Wat is er toch met de Nederlandse man aan de hand? Wouter Bos en Camiel Eurlings verlaten de politiek, de een om meer de tijd te hebben voor zijn kinderen, de ander om een gezin te stichten nu het nog kan. Het moet niet gekker worden. Nog even en er is geen man meer die nog premier wil worden. Alleen zestigers willen dat nog, zoals Job Cohen. Of een geschifte radicaal zoals Geert Wilders. In de Volkskrant van vandaag word gesproken van een feministische golf. Bos en Eurlings zouden trendsetters zijn. De feminisering van de Nederlandse man is in de politiek begonnen. Voortaan zullen vrouwen van carrière-mannen hun eisen gaan stellen. Wat Wouter en Camiel kunnen, dat kun jij ook. Even een tandje minder dus en zorgen dat je op tijd thuis bent vanavond. Ook zou de stap van Bos en Eurlings passen in een eigentijds beeld van identiteit. Politicus ben je niet meer voor je leven. Niets ben je meer voor je leven. Identiteit word vloeibaar. Je kunt zappen van de ene naar de ander rol. Maar waar blijft de echte man op heden? Waar is de tijd, zoals Archie Bunker zong.. ‘when boys were boys en girls were girls. ‘
Volgens mij is de trend al langer aan de gang. Bij het EK-voetbal in 2008 speelde het Nederlands elftal aanvankelijk de sterren van de hemel. Wereldkampioen Italië werd al in de eerste wedstrijd van de mat geveegd en daarna werd ook Frankrijk moeiteloos opgerold. De spelers van het Nederlands elftal baarden internationaal nog meer opzien door hun gedrag na de wedstrijd. Ze droegen hun kinderen het veld op! Ook toen dacht ik bij mezelf, dit moet niet gekker worden. Zoiets hoort niet bij voetbal. Cruijff, Krol, Suurbier en Van Hanegem hadden dat nooit gedaan. Dat waren mannen van stavast. Die gingen na afloop van een gewonnen wedstrijd met naakte vrouwen rollebollen in het zwembad. Niks geen soft gedoe dus. Voetballen en keetschoppen na afloop. Zo hoort dat bij een echte mannensport. Zo hoort dat ook in de politiek. Dat is geen bedrijf voor doetjes. ‘Ach mevrouw, ga lekker naar huis. Koken. Da’s veel beter,’ zei Pim Fortuyn tegen NOS-verslaggeefster Wouke van Scherrenburg. Zo willen Nederlanders dat horen. Mannen zijn mannen en vrouwen zijn vrouwen.
Trouwens, met dat kinderlievende Nederlands elftal is het ook niet goed afgelopen. Dat kwam vooral omdat bondscoach veel te soft had gereageerd op een tragisch sterfgeval in het gezin van een van de Oranjespelers. Sabia, de vrouw van Boulahrouz was zwanger en werd tijdens het EK met spoed opgenomen in een ziekenhuis in Lausanne. Hun dochtertje Anissa was drie maanden te vroeg geboren. Kort na de geboorte overleed het kind. Boulahrouz bleef bij de selectie en speelde mee in de wedstrijd tegen Rusland, die door Nederland prompt verloren werd. Van Basten had streng moeten zijn en Boularouzh naar huis moeten sturen.
In feite handelde hij uit mededogen, waar door het hele elftal van slag raakte. Iedereen wilde winnen voor Boulahrouz, maar was met de kop niet meer echt bij de wedstrijd. Dat krijg in zo’n cultuur waar het kind en het gezin voorop staan. Gisteren suggereerde Clairy Polak in Nova dat het kabinet Balkenende gevallen was, omdat Bos op een beslissend moment thuis wilde zijn voor de verjaardag van een van zijn kinderen. Daarom had hij cruciale informatie over Uruzgan gemist. Bos ontkende in alle toonaarden, maar voor de goede verstaander was het wel duidelijk. Zo kan het niet langer. Het is het één of het ander. Het gezin of de politiek. Voetballen of het gezin. Zo word je geen wereldkampioen en ook geen minister-president.
Al deze fenomenen zijn volgens mij terug te voeren op een dieper liggende tendens. Het is niet zozeer de feminisering van de man die zich doorzet op de laatste golven van de vrouwenemancipatie, maar het steeds verder afbrokkelen van het publieke belang. Het is niet meer vanzelfsprekend dat je als man alles inzet op de publieke zaak. Het privéleven wordt steeds belangrijker, omdat de idealen in het publieke domein vager en onbestemder worden. Ook de identificatie met een nationale identiteit wordt steeds losser. Er is geen overkoepelend identificatie-model meer voor je eigen identiteit. Er is geen collectief ideaal, ook geen politiek ideaal. Daardoor wordt het privédomein steeds belangrijker. Politicus wordt een beroep als alle andere. Je bent niet langer socialist, liberaal of christendemocraat. Nee, je bent gewoon politicus met eigen opvattinkjes en ideetjes die primair moeten stroken met de economische grondwetten van het maatschappelijke systeem.
Eigenlijk is deze trend al met Hans van Mierlo begonnen. De teloorgang van de ideologieën is in de jaren zestig ingezet. Dat proces heeft inmiddels ruim vier decennia voortgewoekerd zodat tegenwoordig haast niemand meer weet waarop hij nog moet stemmen. De zwevende kiezer is een product van de ontideologisering van de politiek. D’66 was niet de partij van de wedergeboorte van de democratie, maar van het verval van de democratie. Echte democratie is alleen mogelijk als er duidelijke keuzes en duidelijke rolmodellen voorhanden zijn. Die keuzes zijn er steeds minder om over de rolmodellen maar te zwijgen. Het gaat tegenwoordig om de persoon en niet om het ideologie. Waar doe je het dan nog voor? Dan kun je beter thuisblijven voor de kinderen. Bos en Eurlings zijn trendsetters in het verval van de democratie. Ze kiezen voor hun kinderen en nemen de vaderrol weer op zich die de babyboomers veronachtzaamd hebben. Maar het is de vraag of de kinderen die nu opgroeien op dit soort vaders zitten te wachten. Hun gemis aan leiderschap wordt alleen maar groter, ook al proberen de vaders weer vader te worden.