Immers, nog meer dan het iconische beeld is het televisie beeld een verwijding van de tastzin. Wanneer het een geletterde cultuur ontmoet, verdicht het noodzakelijkerwijze de zintuig vermenging en vormt het versplinterde en gespecialiseerde verwijdingen om tot een naadloos weefsel van beleving. Een dergelijke omvorming is natuurlijk een ‘ramp’ voor een geletterde, gespecialiseerde cultuur. Zij doet vele dierbare houdin gen en methoden verbleken. Zij vermindert de doeltreffendheid van de pedagogische basistechnieken en de relevantie van de leerstof. Alleen al daarom dient men inzicht te hebben in het dynamische leven van deze vormen, zoals zij op ons en op elkaar inwerken. Televisie leidt tot bijziendheid.
Aldus Marshall McLuhan in zijn beroemde boek Understanding media uit 1964. Ik las het vier jaar later in de Nederlandse vertaling Mens en media. Onlangs heb ik dat boek nog eens herlezen. Na al die jaren blijft het fascinerende lectuur. McLuhan wees als eerste op een fundamentele verandering, die de revolutie van nieuwe media in ons zenuwstelsel teweeg brengt. Hij zag een fase in de cultuur onder zijn ogen verdwijnen, die achteraf beschouwd samenviel met de mechanische media en de versplintering van zintuigen. Het televisietijdperk bracht volgens hem niet alleen bijziendheid, maar ook nieuwe vormen van synesthesie voort.
Daarmee zou een eind kunnen komen aan de verschraling van het zintuiglijk leven, die sinds de achttiende eeuw door dichters en kunstenaars is gesignaleerd en bestreden. McLuhan wees erop elektronische media niet alleen een uitbreiding zijn van ons zenuwstelsel maar het bewustzijn ook transformeren tot iets anders. Bewustzijn is een inclusief gebeuren dat geheel onafhankelijk is van inhoud. Bewustzijn veronderstelt ook niet bewustzijn van het een of ander in het bijzonder. De veranderingen zitten in het medium zelf. Het medium is de boodschap en niet de boodschap zelf.
Media maken de werkelijkheid sneller en lichter. Ze spinnen ons langzaam vast in een complex van dagelijkse ervaringen waarbij de zintuigen steeds meer verwikkeld raken in een onontwarbare kluwen. Barrières vallen weg en alles krijgt met alles te maken. De telegraaf vertaalde de schrift in klank. De telefoon is spraak zonder muren. De grammofoon is een concertgebouw zonder muren. De foto is een museum zonder muren. Het elektrisch licht is ruimte zonder muren. De film, radio en tv zijn klaslokalen zonder muren. De stammen keert terug in het elektronische tijdperk. De elektronische mens wordt even nomadisch als zijn paleolithische voorouders. Als we McLuhan mogen geloven lopen we straks weer rond in berenvellen. De introspectie valt weg en maakt stilaan plaats voor een toenemende geïnvolveerdheid van het bewustzijn in de elektronische media. Kortom, we beleven de terugkeer van het tribale.
Ruim een decennium na het verschijnen van de mondiale bestseller van MuLuhan verscheen een heel ander, maar even opmerkelijk boek: The Origin of Consciousness in the Breakdown of the Bicameral Mind (1976) van de Amerikaan Julian Jaynes. Dat boek heb ik zelf nooit gelezen. Het is wonderlijk genoeg ook nooit in het Nederlands vertaald. Wat Julian Jaynes te zeggen had, is in Nederland vooral bekend geworden door de boeken van Piet Vroon die in de jaren tachtig veel aandacht trokken. De tranen van de krokodil (1989) heb ik nog altijd in mijn boekenkast staan. Daarin komen de ideeën van Julian Jaynes summier aan de orde. Veel explicieter werden ze door Vroon behandeld in zijn boek Stemmen van vroeger dat al in 1978 verscheen.
The theorie van Julian Jaynes komt erop neer, dat de geest van de mens ooit verdeeld was in twee kamers die niet met elkaar communiceerden. In ene kamer hoorde mens de stem van God, in de andere zijn eigen stem. De stem van God stond toen dus nog heel dicht bij de mens. Deze ‘mens met twee kamers’ sprak al wel een taal. Die taal was volgens Jaynes echter geen voorwaarde voor het bewustzijn, maar een instrument dat langzaam werd verfijnd door de uitvinding van allerlei symbolische registers en betekenisniveaus, waardoor de kloof tussen gevoel en verstand steeds meer overbrugd kon worden. In de periode tussen 1000 en 500 v. Chr. vond er een belangrijke ontwikkeling plaats: het ‘twee-kamerig bewustzijn’ stortte ineen. De weerslag daarvan is nog altijd terug te lezen in klassieke boeken als de Ilias, de Odyssee en natuurlijk en Het Oude Testament.
Het wonderlijke is dat de theorie van Julian Jaynes eigenlijk het spiegelbeeld vormt van de theorie van McLuhan. Het oude ‘twee-kamerige’ bewustzijn van de mens verdween zo’n 3000 jaar geleden. Sindsdien zijn er geen profeten meer, gaan er geen religies meer van start, en horen alleen schizofrenen nog stemmen in hun hoofd. Schizofrenie is in feite een terugval van de geest naar de tribale fase van de twee afzonderlijke kamers. Die fase zijn we in de afgelopen 3000 jaar ontgroeid. De mens werd langzaamaan steeds individueler en zelfstandiger in zijn denken. Het tribale denken raakte uiteindelijk in de moderne tijd definitief op zijn retour. God openbaart zich nu alleen nog in gekkenhuizen en gestichten. Volgens McLuhan echter beleven we nu de terugkeer van het tribale denken door de komst van de nieuwe media. De twee kamers in ons brein krijgen ieder weer hun eigen stem. We slaan elkaar weer de hersens in, nu God terugkeert op tv.
Bij ‘tribalisme’ denken we doorgaans aan primitieve stammen in Afrika. Het woord wordt ook wel gebruikt in verband met de toenemende aanwezigheid van moslims in Europa. Zo zou de moord op Theo van Gogh in feite een tribale moord zijn geweest. Maar ook de westerse mens wordt steeds tribaler in zijn denken, als we McLuhan achteraf als profeet mogen geloven. En een profeet was hij, hoe je het ook wendt of keert. We keren geleidelijk terug naar het collectief van een tribale gemeenschap zonder enig individueel bewustzijn. Geert Wilders en Mohammed B. hebben vanuit dit perspectief bezien opeens meer met elkaar gemeen dan ze zelf willen weten. Ook de terugkeer van de religie, waar tegenwoordig zoveel over gespeculeerd wordt, komt door de theorieën van McLuhan en Jaynes in een ander licht te staan. Niet alleen de islamisering, maar ook de herkerstening van Europa gaat gepaard met de terugkeer van het tribale door toedoen van de media.