De zaligverklaring van Reve
het was smoordruk gisteren bij de opening in Tresoar van de tentoonstelling Huize Het Gras, een literaire pelgrimage naar Greonterp. Bert Looper benadrukte in zijn openingswoord nog eens het belang van de rijke collectie aan reviana die Willem Bruno van Albada en Hendrik Lambertus van Manen (Teigetje en Woelrat) in de jaren dat zij met Reve samenwoonden bijeen hebben vergaard. Die collectie bevat onder meer duizenden foto’s, waarvan op de tentoonstelling en in het boek nog maar een fractie is te zien. Teigetje en Woelrat bezitten ook nog talloze ongepubliceerde brieven van Reve, zo liet Teigetje in zijn toespraak weten. Wat dat betreft staat ons wellicht nog heel wat te wachten. Eind dit jaar verschijnt er een tweede boek met foto’s en teksten, niet alleen van de Friese periode, maar ook uit Amsterdam, Veenendaal, IJmuiden en Weert. Tot 1973 heette Gerard Reve nog gewoon Gerard Kornelis van het Reve. Dat is ook de Van het Reve die Teigetje en Woelrat hebben gekend. Daarna is hij volgens hen getransformeerd in een ander persoon. ‘Soms denk ik weleens’, zei Teigetje,’ dat Gerald Reve de aan lager wal geraakte broer van Gerard Kornelis was, over wie hij wel eens schreef.
Teigetje en Woelrat waren zo te zien behoorlijk onder de indruk van het gebeuren. Ik heb hen nog heel even gesproken en het was verrassend om te vernemen dat ze me nog kenden van drie jaar geleden, toen ik hen ook vluchtig heb ontmoet. Marijke kon het niet laten om een prachtige, door hen ontworpen sjaal met net opschrift Huize Het Gras te kopen. Hij zat verpakt een doos waar ook het boek in past (zie foto boven). Op de tentoonstelling zijn ook sjaals met teksten uit Nader tot U te koop. Een kunstzinnige vorm van Reve-merchandising die bij de liefhebber zeker in de smaak zal vallen: souvenirs d’un pelgrimage. Het wachten is nu op de Reve-kaarsen met dichtregels die langzaam opbranden. De slotregel van het gedicht Graf te Blauwhuis leent zich daar uitstekend toe: ‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’ Zo’n tekst hoort als een nachtkaars uit te gaan. Daar zou ook Reve vrede mee hebben, denk ik zo.
In zijn toespraak refereerde Teigetje nog even aan de talloze brieven die Reve aan anderen schreef. Vooral na zijn televisieoptreden in de Allerheiligste Hart-kerk kreeg hij veel fanmail van mensen die hem om raad vroegen voor allerlei kwesties en kwalen. Al die brieven werden door Teigetje gefotografeerd, zodat de tekst bewaard is gebleven. Zo las hij een brief voor die gericht was aan een mevrouw die leed aan ‘een ziekte van de ziel’, een kwaal die volgens Reve heel goed te genezen zou zijn, mits er geen defect aan het zenuwstelsel aan ten grondslag lag. Reve adviseerde haar een bedevaart te maken naar het Belgische genadeoord Banneux, niet om de Heilige Maagd om genezing te vragen, maar vooral om het eigen lijden te aanvaarden. Pas dan zou – op voorspraak van Maria – eventueel verlichting van het lijden ontvangen kunnen worden. Ook zou ze twee kaarsen moeten opsteken. Reve stuurde alvast een bidprentje mee, dat hij graag retour ontving. De droogkomische toon van deze typisch reviaanse brief deed naar meer van dit soort juweeltjes verlangen. Zelf ben ik ooit één keer in Banneux geweest. Dat was samen met mijn ouders in 1960. Dit jaar een halve eeuw geleden dus.
Ook memoreerde Teigetje nog even tussen neus en lippen het feit dat Reve altijd en overal gewoon ter communie is gegaan. In het licht van de recente gebeurtenissen in Den Bosch is dat opeens een opmerkelijk feit. Het lijkt erop dat de katholieke Kerk zichzelf de laatste tijd terugwerpt in de periode van voor de oorlog. Alsof de jaren zestig nooit hebben plaatsgevonden. Ook de recente massale onthullingen over kindermisbruik op internaten werpen een schril licht op het vermolmde karakter van de rooms-katholieke Kerk. Seks kruipt waar ze niet gaan kan onder rokken van paters en priesters, terwijl het praktiseren van homoseksualiteit wederom als een doodzonde wordt gedemoniseerd. Alleen al om die reden zou Paus Benedictus XVI er goed aan doen een procedure op te starten om Gerard Kornelis van het Reve zalig te verklaren. Het zou een statement zijn van het Vaticaan in deze tijd vol verwarring en verbijstering. Un balzo avanti, een sprong voorwaarts, zoals Paus Johannes XXIII dat noemde aan de vooravond van het Tweede Vaticaans Concilie. Maar die tijd ligt inmiddels ver achter de horizon. Het was de tijd toen Gerard Kornelis van het Reve katholiek werd, in Greonterp woonde en het gedicht Boetpsalm schreef dat tegenwoordig op een steen aan de voet van de Oldehove te lezen is:
Vol alcohol, zwaarmoedigheid
En eerbied voor de Maagd,
Woon ik in Friesland.
Niet mijn, Uw wil geschiede.