Terug in Rome
Na 43 jaar was ik dan eindelijk terug in Rome. Venetië en Florence heb ik meerdere malen teruggezien, maar Rome nooit meer na dat ene bezoek in het jaar van mijn eindexamen. De herinneringen waren steeds meer gaan verbleken totdat ik alleen nog maar wat foto’s in mijn hoofd had zitten. Ik wist niet eens meer hoe de plattegrond in elkaar zat. Daarvoor moet je lopen en dat kun je in Rome. Urenlang van plein tot plein en van kerk tot kerk. Vorige week zondag was het zowat dertig graden, maar in Rome merk je dat niet.
Vanaf het Colosseum liep het pad langs het Forum Romanum. Daarna over het plein van Michelangelo langs het Capitool op weg naar de Gesú, de eerste barokkerk van de Jezuïeten, waar de hoogmis nog aan de gang was. Toen we binnenkwamen, werd door het koor net het Ave Maria ingezet. Daarna naar het Pantheon langs het olifantje van Bernini. Een muntje werpen in de Trevifontein en dan weer verder naar de Spaanse trappen om te eindigen op het Piazza Navona. Rome is nog altijd dezelfde stad. Dat wil zeggen: ze wordt steeds mooier.
Gisteren ben ik begonnen om de autobiografie van Jung te herlezen. Hij heeft in zijn leven de hele wereld afgereisd, maar is vreemd genoeg nooit in Rome geweest. Toch bleef hij er altijd naar verlangen. Toen hij in 1912 per boot van Genua naar Napels voer, stond hij aan de railing toen hij de breedtegraad van Rome de kust passeerde. Hij schrijft hierover het volgende:
“Daarachter lag Rome! Daar lag de de nog rokende en gloeiende haard der oude culturen, besloten binnen de wortels van de christelijke en westerse middeleeuwen. Daar was de nog levende Oudheid in haar volle heerlijkheid en verdorvenheid. Ik verwonder mij nog altijd over mensen die naar Rome reizen zoals men naar Parijs of naar Londen gaat. Zeker, men kan zowel het een als het ander op esthetische wijze genieten, doch wanneer men door de geest, die hier heeft geheerst, bij elke voetstap tot in het merg wordt getroffen, wanneer hier de resten van een muur, ginds een zuil, mij met een zojuist herkend gelaat aanzien, is dat iets gans anders.’
Mooier kun je het niet zeggen, vind ik. En nog wel door iemand die er nooit is geweest. Toen Jung op hoge leeftijd in 1960 zijn verzuim wilde inhalen, viel hij in onmacht bij het kopen van de reisbiljetten. Een jaar later stierf hij, Rome voor eeuwig achter zich latend.