Ik haat verjaardagen

CIMG1116

Gisteren was ik jarig. Niet dat ik er veel aan gedaan heb, want ik haat verjaardagen. Dat is niet is iets van de laatste jaren, maar al heel lang zo. Meestal probeer ik niet thuis te zijn op mijn verjaardag, maar dat lukte niet gisteren, want we waren net weg geweest. Het is ook niet zo dat mensen bij mij de vloer plat lopen op mijn verjaardag, want er zijn maar heel weinig mensen die weten wanneer ik jarig ben. Als je het maar lang genoeg stil houdt, dan sterft je verjaardag vanzelf uit. Totdat je er ook zelf niet meer bent en dan verdwijnt ook je verjaardag voorgoed van de kalender. Gelukkig vieren we alleen geboortedagen en geen sterfdagen. Doodgaan ruimt op. Zo zit de natuur in elkaar. Je moet er niet aan denken dat alles eeuwig blijft voortbestaan.

Maar zolang ik leef, valt mijn verjaardag nooit geheel te ontwijken. Mijn vrouw en kinderen weten het, dus die herinneren me eraan door me te feliciteren. Maar ook mijn zusters weten het en een enkele vriend die me al heel lang kent. Vandaar dat toch altijd weer de telefoon gaat op mijn verjaardag. Vroeger had ik ook daar een hekel aan, maar ik moet zeggen, naarmate ik wat ouder word, ga ik ook daaraan wennen. Hoe ouder je wordt, hoe meer verleden je krijgt. Dat is een eigenaardige compensatie die de natuur zo geregeld heeft. Hoe minder toekomst, hoe meer verleden en des temeer je ook over je eigen verleden te vertellen hebt. De telefoongesprekken op mijn verjaardagen worden dus ook steeds langer. Elk jaar weer komen de raarste herinneringen naar boven.

Gisteren vertelde mijn zus Lucie, die acht jaar ouder is dan ik, dat ik op de kleuterschool wel eens in mijn broek heb gepoept. Ik kan me dat nog goed herinneren, maar aan dat soort dingen wil ik eigenlijk helemaal niet aan herinnerd worden. Zo kon ze wel meer anekdotes vertellen uit de tijd dat ik nog heel klein was. Toevallig ben ik afgelopen zaterdag nog even gaan kijken in de buurt waar ik ben opgegroeid, de Watergraafsmeer in Amsterdam. Zo was ik ook even op het Linneaushof, waar ik op de kleuterschool zat: De Maria Goretti-school. Die is er nog steeds. Maria Goretti, de heilige uit mijn vroege jeugd. Eigenlijk moet je nooit terugkeren naar dit soort plekken van je eerste levensjaren. Alles ziet er anders uit. De wereld is slonziger geworden in zestig jaar tijd. Je wordt er ook niet vrolijk van, eerder melancholiek.

Mijn oudste zus Mariet, die 16 jaar ouder is dan ik, vertelde gisteren over de oorlog die ik zelf niet heb me gemaakt. Ik ben de enige van na de oorlog bij ons thuis. Al mijn vier zusters zijn voor of in de oorlog geboren. Ik was een beetje een nakomertje. Eindelijk een zoon en een stamhouder. Na mij zijn mijn ouders er ook meteen mee opgehouden om kinderen op de wereld te zetten. Dat had ook moeilijk meer gekund, want mijn moeder was 42 en mijn vader 50, toen ik geboren werd. Hoe dan ook, ik heb de oorlog niet meegemaakt en dus ook niet de Hongerwinter in het laatste oorlogsjaar. Al mijn zusters waren toen ondergebracht bij mijn familie in Friesland. Ik niet. Wonderlijk genoeg voelen zij dan ook een diepere verbondenheid met Friesland dan ikzelf, die er nota bene al 32 jaar woon.

Mijn moeder ging destijds niet mee in Friesland. Ze bleef achter bij mijn vader in Amsterdam. De telefoon werkte niet meer dus het enige contact met de kinderen verliep via brieven en ansichtkaarten die af en toe binnenkwamen. Mijn oudste zus Mariet, die toen twaalf jaar was, heeft in die tijd behoorlijk in de rats gezeten, want ze was bang dat ze mijn ouders nooit meer terug zou zien. Op een dag kwam er een brief, waarin mijn vader verslag deed van de stand van zaken die behoorlijk somber was. Hij was bang dat het in Amsterdam net zo zou gaan als in Boedapest. Een groot bombardement zou aan alles een einde maken. Eerlijk gezegd heb ik nooit geweten, dat Boedapest in de oorlog gebombardeerd is. Maar het schijnt dat de geallieerden daarmee dreigden en het ook daadwerkelijk deden in de zomer van 1944. Zover is het gelukkig in Amsterdam nooit gekomen. Ook de Hongerwinter ging voorbij. Het werd weer voorjaar en de Bevrijding kwam er aan. Twee jaar later werd ik geboren. Zulke dingen hoor je alleen op verjaardagen. En toch, voor mij hoeft het niet.