De wet van de graaicultuur
Het is weer hommeles op het Friesland College. Gisteren werd bekend dat staatssecretaris Van Bijsterveldt 690.000 euro terugvordert van deze onderwijsinstelling. De school gaf voormalig bestuursvoorzitter Koops een vertrekpremie van 1,3 miljoen. Die werd betaald met geld dat voor onderwijs was bestemd. Als de ontslagprocedure gevoerd was via de kantonrechter, zou Koops 690.000 euro minder hebben gekregen. Daarom wil Van Bijsterveldt het verschil terug. Ze vordert het van de school en niet van Koops, omdat de raad van toezicht de overeenkomst met hem heeft gesloten.
Klaas Koops is niet de eerste de beste. Hij staat bekend als een als een eigenzinnig onderwijsvernieuwer. Twee jaar geleden won hij de nationale innovatieprijs voor het beroepsonderwijs. Voor zijn verdiensten op dit gebied ontving hij ook een koninklijke onderscheiding. Bovendien is hij van vele markten thuis. Hij schrijft (in het Drents) en schildert dat het een lieve lust is. Kortom een alleskunner en doorbijter. Zo duwde hij ook met harde hand het systeem van ‘nieuwe leren’ bij het Friesland College erdoor, wat hem niet door iedereen in dank werd afgenomen.
Ik kan me nog de reportage herinneren die Omrop Fryslân twee jaar geleden uitzond over dit nieuwe type onderwijs in het MBO. Greetje van der Werf, hoogleraar onderwijskunde in Groningen, had een vernietigend oordeel over de invoering van dit nieuwe leersysteem, en de opnamen, die Omrop Fryslân maakte in het Friesland College, lieten weinig ruimte voor misverstand. Dit was een ramp, dat kon iedereen zien, maar het bestuur wilde het zo, en daarom ging het zo. De top heeft altijd gelijk. Ook als iedereen gelijk is, want dat is nu juist de clou van het nieuwe leren. Docent en leerling staan op hetzelfde niveau.
Ik wil niet beweren dat het ‘nieuwe leren’ per definitie slecht is voor iedereen. Maar op MBO-niveau heeft dit systeem rampzalige gevolgen voor de leerlingen. De zelfstandigheid die van hen wordt vereist kunnen ze nog niet aan. De tijd van klassenroosters en diploma’s is voorbij. Het gaat nu om prestaties, competenties en kerndoelen. Het ‘nieuwe leren’ is vooral een ballon met gebakken-lucht-jargon, waar je in moet geloven, anders werkt het niet. Docenten worden coaches en leerlingen worden ontdekkers van kennis, die ze zomaar van internet kunnen plukken. Maar het ergste is dat docenten de mond wordt gesnoerd. Zij moeten mee in het nieuwe systeem, want anders zwaait er wat. Zo ontstaat er een cultuur van intimidatie en angst, die rampzalig is voor alle betrokkenen. In feite is dit een treffend voorbeeld van wat er mis kan gaan als een topzware topdown-organisiatie niet meer van onderaf door de praktijk gecorrigeerd wordt.
In die zin zijn de misstanden op het Friesland College kenmerkend voor wat er de laatste jaren in vele sectoren van de maatschappij gaande is. Het systeem als geheel loopt spaak. Je ziet het in het onderwijs, in de gezondheidszorg, in de financiële wereld, overal gaat het mis aan de top van het management. In plaats dat er dan adequate maatregelen volgen, komt er een beloning voor het disfunctioneren van de manager of de bestuurder, die voor het fiasco verantwoordelijk is. We leven in een cultuur van bonussen, gouden handdrukken en zelfverrijking. Als de toplaag ten prooi valt aan dit soort verleidingen die het systeem biedt, wat moet je dan nog verwachten van normale mensen die gewoon hun werk doen? Welnu, daar hebben we het volgende op gevonden. Iedereen moet op cursus of in training, zodat we allemaal kleine managers worden. Pakken wat je pakken kunt, dat is de wet van de graaicultuur.