Charisma, religie en seks
In dit hoofdstuk probeer ik duidelijk te maken dat Fortuyn – evenals andere populisten die de laatste tijd in de West-Europese landen furore maken en waarvan Silvio Berlusconi in Italië de meest succesvolle is – een latent religieus verlangen aan de dag brengen dat in de hedendaagse samenleving sluimert. De verantwoorde religieuze en christelijke omgang met dit verlangen is, zo verdedig ik, niet zonder meer het meegaan ermee teneinde te verkondigen dat dit verlangen door het geloof gestild kan worden. De christelijke traditie bevat aanwijzingen om het verlangen van binnenuit om te vormen.
Aldus Erik Borgman in Metamofosen. Over religie en moderne cultuur (2006). Hoe zit dat met charisma, religie en seks? Ook John F. Kennedy en Martin Luther King neukten er driftig op los, terwijl zij ook heel begeesterd een menigte konden toespreken. Een tomeloze begeerte gaat kennelijk samen met een hang naar ‘mindfucking with the millions’. Elke Messias, zo lijkt het, heeft een groot libido. Misschien ligt een ongebreidelde seksuele drift wel aan de basis van het charisma. De seksualiteit kan onderdrukt zijn of overmatig gesublimeerd – zoals bij het geval Hitler – maar het kan ook zo zijn dat seks en charisma beide simultaan een uitweg zoeken.
Kennedy en Fortuyn hadden veel gemeen. Ook Fortuyns drang naar seksuele ontladingen is legendarisch. De psychoanalyse, waaraan hij na een kortstondige ziekte begon, brak hij vroegtijdig af, waardoor de beheersing van zijn libido nooit geheel op orde is gekomen. Zijn coming out als gevoelsmens was slechts een dekmantel voor zijn honger naar seks een aandacht. Of zoals Bas van Kleef schreef in 1997: ‘Uitzenden kan hij, maar niet ontvangen. Overal vormt hij direct het centrum, want hij is nadrukkelijk en opzichtig aanwezig en zoekt voortdurend aandacht. En dan volgt de meest vileine typering die ooit van het fenomeen Fortuyn is gegeven: ‘Hij werd de Emile Ratelband van de rede, de Willem Oltmans van het publieke debat en de Jan des Bouvrie van de staatsinrichting.’ Het knappe is dat deze woorden geschreven werden vijf jaar voordat de ware coming out van Pim Fortuyn als charismatisch leider zijn beslag zou krijgen.
Pim Fortuyn had grote bewondering voor Silvio Berlusconi. Autoritaire persoonlijkheden hebben niet alleen charisma, ze hebben ook iets met seks. De recente misdragingen van Berlusconi roepen onmiskenbaar herinneringen op aan Mussolini. Charisma, charme en brutaliteit brengen menig Italiaanse huisvrouw in vervoering. Maar er is meer. Deze hedendaagse despoot is een product van een nieuw maatschappelijk systeem, waarin de democratie niet bruut aan de kant wordt gezet, maar door massamedia geruisloos wordt opgeslokt. Het fenomeen Berlusconi staat model voor een nieuwe vorm van fascisme.
Dit nieuwe fascisme is anders dan in de jaren dertig. Er is nu geen sprake meer van een machtig staatsapparaat dat opoffering van al zijn burgers vraagt. Integendeel, het nieuwe fascisme propageert juist de individuele vrijheid en de genotzucht van de hedendaagse consumptiemaatschappij. Kapitalisme moet want het is goed. Het bevordert vrijheid en verdrijft de tirannie van Marx en Mohammed. Het nieuwe fascisme onttrekt zich ook aan de oude scheidslijn en tussen links en rechts, tussen progressief en conservatief, tussen religieus en seculier.
