Poem Power met Gerard Reve

‘Na de korte gedichten vol weemoedige notities van Jan J. Bijlsma kwam ‘koninklijk volksschrijver’ Gerard Reve onder gejuich op in de hand een city-bag vol fotokopieën van zijn handgeschreven gedichten. Na een ‘mop’ over de Friese douane droeg hij drie coupletten voor uit een oude lofzang van Theun de Vries op Stalin, zoals Reve zei om te laten zien dat hij niet 
altijd alleen voor zichzelf reclame maakte. In hoog tempo werkte hij zich 
vervolgens door een reeks nieuwe ge
dichten heen, waarvan hij de afdruk
ken steeds de zaal in wierp – of aan 
een persoon van zijn keuze aanreikte. 
Er was dit jaar nog maar één boek 
uitgekomen, waar wat in stond, betoog 
de hij tenslotte. In  ‘Lieve jongens’ werd tenminste gesproken van God, 
Liefde en Dood: “Ik heb het rijk alleen. 
Of moet ik zeggen: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld?” Een ovatie en 
een zelf meegebracht bloemstuk be
geleidden hem terug naar de foyer.’

Aldus schreef de recensent van de Leeuwarder Courant op 17 maart 1973. Aanleiding was de viering van het eerste lustrum van Operaesje Fers in de Harmonie in Leeuwarden. Poem Power heette het. Een keur van dichters van binnen en buiten Friesland was uitgenodigd. Zo gaven de Friese dichters J. Bylsma, Meindert Bylsma, Joop Boomsma, Steven  de Jong, Daniel Daen (G. Willem Abma), Tiny Mulder, R. R. van der Leest, Benne Lutger Boonstra acte de présence, maar ook Cees Buddingh, Remco Campert, Wim Hazeu, Rutger Kopland, Theun de Vries en Willem Wilmink. Gerard Reve was ook uitgenodigd, maar lange tijd was het onzeker of hij zou komen. De organisatoren van de avond – Pieter de Groot en Pier Boorsma – hielden de spanning erin. Maar enige dagen tevoren kon het heuglijk nieuws worden gemeld. De volksschrijver had een briefkaart gestuurd, waarvan de tekst letterlijk in de krant werd afgedrukt:

Weert 13 maart 1973. Alsnog voortijdig uit mijn ballingschap op mijn Geheime Landgoed teruggekeerd, zoude ik deel kunnen nemen met 7 nieuwe korte verzen. Gaarne als laatste voor de pauze. Getekend: Gerard Reve (koninklijk volksschrijver).

De Friese popformaties Warehouse en De Sissies alsook Joop Verbeke zorgden voor de muzikale omlijsting van een gebeuren dat nog tot in de kleine uurtjes doorging. Maar Gerard Reve stal de show, vooral ook doordat hij zijn gedichten de zaal in wierp, waardoor zij niet op de veiling kwamen, die door Tjitte Piebenga werd geleid. Overigens hadden Pieter de Groot en Pier Boorsma al enige ervaring opgedaan met Reve, want zij organiseerden ook de befaamde poëzieavond in de Harmonie op 7 oktober 1967, waar Reve een schop uitdeelde aan de ’ongebakken deegsliert’ Simon Vinkenoog, die voor die avond maar liefst vierhonderd gulden honorarium incasseerde. De Friese dichters kregen maar 25 gulden in tegenstelling tot de Nederlandse dichters die vier keer zoveel kregen. Een en ander vermeldt Frans Peeters in zijn boek De vuisten van Gerard Reve, het gekwelde leven van een gewelddadig alcoholist (2007), waarin de auteur alle vechtpartijen van de volksschrijver nog eens de revue laat passeren.

Maar dat lag in 1973 al weer ver achter de horizon. Misschien waren het wel nostalgische overwegingen geweest die Reve alsnog deden besluiten om naar Leeuwarden af te reizen. Hij was in die tijd smoorverliefd op Ernst-Jan Engels, de zoon van een puissant rijke bankier. Misschien zat Ernst-Jan wel in de zaal, wie weet. Misschien staat hij wel op de foto (zie boven), die Piter Doele van dit gebeuren heeft gemaakt. Maar als hij er was zal hij wel tussen de coulissen hebben gestaan, wachtend tot de grote meester klaar was met zijn act, om na de geruisloos samen te vertrekken, terug naar Amsterdam. Ernst-Jan Engels was aspirant-beeldend kunstenaar en had een atelier in een gebouw aan de Tweede Nassaustraat nummer 8  in Amsterdam, hij speelde de hoofdrol in Reves boek Ik had hem lief (1975).

