Deetman heeft Reve veranderd
Dat hij iedereen durft aan te pakken, ook blanken, ook blanke misdienaars die aan fluitjes van vrome katholieke jongetjes zitten, al die van ontucht zich katholiek noemende vormingsgroepen die vinden dat op de eerste communie van onschuldige kinderen meteen ook maar seksueel misbruik moet volgen. Vol zit de Kerk met het zedelijk bederf, in pastorieën, catechesatiekampen, spreekkamertjes achter het orgel…”Jezus is je vriendje, besef je dat wel? Hij is altijd is altijd je vriendje, Hij laat je nooit in de steek.” Neen, nooit, maar Hij bevoelde toch geen jongetjes in hun kruisje, en hij maakt toch geen knoopjes los bij van angst bevende koorknaapjes….Of wel soms?
Gerard Reve, Bezorgde ouders
Toen ik de leeftijd had dat je de Communie deed, werden deze voorbereidingen gedaan in de parochie. Die pastoor vond het nodig dat ik alleen catechese kreeg want dan kon hij het goed overbrengen, dit gebeurde 1 maal per week. Maar van catechese is niet veel gekomen omdat na een half uur zijn handen al in mijn broek zaten. Ik moest zijn geslachtsdeel oraal verwennen waarna hij me meerdere malen anaal heeft gebruikt. Dit heeft dus een aantal maanden zo voortgeduurd tot ik mijn communie deed. Ik heb er nooit over gepraat, want de pastoor was iemand die je niet mocht schaden, maar hij mij blijkbaar wel.
Fragment uit het Rapport Deetman
Twee passages. De een is literatuur, de ander is dat beslist niet. Reves roman Bezorgde ouders verscheen in 1988. Ik denk dat weinig mensen de inhoud van deze passage echt serieus hebben genomen. Wat Reve schreef was ironisch bedoeld, en dat het niet helemaal pluis was in die Kerk, waar hij zijn toevlucht had gezocht, was voor iedereen wel duidelijk. Hoe serieus was trouwens dat katholicisme van Reve? Zelf was hij daar vaak niet zo duidelijk over. ‘De Kerk verkondigt haar leer letterlijk, en het ligt aan het geestelijk niveau van de zielen of die haar letterlijk, allegorisch dan wel als een ondoorgrondelijk mysterie wensen op te vatten’ , schreef Reve in Zondag morgen zonder zorgen (1995). Anders gezegd met katholieke geloofsleer kun je alle kanten op, om over de praktijk van de gelovigen maar te zwijgen.
Bovendien wist Reve waarover hij schreef. Zelf had hij het in zijn jeugd niet anders beleefd. Op die communistische jeugdkampen was ook niet alles pluis geweest. Ook daar werd in broekjes getast en ‘aan fluitjes van jongetjes’ gezeten. Sterker nog, Reve was in zijn jeugd zelf misbruikt of op zij minst seksueel geïntimideerd. Aan professor Trimbos schreef hij: “Waarom zoek ik nog steeds, en wanhopig naar de werkelijke motieven van mijn intrede in de Rooms-katholieke Kerk? Ik heb het vermoeden dat ik de sleutel uiteindelijk gevonden heb. Mijn jeugd is één wurgende frustratie geweest .’
En in een andere brief aan Trimbos: ‘Niet het getuigen zijn van seks door volwassenen bedreven, of van exhibitionisme; geen betasting door een volwassene, of iets dergelijks, maar het volgende: een oudere en grotere, door mij vereerde en bewonderde jongen moet mijn gevoelens hebben aangevoeld en en uiting ervan hebben aangemoedigd. Toen hij zijn doel had bereikt en ik mijn aanbidding had kenbaar gemaakt, moet hij mij hebben vernederd, bespot en wellicht hebben geslagen. Sedertdien ben ik hem blijven zoeken: de Eeuwig Wijkende.’ Kortom: Reve was zelf een slachtoffer van seksueel misbruik. Seks was voor hem sindsdien verweven met macht, sadisme en masochisme. Misschien was dat het wel wat hem aantrok in die Rooms-katholieke Kerk met al zijn broeierige praktijken.
Het katholicisme heeft eeuwenlang een probleem gehad met de seksualiteit. Paulus en Augustinus staan aan de basis van deze verachting van het lichaam, al valt niet te ontkennen dat de cultuur van de late Oudheid in zijn geheel doordrenkt was van de verachting van lichaam en seksualiteit. Katholieken hebben die verachting tot de kern verheven van een geloofsleer die de eeuwen heeft overleefd. Pas bij het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) werd er over seksualiteit gesproken in termen van ‘Gods aankondiging van vreugde.’ Maar die Vaticaanse lente was slechts van korte duur.
Wat heb je in zo’n Kerk te zoeken, als je – zoals Reve – de seksualiteit beschouwt als een heilig sacrament? Seks was voor Reve ‘heimwee naar God’, maar wonderlijk genoeg moest hij weinig hebben van de vernieuwingen in de Kerk, die zich in de jaren zestig plotseling aandienden. Het geloof moest een mysterie blijven. Seks en religie waren in de optiek van Reve nauw aan elkaar verwant en wat de Paus te melden had over ‘de verwildering van de zeden’, daar hoefde men zich als gelovige niets maar dan ook niets van aan te trekken. Seks was heilig en het katholicisme een rommelzolder van archaïsche symbolen. Die rommelzolder moest vooral blijven wat het altijd was geweest: Roomse heisa, kitsch en camp.
In zijn artikel Evangelie van de treurigheid heeft Anne Wadman gewezen op de zelfhaat van de homoseksueel die in Reves boek Nader tot U aan de dag treedt in ’de krampachtige poging om zich van zijn geaardheid te distantiëren door er een potje van te maken, een soort zelfbedrog.’ De latente zelfhaat van de homoseksueel in tijden van onderdrukking zal zeker van belang zijn geweest in de sadomasochistische trekken die eigen zijn aan het mystieke universum van Reve. Maar of die zelfhaat doorslaggevend is geweest blijft de vraag. Het emancipatoire en provocerende element van de homo-erotiek in de literatuur van de jaren zestig, waarin Reve een pioniersrol vervulde, vormde hoe dan ook een passende context, waarbinnen deze reviaanse vorm van mystiek zich kon manifesteren.
Maar hoe je het ook wendt of keert, het Rapport van de commissie Deetman heeft de lectuur van Reve voorgoed veranderd. De reviaanse ironie, die nu nog te duiden valt voor lezers, die de teloorgang van het katholicisme onder hun ogen zagen passeren, zal voor een nieuwe generatie onbegrijpelijk zijn geworden. Het oeuvre van Reve zal veranderen in een archeologisch monument van een voorgoed voorbije tijd. Dat was een tijd waarin twee werelden, die dan volledig identiek zijn geworden, nog naast elkaar konden bestaan. Katholicisme zal een woord worden dat in schoolboeken omstandig moet worden uitgelegd. En nog zullen ze het niet begrijpen.
– Wat was dat papa, katholiek?
– Katholiek jongen, dat was iets wat mannen in zwarte rokken deden met fluitjes van kleine jongetjes.