Aardige jongens
Het was weer eens een gezellige drukte gisteren bij de opening in Museum Belvédère. IDS WILLEMSMA stak zijn kunstwerk Myn nêst in de brand. Iedereen stond erbij en keek ernaar als een wonder, boven wonder. Het ging bij IDS trouwens niet vanzelf. ’s Ochtends belde hij me nog, dat hij zich hondsberoerd voelde. Deze rituele verbranding betekende veel voor hem. Het was een soort afscheid van zijn jeugd en zijn ouderlijk huis, van de plek en omgeving waar hij is opgegroeid. Het gebeuren had ook alles te maken met de teloorgang van het Friese landschap, dat volgens IDS te lijden heeft door de kaalslag van eentonige landbouw en bio-industrie. ‘Beroerd landschap’ is ook de titel van de tentoonstelling die ik mocht openen.
Tout le monde was er, teveel om op te noemen. Zelfs KEES ’T HART en EUF LINDEBOOM waren helemaal uit Den Haag gekomen. Ach, Kees, hij is een aardige jongen. We kunnen het nog altijd goed met elkaar vinden. Ooit heb ik op opiniepagina van de Leeuwarder Courant KEES ervan beticht, dat hij medeschuldig was geweest aan de vernieling van het schilderij Birkenau I van Ronald Ophuis, dat KEES eerder in diezelfde krant als ‘rattenkunst’ had bestempeld. Moet kunnen. KEES kan wel tegen een stootje. Later bij zijn feestelijk afscheid in Schouwburg De Harmonie schreef ik voor de speciaal door zijn fans uitgegeven krant een artikel onder de titel: ‘VAARWEL, JIJ VUILE MOEDERNEUKER!’ No problem. Nogmaals, KEES is een aardige jongen.
Toen HAN STEENBRUGGEN mij introduceerde voor mijn openingstoespraak, noemde hij mij onder meer ‘een fel polemist met een scherpe pen, die ook wel eens te ver kan gaan’. Hoezo te ver gaan? Hoe komt die jongen daarbij? Ik weet altijd precies hoever ik te ver kan gaan. Ach ja, er is wel eens een teergevoelige Friese dichter die mij een advocaat op mijn dak stuurt, als ik ten onrechte beweerd heb, dat hij de Gysbert Japicksprijs heeft gewonnen. Moet toch kunnen! Waar is de gulle lach op heden? En tja, dan is er ook wel eens een lichtgeraakte Friese uitgever, die tegen mij een aanklacht wegens smaad indient, omdat ik beweerd heb dat hij sjoemelt met manuscripten. Ook dat moet kunnen, toch. Trouwens, toen de plaatselijke bromsnor een onderzoek instelde, werd de zaak algauw geseponeerd. We blijven hier gewoon aardige jongens, ook al zeggen we wel eens de waarheid.
Maar geen kwaad woord over HAN STEENBRUGGEN. Aan het slot van mijn openingstoespraak heb ik hem nog eens – voor eigen publiek nog wel – een veer in zijn reet gestoken. Die jongen is gewoon goed bezig in deze voormalige tempel van THOM MERCUUR. Ook de oude maestro was gisteren persoonlijk aanwezig. Hij kwam zelfs nog even naar me toe om mij de hand te schudden. De dag dat MERCUUR en ik in dit museum als twee krolse katers om elkaar heen draaiden voor de camera van Omrop Fryslân is allang weer vergeven en vergeten. Ach, we worden allemaal wat milder nu we een dagje ouder worden. Wat heet, we worden aardige jongens.
O ja, mijn toespraak. Helaas kan ik de tekst daarvan nog niet publiceren. ERNST BRUINSMA vroeg of hij hem mocht opnemen in het eerstvolgende nummer van De Moanne. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen. Ook ERNST is een aardige jongen. Na afloop bracht hij ons nog even met de auto naar het station. Dat scheelde weer een klere-eind lopen. ERNST was pas terug van vakantie. Hij is dit jaar naar Frankrijk geweest. Kijk, dat soort dingen willen we weten. Dat hoor je ook alleen bij Museum Belvédère. Ik heb het al eens eerder beweerd. ‘Bevédère, I love it !’ Don’t let the music stop.