Gerard Reve begint zo ondertussen al behoorlijk in mijn hoofd te vervagen. Ruim een jaar lang heeft hij in dat hoofd gewoond. Je zou haast kunnen zeggen: ik ging met hem naar bed en stond met hem op. Maar nu wordt hij weer gewoon een schrijver, net als alle andere. Mijn boek bestaat, maar tegelijk ook niet. Ik voel me steeds meer verwant met Ton van Riemsdijk die tijdens de Boekenweek zijn Brieven aan Reve in eigen beheer bij de plaatselijke boekenwinkel probeert te slijten. Maar wat zeur ik ook, het Nederlands is slechts een klein taalgebied, om over het Fries maar te zwijgen. Poem Power met Gerard Reve! Aan mijn reet met die boycot! Reve, it sil heve! We gaan naar Boeke-BOLsert …

zie en luister

UPDATE 9.04 am:

De vermaarde Friese kunstenaar Fred van der Wal werd afgelopen zondag geïnterviewd in het programma K-rûte van Omrop Fryslân. De man, die op zijn weblog altijd zoveel pijlen op zijn boog heeft, stond opeens met zijn mond vol tanden en liet zich door zijn vrouw volledig de kaas van het brood eten. Ook de piepjonge interviewer – die overigens van toeten noch blazen wist en Van der Wal in de stijl van Frans Bromet aan te tand voelde – wist weinig zinnigs aan de haag zijner tanden te ontfutselen. In december 2008 reageerde Fred van der Wal op mijn log met enkele herinneringen aan Ernst-Jan Engels uit de tijd dat zij samen een atelier hadden in de Tweede Nassaustraat in Amsterdam. Hij schreef toen onder meer het volgende:

Ik heb al eens eerder in je reactieruimte over Ernst-Jan Engels summier iets gezegd en dat zou je kunnen na lezen; inderdaad moet dat 1973 -1975 geweest zijn hetgeen zich met van het Reve afspeelde. Ik heb mij in een vorige reactie in de datum vergist.  Ik bemoeide me in het ateliergebouw met niemand dus ik weet er verder weinig van af. De enige keer dat ik hem gesproken had vertelde hij dat hij eerste jaars psychologie student aan de UVA was en ik nam het voor kennisgeving aan. Ook het feest ter ere van de verloving tussen Ernst Jan en van het Reve ben ik niet geweest als enige kunst artiest uit het gebouw omdat ik walgde van de in Amsterdamse los geslagen kliek. Ook in die jaren had ik weinig affiniteit met onbenullige tiepes als voornoemde Ernst Jan. Mijn herinneringen aan het ateliergebouw Tweede Nassaustraat 8 van 1972-1979 heb ik nog in de pipeline zitten. Het gekkenhuis aan de Nassaustraat zal het wel gaan heten want er heft zich het één en ander afgespeeld; een moord, overspel, een schietpartij, vernielingen, diefstal en inbraak, het schijnt te horen bij het artistieke half gedrogeerde tuig waar ik altijd ruim afstand van heb genomen.

Als kunstenaar beschouw ik hem als volkomen talentloos, één van de vele, slappe stukken maatschappelijk drijfhout die naar de geest van de tijd van de zeventiger jaren mee konden drijven in het gemakzuchtige subsidie circuit. (..) Eénmalig verscheen van het Reve gearmd met Ernst Jan Engels in het ge bouw aan de Tweede Nassaustaat en rond 1977 is het “verlovingsfeest” tussen de schrijver en Ernst Jan gevierd met een feest in   het atelier complex aan de tweede Nassau straat waar de Amsterdamse modieuze intellectuele fine fleur van die tijd voor was uitgenodigd, o.a. kunst verzamelaar Orlow en zijn aangenaam ogende gade. Onder haar dure bontmantel was zij zo als vaker geheel naakt. Ik heb de uitnodiging voor het feest als Lone Wolf indertijd als enige kunstenaar uit het atelier complex afgeslagen en ging ter controle wel ’s avonds om een uur of elf nog even naar mijn atelier kijken of er niet ingebroken was. We kennen onze artistieke pappenheimers langzamerhand. (..)

Rond 1981 na de door Ernst-Jan Engels en zijn vriendje Teigetje gestichte brand is de ‘kunstenaar’ opgenomen in een inrichting na gevulde flessen sherry uit het raam te hebben gegooid naar buurtbewoners die niets vermoedend in hun tuin zaten te zonnen. Anonieme daders van balkons hebben daar op de ruiten van de ateliers beschoten. In mijn raam zaten 8 kogelgaten. Ik belde de politie aan het Marnixplantsoen. Zij weigerden te komen en hadden pas interesse als de atelier gebruikers elkaar hadden uitgemoord deelden zij minzaam mee. (..) De exacte datum van het “verlovingsfeest” van Gerard Reve en Ernst Jan Engels was 31 aug. 1974. Orlow was daar ook aanwezig en wat mee lopertjes uit de artistieke onderbuik van Amsterdam. Ik stoorde mij buitengewoon aan de invitatie kaart van Ernst jan Engels waar iedereen werd opgeroepen om met een schone onderbroek aan te komen. Zulke proleten praatjes zijn wellicht passend in de benauwende sien rond Reve c.s. maar ik pas daar voor om zo te worden geïnviteerd. Ik ben de enige kunstenaar uit de ateliers die niet op het feest is verschenen. Een aanbeveling dunkt mij.