwerpen die je kiest. Om een voorbeeld te noemen, als je aandacht wilt besteden aan beeldende kunst, zorg dan dat het goede kunst is waarover geschreven wordt. Als een algemeen-kultureel opinieblad serieus aandacht gaat ebsteden aan beeldende kunst van tweede garnituur, dan wordt de kar achter e wagen gespannen. Je geeft je lezer de indruk dat de kwaliteit er niet zo toe doet. Over elke kunstenaar kan geschreven worden, als hij maar een Friese pake en beppe heef of lang genoeg in deze contreien gesetteld is. In dit nummer komen twee kunstenaars ter sprake, wiens werk totaal oninteressant is, en waarvan de bespreking ook niet thuishoort in een kwaliteitsblad als de Moanne. De pretentie van ‘algemeen-cultureel’ betekent dat kwaliteitsnormen voor alle kunstdisciplines ook gelijkelijk gehanteerd moeten worden.
Regel 5: Pas op voor stokpaardjes en automatismen. Er zijn auteurs die altijd maar weer over hetzelfde onderwerp willen schrijven Dat kan een keer belangwekkend zijn, twee keer misschien ook nog, maar dan houdt het op. Voor de zevende keer een artikel plaatsen over de problematiek van de gemeentelijke herindeling in deze provincie is dus iets te veel van het goede. Er zijn onderwerpen, die weliswaar aandacht behoeven, maar ook een zekere dosering. Niemand mag ook bij voorbaat de zekerheid hebben dat elk artikel wordt geplaatst. Als eindredacteur moet je streng opereren en niet bang zijn dat auteurs weglopen als je een keer nee tegen ze zegt. Het is so wie so goed om voordurend op zoek te gaan naar nieuwe auteurs. Wie telkens maar weer voor de Moanne schrijft, wordt ongemerkt een beetje gemakzuchtig. De lat komt steeds lager te liggen als de redactie dan niet ingrijpt.
Regel 6: Zorg voor een goede beeldredactie. Dat wil zeggen, werk met goede fotografen en zorg dat foto’s altijd goed worden afgedrukt, zowel wat beeldkwaliteit als wat ruimte betreft. Het beeldmateriaal in de Moanne is zeer wisselend van kwaliteit. Sommige foto’ zijn kennelijk speciaal van dit blad gemaakt, anderen zijn gescand of van kennelijk internet geplukt met alle gevolgen van dien; vaag, vlekkerig, te lage resolutie, contrastloos etcetera. De verhouding tussen en tekst is ook niet in balans. Om maar te zwijgen over de overdaad aan ‘wit’ in dit blad dat slappe grijs van de letters. Het meest pijnlijk echter is de cover. Het komt nog maar zelden voor dat de Moanne een pakkende foto op de cover heeft. Die foto moet impact en actualiteit hebben en bovendien ook nog eens een goede foto zijn. Toen gisteren de Moanne op de mat viel dacht ik even van doen te hebben met het maandblad voor de Zusters van Liefde in Schijndel en hun missiewerk Mozambique. Wat de relevantie is van deze cover voor een Fries algemeen-cultureel opinieblad ontgaat mij ten ene male.
Regel 7: Zorg voor een scherpe eindredactie. Deze regel is misschien wel de gulden regel voor elk opinieblad. Een eindredacteur moet voortdurend op scherp staan. Hij moet overal zijn antennes uitsteken, alert zijn op actuele zaken, auteurs stimuleren en begeleiden, anticiperen op ontwikkelingen, vooruitdenken, zelf kritisch schrijven en het goede voorbeeld geven. Het heeft er alle schijn van dat eindredacteur Ernst Bruinsma niet meer honderd procent op scherp staat, en nu druk ik me nog voorzichtig uit. Een opinieblad maken is niet iets, wat je er eventjes bijdoet als druk bezet man. Het vereist je volledige inzet. Het is ook een dankbare taak die je alleen al om die reden met hart en ziel moet doen. Misschien zit het hart nog wel op de juiste plaats bij de Moanne, maar de ziel gaat er een beetje uit. En dat is jammer, want wat jarenlang heel langzaam is opgebouwd kan soms ook heel snel verdwijnen.