Er zijn ook overeenkomsten, juist met het Italiaanse fascisme van weleer. Mussolini begreep als geen ander dat zijn fascisme superieur was aan alle andere totalitaire systemen. Hij had geen groot ego, maar een grote ziel. Zijn ‘magnanimiteit’, zoals dat destijds werd genoemd, wortelde in de traditionele religie. Evenals Franco koketteerde hij met kerk en paus op een wijze waar Hitler en Stalin jaloers op waren. Door zijn appèl aan de godsdienstige traditie van eigen bodem, bood hij meer dan de Germaanse santenkraam van het nationaalsocialisme. Juist door deze spirituele dimensie van zijn leiderschap, raakte hij de achilleshiel van de communisten met hun botte, materialistische wereldbeeld.
Berlusconi koketteert niet met het rijke roomse leven, wel met de grandeur van de Romeinse keizers. Hij gebruikt het klassieke devies van ‘brood en spelen’ als het ware opium van het volk. Toch heeft de magie van zijn leiderschap ook een geheim verbond met het katholicisme. Dit universele geloofssysteem met zijn barokke pracht en praal en onvoorwaardelijke overgave aan een onfeilbare vaderfiguur staat model voor de huidige behoefte aan charismatisch leiderschap binnen de ultramoderne mediacratie. De opkomst van het klassieke fascisme ging gepaard met de doorbraak van radio en microfoon. Het nieuwe fascisme annexeert de televisie als een medium bij uitstek voor een persoon zonder tweestrijd.
De hedendaagse media bieden een nieuw spiritueel fluïdum. Het nieuwe fascisme is dan ook mediterraan en niet noordelijk van aard. Het verlangt naar de opera en niet naar kale kerkinterieurs. Het heeft niets met kapo’s en concentratiekampen, maar alles met gladiatoren die vechten met brullende leeuwen. Het is uitbundig en niet spartaans. Het woekert en hoereert en is wars van zuiverheid en kuisheid. Het is niet modern, maar postmodern.
Het nieuwe fascisme kent geen tiran, dictator, Führer of duce, alleen nog verlichte despoten. Dit nieuwe type volksverleider monopoliseert de media door ze domweg op te kopen. Ze profileren zich als de mecenas van het volksvermaak door zich een hele voetbalclub als persoonlijk speelgoed toe te eigenen. De nieuwe despoot saboteert de rechtstaat door magistraten te verketteren als de rode toga’s van een kwijnende linkse kerk. Ze maken zich immuun voor vervolging en transformeren hun vermogens tot fraude en corruptie tot heimelijk bewonderde leiderscapaciteiten.
De verlichte despoot van het nieuwe fascisme spot met de klassieke wetten van de klassenstrijd. Hij weet dat de revolutie voorbij is als iedereen recht op een uitkering heeft. Hij mobiliseert de kleine ondernemer, die zich laat drijven door ressentiment. Hij sluit ook een monsterverbond tussen het rechts van de nieuwe rijken en een door links in de steek gelaten onderklasse. Hij hamert op normen en waarden in het publieke domein, maar trekt zich daar persoonlijk niets van aan. Hij demoniseert de islam en idealiseert de nationale identiteit en de eigen culturele traditie..
De nieuwe despoten zijn onder ons. Het zijn gesjeesde professoren, of mislukte acteurs. Berlusconi begon als entertainer op een cruiseschip. Het zijn fascinerende persoonlijkheden, met een overschot aan ijdelheid en verbale overtuigingskracht. Ze worden gedreven door een niets ontziende geldingsdrang. Ze roepen het beeld op van een harde, heldere mannelijkheid. Ze walgen niet alleen van manwijven en kenaus, maar ook van nuffigheid en kwezelarij.
De nieuwe despoten maken misbruik van een collectieve verdoving. Ze zoeken genezing voor zich zelf door verlossing te beloven aan iedereen. Ze breken door het scherm heen en doen opeens het licht aan. De hedendaagse spektakelmaatschappij heeft een sterke behoefte aan dit soort nieuwe despoten.