Er komen andere tijden

‘De crisis betekent de definitieve teloorgang van een systeem dat is gebaseerd op hebzucht, onverantwoorde risico’s en perverse beloningen.’  Aldus sprak Wouter Bos nog maar enkele weken geleden. Welnu, dat zullen we dan ook gaan beleven. De vraag is alleen: Moet Barbertje ook hangen? De hoofdschuldigen van het drama met de DSB-bank hebben hun eigen miljoenen allang veilig gesteld of ze zijn inmiddels elders aan het werk gezet om de boel te saneren.

Gisteravond heb ik met verbijstering gekeken naar de discussie bij Pauw en Witteman. Hoe heeft het allemaal zo ver kunnen komen? De graaicultuur is diep ingedaald in de financiële wereld en de politiek heeft er jarenlang gewoon naar staan kijken zonder ook maar iets te doen. Het is zelfs de vraag of er nu echt wat aan gedaan zal worden. Ons maatschappelijk systeem draait op hebzucht. ‘Wat stelt de beroving van een bank voor vergeleken met de oprichting van een bank?’ schreef Bertold Brecht. Zelfs gerenommeerde bestuurders van onbesproken gedrag blijken niet tegen de verleidingen van de hebzucht bestand te zijn.

Twee jaar geleden heb ik me erover verbaasd, dat Gerrit Zalm niet wist wat hij zou gaan doen, nadat hij jarenlang een succesvol minister van financiën was geweest. ‘Ik zie wel wat er op me afkomt,’ zei hij in elk interview. Dick Scheringa kwam op hem af, en Zalm was de eerste financiële goeroe van onbesproken gedrag, die hem openlijk de zegen gaf, terwijl hij als minister nog  gewaarschuwd had voor de bedenkelijke wijze waarop door deze cowboy uit Wognum mensen leningen aan de broek pleegt te smeren. Het toeval wil dat ik er met mijn neus bovenop stond, toen deze prille vrijage tussen Zalm en Scheringa ontstond.

Het gebeurde op 26 maart 2007 in een grote witte partytent, die die dag bij het museum Belvedère was opgetrokken. De hele financiële elite van Nederland was daar aanwezig in verband met de onthulling van een borstbeeld van Wim Duisenberg in Heerenveen. De sfeer was opperbest, wat je noemt ouwe jongens krentenbrood. Scheringa voelde zich in dit gezelschap geheel in zijn nopjes. Eindelijk onder de grote jongens. Geld stinkt niet, zag je hem denken. Iedereen dacht dat trouwens. Alleen jammer dat de Wc’s verstopt raakten, zodat de drollen van de bankiers zomaar boven kwamen drijven. ‘Dat zijn dure drollen,’ dacht ik nog, niet beseffend dat er andere tijden in aantocht waren.