De Friese jaren van Zeeman

Hij dook vier jaar later ook op bij de stille tocht voor Meindert Tjoelker door Leeuwarden. ,,Jullie hebben hier nu je eigen Diana”, stelde hij vast. Inmiddels was hij een volop Bekende Nederlander en moest ik hem beloven niet in de krant te zetten dat hij hier rondliep. Daarom vertel ik het nu pas.

Aldus Asing Walthaus over Michaël Zeeman op zijn log van gisteren. Deze anekdote brengt mij een andere in herinnering. Het is een verhaal dat ik ooit van Zeeman zelf heb gehoord. Na afloop van de stille tocht voor Meinert Tjoelker belandde Zeeman op het stadhuis, waar door allerlei pommeranten nog volop werd nagepraat, vooral ook over de toespraak van Hayo Apotheker, die alom bewondering had gewekt met zijn vermanende woorden over ‘het doorgeschoten individualisme’. Apotheker moest dan ook van Jan en alleman complimenten in ontvangst nemen. In een zijkamertje trok Puck van Ulzen een fles witte wijn open – plop ! – om vervolgens Zeeman een glas in te schenken, terwijl ze – met haar hoofd wijzend op Apotheker – de historische woorden sprak: ‘Let op mijn woorden, dit wordt zijn doorbraak!’

Zo zullen er nog talloze anekdotes over Zeeman te vertellen zijn en met name over zijn Friese periode. Het is misschien niet kies om er nu al over te beginnen, nu het lijk nog boven de grond staat, maar er moet natuurlijk wel een boek komen over de Friese jaren van Zeeman. Wie gaat dat schrijven? Pieter de Groot heeft toch niets meer te doen, dus dat is een goede kandidaat. Geart de Vries zou het natuurlijk ook kunnen, maar die heeft het voorlopig druk als directeur van het HCL. Ik zelf heb geen ambitie. Ik behoorde ook niet tot de intimi van Zeeman, al zou ik wel een fraai hoofdstuk kunnen vullen over de zogeheten ‘De Tille-affaire’, die ik van dichtbij heb meegemaakt en waarop ik wellicht een nieuw licht zou kunnen werpen.

Toch gaat het mij niet om een sensatieverhaal à la Ton van Dijk destijds met zijn Esquire- dossier, maar om een kroniek van een stuk recente Friese cultuurgeschiedenis. Over het wel een wee van de Friese pommeranten in een tijd dat het postmodernisme ook in deze contreien zijn intrede deed. Ik heb net even gekeken in de catalogus van Tresoar en het viel me op hoe belachelijk weinig materiaal hier van Zeeman aanwezig is. Zelfs zijn eigen boek over zijn Friese periode is hier niet voor handen. Kennelijk wordt hij in Friese kringen nog altijd niet als ‘een Fries’ gezien. Dat was hij ook niet van huis uit, maar zijn belevenissen in de jaren tachtig vormen wel degelijk een Fries verhaal.