Ik heb er een zwaar hoofd in of het wel goed komt met dat plan voor de Europese culturele hoofdstad in 2018. Gisteravond in de arena van het Natuurmuseum werd ik er in ieder geval niet koud op warm van. Nog afgezien van de wijze van presenteren, die erg veel weg had van de Open Stal in Oldeberkoop, was er inhoudelijk weinig nieuws te vernemen. 1.2 miljoen (per jaar tot 2013) wordt vooralsnog aan budget uitgetrokken, waarvan 500.000 regulier geld is voor het Frysk Festival in 2013. Daar redden we het dus nooit mee. Dat geeft ook niet. We doen niet mee om te winnen, maar gewoon vanwege het proces. Alles goed en wel, maar zeg dat dan ook openlijk, dan houden we mekaar niet voor de gek. Dit plan is alleen bedacht om mekaar bezig te houden.
Wat de intenties betreft, daar is niets mis mee. Wat is er tegen om jezelf eens in een ander perspectief te bekijken? Friesland maakt een transitieproces door van stiltegebied naar een dynamische regio met hoge kwaliteit. De Europese ambities moeten het rendement van het cultuurbeleid verbeteren en een bijdrage leveren om de negatieve gevolgen van de demografische ontwikkeling (vergrijzing, braindrain etc.) het hoofd te bieden. Er worden verwachtingen uitgesproken over de heilzame werking van het aantrekken van creatief talent door het stimuleren van de creatieve industrie. Kunst en cultuur worden ingezet als katalysator. En men mikt op de betrokkenheid van de bevolking die in de komende tijd gemobiliseerd gaat worden door een heuse karavaan door de provincie om de Friese identiteit nog eens extra zichtbaar te maken. Met elkaar, met elkaar en met elkaar… dat is de mantra. Ik krijg al weer visioenen van al die Simmer 2000-uitwassen, zoals van luciferhoutjes vervaardigde molens langs de Slachtedyk en dorpsbakens van piepschuim.
In een van de gespreksgroepen gisteravond zat een bestuurslid van Kunsthuis SYB die terecht haar bezorgdheid uitsprak over de gevolgen van deze provinciale ambities voor de kwetsbare voorzieningen die er nu al zijn. De provincie wil de culturele infrastructuur versterken, maar dat betekent vooral investeren in de top, door nieuwe instanties en organen te creëren. Zoiets als een PIER. Nee niet op Ameland, maar in Leeuwarden. Een soort centrale plek voor de bevordering van het productieklimaat, de programmering en de publiciteit. Wie zit daar nu op te wachten? We hebben al genoeg logge instanties hier. En waar waren de kunstenaars trouwens gisteren? Ik zag er een paar. Hanshan Roebers bijvoorbeeld, maar die is lid van Station Fryslân, en ook Marten Winters ( die me in het voorbijgaan nog een olijke stomp in de buik gaf), maar voor de rest waren het vooral witte boorden en culturele New York-gangers. Friesland deed het zo goed in New York, maar als je even doorvraagt, hoor je ook andere geluiden. Dat de New Yorkers het vooral een gezellige boel hebben gevonden op dat eiland, maar nauwelijks begrepen wat die rare Vikingen daar uitspookten.
Wat willen we eigenlijk, daar gaat het om. Je moet ambtenaren geen thema’s laten bedenken. ‘Land en water’, ‘bruisen door cultuur’, ‘vensters open’, ja ja .. maar beurzen dicht. Dit is huilen met de pet op. En als ik het ambtelijke stuk lees, dat iedereen bij de uitgang kreeg uitgereikt (waarom kregen we dat tevoren niet toegestuurd?) slaat de schrik me om het hart. Er wordt vol lof gesproken over het opleuken van windmolens en over de Bakens aan de Afsluitdijk. Er zal een internationale prijsvraag worden uitgeschreven voor een virtuele presentatie, alsof we in Friesland zelf geen talent op dat gebied in huis hebben. Er zal een kwartiermaker worden benoemd met een internationaal netwerk, met andere woorden: dat hebben wij hier in Friesland niet. En dan die Olympiade van Friese sporten en de Solar Chalange Race. Hoe kom je erop?
Na afloop sprak ik nog even met Klaas Sietse Spoelstra, ook zo’n New York-ganger die iets mist in dit soort plannen. Je moet toch eerst weten wat je eigen ziel is als regio voor je een vertaalslag naar de toekomst kan maken. Die ziel heb ik gisteravond niet gezien, gehoord of gevoeld, om over bezieling maar te zwijgen. Ik ben bang dat het beeld binnenkort gaat kantelen. Een valse start is meestal een signaal dat het niet meer goed komt. Dat hebben we elf jaar geleden met Fryslân 500 gezien. Dit soort plannen blijven veel te lang op het Provinciehuis hangen, en als ze er dan mee naar buiten komen, is het niet alleen al veel te laat, maar is de teerling geworpen.