Ik kijk doorgaans niet zoveel tv, en als ik kijk is het meestal na tien uur, maar deze zomer ben ik verslingerd geraakt aan Gooische Vrouwen. Misschien komt het wel door het onvervalste Amsterdamse accent, dat bij mij vel herkenning oproept. Hoe dan ook, elke avond om half elf nestel ik mij op de bank en dan is het genieten geblazen. Wat een drama! De eerste serie had ik gemist, maar nu kom ik volledig aan mijn trekken. Ik weet nu alles van Cheryl, Claire, Anouk en Roelien. Maar mijn absolute topper is natuurlijk Dokter Rossi. Zo’n psychiater had ik ook wel willen hebben. Wat een schat van een man! Wat ik ook mooi aan deze serie vind is het voorspelbare. Alles wordt al van tevoren en aangekondigd en toch – of misschien wel daarom – is het spannend. Het is alsof telkens weer een verhaal wordt verteld dat je al kent. De serie is dan ook gemaakt volgens de ijzeren wetten van het drama. ‘Als in het eerste bedrijf een geweer wordt getoond, dan moet in het derde bedrijf een schot vallen.’ Ik weet niet meer wie dat ooit heeft gezegd, ik dacht de schrijver Toergenjev. Prachtig is ook de rol van Tipi Wan. Wat een loeder! Je ziet al ver van te voren aankomen als ze weer wat in het schild voert, en toch schrik je je steeds weer rot. Huiveringwekkend, ik kan niet anders zeggen. Ook de muziek is heel mooi. Veel ‘gouwe ouwe’ uit de jaren zestig en zeventig die het gebeuren een heel herkenbaar reliëf geven. Het lijkt wel voortdurend Wintertijd, maar dan zonder dat vervelende geouwehoer van Harry de Winter. Kortom, met Gooische Vrouwen kom ik de zomer wel door. Maar helaas, het einde is in zicht.