Van: Huub Mous
Verzonden: maandag 19 oktober 2009 16:17
Aan: J.A. de Vries
Onderwerp: Kwartiermaker Fryslân kulturele haadstêdBeste Jannewietske,
Ik heb nog eens nagedacht over je vraag wie een goed kwartiermaker zou kunnen zijn voor Fryslân Kulturele Haadstêd 2018. Dat is geen gemakkelijke vraag. Ik zou het liefst iemand uit Friesland voordragen, maar de specifieke deskundigheid, die hiervoor vereist is, is niet dik gezaaid in deze contreien. Bovendien is deze eerste beslissing heel bepalend voor wat het geheel gaat worden.
Eigenlijk vind ik dat er nog een tussenstap nodig is. Ik vind het allereerste thema Lân en wetter as poadium meteen ook het hoofdthema. Dit thema is ook het meest onderscheidend voor Friesland. De andere twee themas (Brûzje troch kultuer en Finsters iepen) spreken meer vanzelf en zijn in mijn optiek dan ook van secundair belang. Dat betekent dat het profiel van de kwartiermaker ook vanuit het eerste thema gedacht een zwaar accent zou moeten krijgen.
Ik heb er al eens eerder voor gepleit om bij dit soort grote manifestaties de ruimtelijke kwaliteit van Friesland in de breedste en dus ook dynamische zin van het woord als vertrekpunt te nemen. Dat betekent dat je ook de planologie en de ruimtelijke ordening bij de planvorming zou moeten betrekken. Het veranderende landschap is immers zelf ook cultuur, omdat het grotendeels door mensenhanden wordt gemaakt. In die veranderingsprocessen met name op de grens van stedelijk, recreatief en agrarisch landschap dienen zich allerlei kansen aan voor vernieuwende culturele gebeurtenissen, waarbij beslist niet alleen aan beeldende kunst hoeft te worden gedacht.
Het begrip culturele planologie is in Friesland nooit goed ingedaald, maar zou in het achterhoofd als leidraad kunnen dienen. Ik zou dus pleiten voor een soort ‘cultureel ingenieur’ in plaats van een artistiek leider. Zon cultureel ingenieur is iemand die in eerste instantie een scan maakt van de mogelijkheden die hier liggen, waarbij het veranderende landschap het vertrekpunt vormt. Vanuit deze eerste scan zou ook het profiel voor een kwartiermaker wat scherper geformuleerd kunnen worden.
Ik denk dat Buro Venhuizen (van Han Venhuizen) in Rotterdam hiervoor heel geschikt kan zijn. Zij werken trouwens ook aan een project voor het Rurhgebied 2010. Zij kunnen heel creatief denken en ook snel inventariseren wat de mogelijkheden zijn. Wellicht zouden ze zelf ook de rol van kwartiermaker op zich kunnen nemen. Een en ander zou in een inventariserend gesprek moeten worden afgetast. De website van Buro Venhuizen is hier te vinden: http://www.bureauvenhuizen.com/
Ter illustratie voor deze benadering stuur ik je ook het stuk Passages mee. Het is een discussiestuk dat ik schreef voor het Frysk Festival 2007 dat destijds niet door is gegaan.Ik hoop dat ik je hiermee van dienst kan zijn.
Met vriendelijke groet,
Huub Mous
Deze mail schreef ik twee jaar geleden aan de gedeputeerde van cultuur, Jannewietske de Vries. Kort tevoren had zij mij aangesproken, na afloop van de uitreiking van de Gysbert Japicxprijs aan Anne Feddema in het stadhuis van Bolsward. Ze wilde me graag spreken over het profiel van de aan te stellen kwartiermaker voor Fryslân 2018. Haar ambitie om Friesland te laten meedingen in de strijd voor de Europese culturele hoofdstad te worden, was een jaar tevoren duidelijk geworden. Bijna bij elke opening of plechtigheid besloot Jannewietske haar toespraak met de gevleugelde woorden: ‘En toch ben ik van mening dat Friesland culturele hoofdstad van Europa moet worden.
Die ambitie sierde haar. Sinds Johanneke Liemburg had Friesland geen gedeputeerde van cultuur gekend, die echt iets wilde met cultuur. Liemburg wilde in 1987 een nieuw museum voor moderne kunst, in Leeuwarden of – zoals Thom Mercuur voorstelde – aan het Tjeukemeer. Ze wilde zelfs een gigantisch kunstwerk in het Noorderleegh, ontworpen door de Belg Luc Deleu. Zowel dat nieuwe museum, als dat kunstwerk van Deleu zijn er destijds niet gekomen. Het Fries Museum mocht verbouwen en een nieuwe afdeling starten voor moderne kunst. Dat is alles wat van haar ambitie is terechtgekomen. Het lijkt erop dat ook de ambitie van Jannewietske de Vries niet gerealiseerd zal worden. Dat is jammer, want op zich was het een mooi plan. Alleen de uitvoering leek nergens naar.
