Jan Wybenga en Gerard Reve

Warten wie it wonder fan myn jierren tweintich:
in doarp fan altyd boartsjen en gjin skoalle,
dêr’t ik elk jier de 78-toeren
platen draaide mei utsochte nûmers
foar fakänsje yn wonderfuI Warten.

Dit is de eerste strofe van het gedicht Wonderful Warten van Jan Wybenga. Na lang zoeken vond ik het gisteren in de bundel Fergetten fersen die ergens rondslingerde in mijn boekenkast. Ik ben niet zo’n kenner van Friese poëzie, laat staan van de poëzie van Jan Wybenga. Ik kocht de bundel ooit voor een paar dubbeltjes, nadat ik het had zien liggen in zo’n graaibak bij de ingang van een boekhandel in Bolsward. Wat je noemt ‘vergeten poëzie.’ Toch verschijnt er binnenkort een bundel  Samle fersen van Jan Wybenga.  In april a.s. wordt het eerste exemplaar gepresenteerd in Wartena, de geboorteplaats van Jan Wybenga. Dan wordt ook een kleine tentoonstelling van zijn beeldend werk geopend. Jan Wybenga kon naast dichten ook tekenen en schilderen, al liep hij daar niet mee te koop.  Zijn vader was tekenleraar geweest. Zo kroop het bloed waar het niet gaan kon.

Gisterochtend werd ik gebeld door Goasse Brouwer van Uitgeverij Frysk en Fry. Of ik even wilde komen kijken. Hij had een map met beeldend werk, waarvan de afbeeldingen achterin de Sammle fersen worden opgenomen. Zo zag ik een reeks portretten en landschappen die alles hadden behalve een eigen stijl. Technische vaardigheid kan Jan Wybenga niet worden ontzegd, maar dat het nu een natuurtalent is geweest, kun je moeilijk beweren. Dat neemt niet weg dat het altijd aardig is om te zien hoe een dichter probeert om moderne kunst uit de hoge hoed te toveren. Een vleugje Cézanne, een snufje Benner, een tik van het kubisme, een echo van Toorop… kortom een tour d’horizon van de hele kunstgeschiedenis van de twintigste eeuw. Jan Wybenga was een visuele omnivoor die er maar niet in slaagde een eigen kijk op de werkelijkheid te ontwikkelen. Of hem dat als dichter wèl is gelukt, laat ik graag aan anderen over.

Op 7 oktober 1967 zat Jan Wybenga naast Gerard Reve aan tafel op het podium van De Harmonie in Leeuwarden. Beiden hadden een fles op tafel staan, zoals alle dichters die avond. Nog voor de voorstelling begon hoorden de toeschouwers in de zaal dat er achter de gordijnen flessen werden ontkurkt. Maar Reve had daar niet genoeg aan. Toen zijn eigen fles op was, begon hij aan die van zijn buurman. Jan Wybenga was kennelijk geen stevige drinker. Vinkenoog presenteerde de avond. Het boterde al een tijdje niet tussen Reve en Vinkenoog. Voorafgaande aan de happening hadden beiden hun eigen boeken gesigneerd in boekhandel De Peperbek in Leeuwarden. Reve veel meer verkocht dan Vinkenoog. Ze hadden elkaar wat zitten jennen. Bovendien voelde Reve zich niet lekker die avond. Toen Vinkenoog de dichters achter de tafel één voor één hand wilde geven, streek hij Reve door het haar. Dat werkte bij de volksschrijver als een rode lap op een stier. De woorden waarmee Reve door Vinkenoog werd aangekondigd hadden ook niet bepaald een kalmerend effect op zijn stemming. In zijn boek De vuisten van Gerard Reve meldt Frans Peeters, dat Reve na de katholieke dichter Leo Popma aan de beurt was:

‘De nu volgende schrijver is eveneens katholiek. De Amsterdamse rechter zal op 17 oktober uitmaken of hij een godloochenend dan wel een gelovig auteur is. Ondertussen treedt u tegemoet met God aan zijn zijde: Gerard Kornelis van het Reve.’

Frans Peeters vermeldt verder nog dat Reve als laatste optrad en zijn act afsloot met het ellenlange gedicht Amsterdam-Leeuwarden dat hij onderweg naar de Fryske haadstêd in de auto had geschreven. Dit gedicht is – voor zover ik weet – nooit teruggevonden. Misschien is het papier weg gedwarreld in de zaal en heeft iemand het nog ergens thuis liggen. (mededelingen hierover zijn welkom als reactie op dit blog).  Ook toen hij nog achter de tafel zat, krabbelde Reve wat op een ander papier. Juist dat papier, waarop niet alleen het gedicht Dagsluiting geschreven stond, maar ook een wonderlijke zin over God, die ooit een eendenei was geweest, en zelfs een lange zin, die later nog zou voorkomen in zijn Pleitrede voor het Hof, zou na die gedenkwaardige avond een wonderlijke weg afleggen.

In januari 2009 kocht Nick van Tilburg bij Antiquariaat Orfeus in Assen een gebrocheerd exemplaar van Reves brievenboek Nader tot U. Dit boek was afkomstig uit de nalatenschap van Jan Wybenga die in 1994 is overleden. Achter de achterflap zat het stuk papier dat Reve op de dichtersavond in de Harmonie beschreven had. Nick van Tilburg  schreef er een fraai artikel over, dat in 2010 verscheen De Gids. Op 15 augustus 2010 ontmoette ik Nick van Tilburg bij de Reve-herdenking in Greonterp, waar hij het verhaal over het teruggevonden papier alsnog aan mij vertelde. Dit verhaal kon hij aanvankelijk aan de straatstenen niet kwijt. Zelfs de Parelduiker wilde het niet hebben.

Later ontmoette Nick van Tilburg ook nog Simon Vinkenoog, die hem vertelde dat Jan Wybenga het papier waarschijnlijk op het podium heeft opgeraapt, toen Reve klaar was met zijn voordracht. Kort daarna volgde de schop van Reve in het kruis van Vinkenoog. Op de beroemde foto van Piter Doele is te zien dat Jan Wybenga de ernst van de situatie op dat moment nog niet goed doorhad. Samen met Steven de Jong stond hij wat stuntelig te lachen. Niet beseffend dat hij getuige was van een historisch moment in de geschiedenis van de vaderlandse letteren.