Kneppelfreed, de dei sels is my doedestiids wat ûntkommen. Ik moat sizze, dat ik doe ek noch net sa Frysksinnich wie. Mar letter yn myn trouwen bin ik oer de Fryske drompel stapt. Doe gong it oan. Suver Roomser as de paus. Nee ik gong net nei de FNP. O heden nee. Nee-nee de reade flagge bleau myn politike ideaal. En dat hie neat mei de taal út te stean. Frysk hie neat mei polityk te krijen. Ik waard in beweger. Frysktalige plaknammebuorden. Praat mar Frysk. Dat wie my te guodlik. Ik bin in man fan Frysk blinder! Ik joech kursussen by de AFÛK. Fries voor niet-Friezen. Ik hie de notabelen yn ‘e skoalbanken. Koe ’k har ek ris te plak sette. Der is in skoalmaster oan my ferlern gien.
Adus een acteur van Tryater bij de herdenking van 50 jaar Kneppelfreed op 16 november 2001 in het Paleis van Justitie in Leeuwarden. Hij speelde de rol van een oude Friese Beweger die de tijd van Fedde Schurer nog mee had gemaakt. Ik was er bij die middag. Sterker nog, je kunt me met een vergrootglas op de foto zien. Ik zit helemaal links met mijn rug tegen het zwarte gordijn aan de muur, de derde figuur van links af. Ik zat destijds in de begeleidende werkgroep voor een monument op het Zaailand ter nagedachtenis van Kneppelfreed. Voor dat monument heeft Ids Willemsma nog een aantal ontwerpen gemaakt. Allemaal tevergeefs, want heet gemeentebestuur zag er geen heil in. Eerst door tegenwerking van de toenmalige ambtenaar Stina van der Ploeg en later door nieuwe ontwikkelingen rond het project Nieuw-Zaailand dat door het legaat van Abe Bonnema opeens de wind in de zeilen kreeg. Maar dat is een ander verhaal.
Het was en mooie middag die 16de november 2001, met een rij vooraanstaande sprekers. Zelfs de staatssecretaris gaf acte de présence, en dat alles onder leiding van Frou Liemburg die als de beschermvrouwe van de nagedachtenis van Fedde Schurer de ceremonie in goede banen leidde. Er werd uitvoerige gememoreerd wat er in die vijftig jaar allemaal was bereikt, niet alleen wat betreft het Fries in het rechtelijk verkeer, maar ook in het onderwijs. De grootste aandacht ging echter naar de bestuurlijke erkenning van het Fries en de wenkende Europese perspectieven. Het waren wat je noemt de hoogtijdagen van het Friese triomfantalisme. Dat is een fase in het emancipatieproces die elke zuil doormaakt en dus ook het Fries als superzuil inmiddels heeft doorlopen. Dat Fries triomfantalisme begint vandaag de dag wat af te brokkelen. Als de overwinning nabij is, valt de basis uiteen. Dat hebben de katholieken meegemaakt in de jaren zestig. Dat maakt de Friese beweging door in deze tijd. Opkomst, bloei en verval, zo gaat het ook in de natuur.
Volgend jaar is het zestig jaar geleden dat Kneppelfreed plaatsvond. Steven de Jong is al bezig met de herdenkingsfilm, zo heb ik me laten vertellen. Kneppelfreed moet je beleven! Vooral die ene scène, dat Fedde Schurer op de schouders wordt gehesen en vervolgens door de ruit van een notariskantoor kukelt, heeft nu al de volle aandacht van de regisseur. De paar druppels bloed, die er toen zijn gevloeid, zullen in de film worden uitvergroot tot een slagaderlijke bloeding. Anne Wadman staat de huilen als een kind. De hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant Jan Piebenga weet van niks en loopt van zijn kantoor aan de Voorstreek naar het station zonder iets van de ongeregeldheden op het Zaailand te merken. Ronkende motoren zorgen voor de dramatiek. De waterslang maakt het geheel tot een prachtig waterballet. Maar de glansrol is natuurlijk voor de rechter weggelegd. Dat is een schurk van het onzuiverste water die begiftigd is met een naam die geen scenarioschrijver had kunnen bedenken: Hollander. De rechter van Kneppelfreed heette Hollander! De recensenten zullen het Steven de Jong natuurlijk zeer kwalijk nemen, dat hij zoiets mals kon doen. Maar het was echt zo! De werkelijkheid is altijd nog sensationeler, dan welke relnicht dan ook kan verzinnen.
En op die 16de november 2011 zal er wederom een herdenkingsbijeenkomst zijn in het Paleis van Justitie. Ik weet niet of ik er dan weer bij zal zijn. Ik vrees van niet. Frou Liemburg zal zeker weer als ceremoniemester optreden, ook al heeft zij na al die jaren ‘verder schuren’ nog altijd niet haar dissertatie over Fedde Schurer gereed. Ik maak me sterk, dat ook professor Goffe Jensma dan het woord zal voeren. Hij zal wederom wijzen op al het moois wat sinds 1951 is bereikt. De aanvaarde Kamermoties, de bestuurlijke convenanten, het monnikenwerk van mevrouw De Graaff-Nauta… prachtig, prachtig. Maar toch, wat is er in hemelsnaam misgegaan in de laatste tien jaar? De overmatige aandacht voor de bestuurlijke erkenning en de versterking van de geëigende Friese instituties ten dienste van de verschillende facetten van de Friese taal en cultuur hebben niet kunnen voorkomen dat het Fries een wegkwijnende taal is geworden. En als alle wapenfeiten wederom de revue hebben gepasseerd, zal het stil worden in de zaal. Mousstil. Wat ging er mis? Hoe hebben wij deze gewonnen slag toch nog kunnen verliezen? De instituten bloeien als nooit tevoren, maar de Friese taal sterft uit. En dan zal weer die oude acteur van Tryater het podium betreden om nog éénmaal zijn act op te voeren over het wonderlijk drama van de Friese beweging die roomser werd dan de paus.
Kneppelfreed, de dei sels is my doedestiids wat ûntkommen. Ik moat sizze, dat ik doe ek noch net sa Frysksinnich wie. Mar letter yn myn trouwen bin ik oer de Fryske drompel stapt. Doe gong it oan. Suver Roomser as de paus. Nee ik gong net nei de FNP. O heden nee. Nee-nee de reade flagge bleau myn politike ideaal. En dat hie neat mei de taal út te stean. Frysk hie neat mei polityk te krijen. Ik waard in beweger. Frysktalige plaknammebuorden. Praat mar Frysk. Dat wie my te guodlik. Ik bin in man fan Frysk blinder! Ik joech kursussen by de AFÛK. Fries voor niet-Friezen. Ik hie de notabelen yn ‘e skoalbanken. Koe ’k har ek ris te plak sette. Der is in skoalmaster oan my ferlern gien.