Het gesprek dat op bovenstaande mail werd aangekondigd vond plaats op 3 november 2009 in de kamer van Jannewietske de Vries. Edith Nobel, die het project vanuit het provinciehuis coördineert, was daarbij aanwezig. Nogmaals heb ik toen mijn ideeën over de aanpak van dit project uiteengezet. Kort daarvoor had ik hierover het een en ander losgelaten in het artikel De regio is hot in het tijdschrift de Moanne (nummer 5, 2009).
Het heeft allemaal niet mogen baten. Er werd een ander profiel opgesteld en ook een kwartiermaker benoemd die voor een andere aanpak koos. De beste stuurlui staan aan wal, zo wordt beweerd, maar in dit geval is het niet leuk om te zien, dat je achteraf gelijk krijgt. Dinsdag j.l. kwamen Tom van Mourik en Aukje de Vries (beiden van de VVD-fractie in de Provinciale Staten) met een brief naar buiten, waarin zij grote twijfels uitten over de gang van zaken bij het buro Kulturele Hoofdstad, en met name over het functioneren van de kwartiermaker Henk Keizer.
‘Publiek geld’ zo stellen zij, wordt op een typische manier privaat verdeeld, met een minimale rechtsbescherming voor subsidieaanvragers. De resultaten en het proces zelf zijn tot nu toe vaag en onzichtbaar. Je zou je kunnen afvragen hoe lang de huidige projectleider nog krediet heeft en mag doorgaan! ‘ Dat zijn bijna letterlijk argumenten die ik eerder op dit weblog naar voren heb gebracht (zie: Cultureel Friesland, let op uw zaak!). Binnenkort beslissen de Staten over het al dan niet doorgaan van het project. De VVD heeft inmiddels grote twijfels: ‘Het college zal met zeer goede argumenten moeten komen om er een “go”-beslissing van te maken.’
Kortom, dit komt niet goed, dat voel je op je klompen aan. Daar komt nog bij, dat de gemeente Leeuwarden zich plotseling overvallen voelt, omdat zij volgens Brussel de kar moet gaan trekken. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden moeten nu in ijltempo besluiten of zij de regie willen overnemen, zo berichtte gisteren de Leeuwarder Courant. Dit is de wereld op zijn kop. Dat Leeuwarden uiteindelijk de kar moest gaan trekken, was natuurlijk allang bekend.
Zowel de Provincie als de Gemeente speelden twee jaar lang stomme Loewietje, om het visioen van Jannewietske toch vooral niet te verstoren. Maar dit visioen is nu voorbij. Al met al komt dit hele gedoe toch wel erg amateuristisch over. Op Facebook liet VVD-raadslid Wyb Feddema weten: ‘Wil je je gezicht nog redden? Dan nu terugtrekken!’ Ik denk dat meer gemeenteraadsleden van Leeuwarden er net zo over denken, en niet alleen binnen de VVD-fractie. Eerder al had Sjoerd Feitsma, fractievoorzitter van de PvdA, zich zeer negatief uitgelaten over het project. Kortom, het signaal ‘einde oefening’ kan wel eens in de Leeuwarder gemeenteraad vallen, nog eerder zelfs dan in de Staten.
Gisteren werd ik gebeld door Richard de Boer, hij is freelance redacteur en journalist in Amsterdam en werkt voor De Moanne aan een artikel over het project Kulturele Haadstêd 2018. Hij had mijn blogteksten hierover gelezen en wilde graag iets meer weten. Ook was hij benieuwd naar mijn eigen ervaringen bij het Frysk Festival en Simmer 2000. We hebben zo’n klein half uur met elkaar gesproken. Het artikel verschijnt in het decembernummer van de Moanne, waarschijnlijk als mosterd na de maaltijd, want ik denk dat het doek voor Fryslân 2018 dan al gevallen is. Wat we nu te zien krijgen zijn de kleren van de keizer, Henk Keizer wel te verstaan. Of, zoals Bob Dylan ooit zong: ‘We sit here stranded, though we‘re all doin our best to deny it. ‘