Mei 1984. ik draag Renate in een draagzak op mijn borst. Ze was nog pas zes weken oud. Een hummeltje dus. Jurriaan is al een peuter van twee en een half. Die spreuk bij de Westerkerk heeft nog lang op de muur gezeten. Vooral dat ‘oek’ vond ik heel mooi: ‘oek in de frituur.’ Het zal wel Liwwarders zijn. Of was het soms een schrijffout? Je had wel meer mooie spreuken in de stad. Woorden van profeten werden op muren geschreven. ‘Rampen komen’ stond bijvoorbeeld op een electriciteitshuisje op de weg naar Boksum. Op een goeie dag stond er ‘KRrampen komen.’ Het werd ook geen rampjaar, dat 1984, al had George Orwell het anders voorspeld. De bom is niet gevallen en zelfs de kruisraketten gingen weg. Er zat dooi in de lucht. Détente noemden ze dat. Golden Earring zong ‘When the lady smiles’, volgens mij met de mooiste clip die ooit is gemaakt. Volgens Freud is ons hele leven een schipperen tussen het Es en het Überich. Van belang is om de driften niet te onderdrukken maar zodanig te kanaliseren dat ons gedrag acceptabel is voor de sociale omgeving en onszelf. Dat gaat in dit liedje een beetje mis en de clip laat prachtig zien waar dat toe leidt. Vier jaar later moesten mijn amandelen eruit in het MCL. Toen ik op de brancard naar de operatiekamer werd gereden, dacht ik er nog even terug aan ‘When the lady smiles’. Het slot van de clip heeft wellicht Gert-Jan Dröge geïnspireerd tot die scène met de verpleegster die het gordijn dichttrekt: ‘Gaat het nog een beetje mijnheer Dröge?’