Geen mens te zien. Het hele strandterras van Hotel Mondial is leeg. Het seizoen was vorige week nog niet begonnen in Lido di Jesolo. Afgelopen zondag zou het pas echt losbranden, zo werd ons verteld. Alle stoelen zullen nu ook wel bezet zijn. Vanavond flaneren de toeristen door de lange smalle winkelstraat die parallel koopt aan het kilometers lange strand. Elk hotel heeft zijn eigen strandstoelen en om de tweehonderd meter loopt een lange pier de branding in. Lido di Jesole ligt op een lang, smal schiereiland aan de lagune. Op de punt van deze landtong, die heel toepasselijk Punta Sabbioni heet, kun je met de boot naar Venetië. Dan zie je de San Marco naderen zoals de hoofdpersoon in de film Death in Venice dat zag met de muziek van Mahler op de achtergrond. Lido di Jesolo heeft veel weg van het echte Lido, maar hier is alles nog betaalbaar. Nog wel, want de tijden veranderen snel. Ik kom hier nu al zowat twintig jaar, maar het toerisme blijft maar groeien. Er verrijzen steeds duurdere hotels en appartementen.
Dit keer zag ik zelfs een splinternieuw complex dat ontworpen is door de beroemde Amerikaanse architect Richard Meier die ook het stadskantoor in Den Haag op zijn naam heeft staan. Over tien jaar is ook dit Lido alleen nog voor de happy few, vrees ik. Maar nu kun hier jezelf nog even verbeelden dat je Thomas Mann bent, uitrustend op het strand, terwijl Venetië door de pest wordt geteisterd. Ik mis natuurlijk het gepommadeerde, zwarte haar dat zo dramatisch kan uitlopen als je sterft in je strandstoel met uitzicht op de eeuwige schoonheid tussen de golven. Er kwamen alleen maar wat Afrikaanse verkopers langs met zonnebrillen an andere nagemaakte merkartikelen. Ook een Filipijnse schone bood massages aan, maar al die betaalbare koopwaar en bereidwillige diensten vonden nog weinig aftrek. Het strand was vooral leeg en de zee ruig. Ik hou van Lido di Jesolo. Je hebt hier alles bij de hand. Zelfs de Telegraaf wordt verkocht in de kiosk om de hoek. Ik lees die krant zelden, maar op vakantie spel ik hem van voor naar achter. Alles is anders in Lido de Jesolo. Je hoeft niks, Misschien is dat wel het geheim.
Ik kwam er voor het eerst in 1990. In dat jaar gingen we voor het eerst met een bus van Paulusma samen met vijftig kunstenaars op weg naar de Biënnale. Dat was een hele onderneming destijds om zelf reisleider te spelen. Ik had het nog nooit gedaan en vond het ook doodeng. Maar de reis werd een doorslaand succes. Vrijwel niemand aan boord was ooit eerder in Venetië geweest. Sommigen waren zelfs voor het eerst in het buitenland. Na afloop schreef Symen Kingma een paginagroot reisverslag in de Leeuwarder Courant. Met die Venetië-reis was een traditie geboren. Nog drie keer zou de bus vertrekken – in 1993, 1995, en in 2001 – en telkens overnachtten we in Lido di Jesolo. Altijd in september of oktober, in het naseizoen, als het rustig was, zo rustig als nu. In 2006 kwam ik er zelf nog een keer terug op weg naar Griekenland. En nu dan voor de vijfde keer. Het beviel zo goed dat we Venetië verder maar voor gezien hebben gelaten. Die oude stad verandert niet zo gauw. Lido di Jesolo wel. Voor je het weet is het voorgoed voorbij.