Panic room

Sjoerd Kooistra blijkt lange tijd een dubbelleven geleid te hebben. De horecamagnaat hield er nog een liefdesrelatie op na, die in de jaren voor Kooistra’s dood vele miljoenen euro’s heeft ontvangen, zo stond van de week in alle kranten te lezen. De totale schuldenlast van het imperium van Kooistra zou zo’n 150 miljoen euro bedragen. Kooistra’s had jarenlang een buitenechtelijke relatie door de familie verantwoordelijk gehouden voor het plunderen van de bankrekeningen van Kooistra. Zijn echtgenoot Dick Loorbach had nooit iets van gemerkt. Een tijd geleden zag ik een interview met Koostra op tv. Hij leidde de interviewer rond in zijn privéwoning zien, ergens in the middle of nowhere. In dat huis bevind zich een geheime kamer voor noodgevallen, een zogeheten panic room. Daar trok Kooisra zich wel eens terug om in zijn eentje naar de film The sound of music te kijken.  Er waren toch geen overvallers of bandieten in de buurt. Voor hem was het een soort relaxruimte. Alleen in zijn eigen panic room voelde hij zich volledig op zijn gemak.

Onlangs zag ik de film Panic Room uit 2002. Ik had hem gehuurd bij de videotheek. Het verhaal gaat over een vrouw, gespeeld door Jodie Foster, die met haar dochter een groot huis in New York betrekt. Centraal in dit huis bevindt zich een panic room, een speciale kamer, volledig van staal met gesloten videocircuits, waardoor je kunt zien wat er elders in het huis gebeurt. De eerste nacht, dat ze in het huis verblijven, blijken er inbrekers binnen te zijn. Zij weten bovendien hoe de beveiliging werkt. De panic room blijkt dan opeens geen onneembare vesting te zijn. De camera toont op allerlei manieren hoe het huis in elkaar zit. Soms zie je een opname die tegelijkertijd de ruimte zowel binnen als buiten de panic room laat zien. Het is niet wat je noemt een meesterwerk, deze film, maar gaandeweg wordt het toch behoorlijk spannend. The panic room wordt een metafoor van de angst. Het huis is als het brein van de mens. Ieder mens heeft zoiets als een panic room in zijn hoofd, een ruimte waar je je terug kunt trekken, als de dreiging om je heen te groot wordt.

Het is dan natuurlijk wel zaak om de toegang tot je eigen panic room zelf in de hand te houden. Er zijn ook situaties waarin je daar zelf geen vat meer op hebt.  Het is bekend dat het menselijk brein bij extreme gebeurtenissen – een ernstig verkeersongeval of een verkrachting bijvoorbeeld – zich vanzelf terugtrekt in een soort interne panic room. Ook een ter dood veroordeelde schijnt zo’n panic room in zijn brein te hebben. Op weg naar de elektrische stoel, het schavot of de strop lijkt de wereld voor hem afwezig te zijn. Zijn bewustzijn is dan  ‘intern geëmigreerd’ naar een geheime locatie. We noemen zo’n toestand een shock. Dat is in feite een panic room die de natuur in ons brein heeft ingebouwd voor uiterste noodgevallen. Het is zaak om daar niet te veel gebruik van te maken. De toegang daartoe onttrekt zich ook aan onze bewuste vermogens. Na zo’n onwillekeurige vlucht in de interne panic room blijft het brein vaak nog tijden last hebben van allerlei akelige flash backs. Telkens weer wordt dan alsnog ervaren wat het brein niet bewust heeft beleefd, omdat het bewustzijn zich schuil hield in zijn eigen panic room.

Soms heb ik het idee dat het brein niet alleen een ruimte achter de hand heeft voor uiterste noodgevallen, maar ook een soort tussenruimte voor situaties die minder erg zijn dan de totale paniek. Ieder mens heeft een schuilhoek in zich zelf, waarin hij de wereld een beetje op afstand kan houden. Het is zaak om die schuilhoek goed in te richten en te onderhouden. Daar zijn hele systemen voor ontwikkeld, technieken voor zelfbehoud. We noemen zo’n systeem bijvoorbeeld een stoïcijnse of boeddhistische levenshouding. Heel wat religies zijn er op gericht om een constante schuilhoek in het brein te creeëren. Soms kan zo’n veilige binnenruimte zo nodig ook dienst doen als panic room. Martelaren hebben dat keer op keer bewezen. Zij hebben immers het vermogen om zich – met een hemelse glimlach op het gelaat – te laten folteren, roosteren of zich te laten verbranden. Er zijn kennelijk binnenruimtes in het brein, waar niets en niemand bij kan. Zelfs een helse pijn heeft daar geen toegang.

Sjoerd Kooistra heeft wellicht gedacht dat hij zo’n uitzonderlijke ruimte ook in zijn eigen huis kon realiseren. Hij voelde zich daar volledig veilig met die melige muziek van The Sound of Music. Wat je noemt een ruimtelijke surrogaat voor de totale onthechting. Maar de vijand was al binnen. Niet in zijn huis, maar in zijn hoofd.