Als Reve in Frankrijk

 

  ELVIS OP MIJN  LOG ‘ALS GOD IN FRANKRIJK

In een ver verleden (eind jaren 70) toog ik met wat vrienden in een oude citroen HY bus naar Frankrijk om druiven te plukken. (A. den Doolaard hadden we tenslotte bijna allemaal gelezen voor Nederlands) We belandden bij een boer die woonde in een gehucht tussen Valreas en Vinsobres.
De boer staarde ‘s morgens vroeg langdurig in de lucht om te bepalen wanneer er geplukt kon worden. Alles hing af van de (lucht) vochtigheid. Als het ‘s nachts had geregend dan kon er pas geplukt worden als de zon was opgekomen en minimaal een uur lang die verrekte aanhangende regendruppels had beschenen. (Water bij de wijn, daar houden die boeren niet van) Als de regen nog in de lucht zat dan haalde de boer met wilde gebaren een soort enorme vuurpijlen uit een houten schuurtje. Vanaf een trekker schoot hij die pijlen de wolken in om de regen te verjagen dan wel om het water juist te lokken. Vraag me niet hoe het kan maar af en toe ging het na zo’n oorverdovende schietpartij nog regenen ook.
De pluk was zwaar. We plukten van de vroege ochtend tot een uur of 2 in de middag. We hadden een korte pauze (7 minuten) om 10 uur, voor een kop koffie en een lange pauze (15 minuten) om 12 uur, voor een stuk stokbrood met ham. De korte pauze was overigens alleen maar ingesteld voor die doetjes van Hollanders (‘les chiffes molles’), iets wat de boer iedere korte pauze met een humeurige kop steeds opnieuw benadrukte. De pluk werd vervolgd van 6 tot 9 ‘s avonds.
De mooiste momenten van de hele ‘vakantie’ waren de 5 liter fles huisgemaakte wijn die we iedere avond na het werk kregen (daar kon geen Chateau Mouton Rothschild tegen op) en de vrije uren tussen 2 en 6. Meestal reden we dan naar Valreas om op een terrasje andere druivenplukkers te ontmoeten. We herkenden elkaar zonder enig probleem: bruine koppen, bewalde ogen en zwarte handen met pleisters. (Plukken’ is eigenlijk een raar woord, de druiven worden met een heel scherp tangetje geknipt. Het is dus feitelijk de ‘druivenknip’.)
Hoe dan ook, het was daar in Valreas, om een uur of 4 in de middag dat er naast ‘ons’ terras een lichte citroen HY stopte. Bij een magasin de tabac. En een man die een krant kocht. Een knorrige man met warrig haar. We zagen eerst de citroen HY en vergeleken die met de onze. De onze was veel mooier vonden we. We groetten de man toen hij weer naar buiten kwam met een Telegraaf onder zijn arm. Hij gaf een kort knikje in onze richting. Pas toen de HY alweer uit het straatbeeld was verdwenen beseften we dat we een knikje hadden gekregen van Gerard Reve. Wij waren god in Frankrijk.

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)