Het nieuwe hersenfundamentalisme
Het is vandaag precies een maand geleden dat het VPRO-programma Boeken een half uur lang aandacht besteedde aan het boek Tegen de tijdgeest, terugzien op een pyschose. Wim Brands had destijds mij niet uitgenodigd, terwijl ik toch een van de drie auteurs ben. In mijn blog De blinde vlek van Wim Brands heb ik mijn vermoedens geuit over de motieven die tot deze beslissing hebben geleid. Het was al met al en uitstekend programma, maar het ging over een ander boek. Dat wil zeggen: over een deel van het boek dat aan de orde was. Zo kwam de invloed die de secularisering heeft gehad op de psychiatrie niet ter sprake Ook de titel ‘Tegen de tijdgeest’ werd niet verklaard. Als je slechts twee van de drie auteurs uitnodigt, dan zul je als samensteller op zijn minst in het kort moeten verantwoorden waarom je dat doet. Dat liet Wim Brands achterwege.
Hoe dan ook, op zondag 8 januari keken 190.000 mensen naar het programma, dat inmiddels al twee keer is herhaald. Bij de eerste herhaling keken nog eens 19.000 mensen, bij de tweede zelfs 84.000. Op internet is de uitzending tot nog toe in totaal 5546 keer bekeken. Dat betekent dat in totaal 298, 556 mensen inmiddels het programma hebben gezien. Voor de VPRO is dat – voor zover ik weet – een absoluut record. Men spreekt in ieder geval over een ‘ongekend hoge kijkdichtheid’. Men heeft er ook geen goede verklaring voor. Wellicht voorziet Tegen de tijdgeest in een leemte. Dat maakt het des te vreemder dat dit boek tot nog toe nog altijd niet besproken is in één van de landelijke dagbladen. Deze volgen doorgaans nauwgezet wat er in het programma Boeken gebeurt. Ra ra hoe kan dat? Het boek dreigt een bestseller te worden nu de derde druk in aantocht is, en de recensenten zwijgen in alle talen.
Het is temeer vreemd, omdat uitgever Ed Brand alle moeite doet om recensenten voor ons boek te interesseren. Zo zou ik een interview krijgen in de NRC, maar daarover heb ik tot nog toe niets vernomen. Het voorstel is kennelijk afgeketst bij de eindredactie. Bij de presentatie van het boek in oktober j.l. in Museum ’t Dolhuys in Haarlem was ook Ranne Hovius, een recensente van De Volkskrant aanwezig, die graag een recensie over het boek zou willen schrijven. Probleem is alleen dat ze daartoe geen toestemming krijgt van Hans Wansink, de eindredacteur van de Boekenbijlage. Het argument zou zijn dat zij wel vaker over dat onderwerp geschreven heeft. Kennelijk is ‘psychiatrie’ een onderwerp waar je als recensent bij De Volkskrant maar één keer over mag schrijven.
Maar dat is ook weer niet zo, want tot mijn stomme verbazing zag ik, dat dezelfde Ranne Hovius zaterdag j.l. wèl een artikel over psychiatrie heeft geschreven in de Boekenbijlage. De titel van dit artikel is: Het wrede brein van de Breiviks. Twee boeken vormden de aanleiding: Simon Baron-Cohen Nul empathie- een theorie van de menselijke wreedheid en Antoine de Kom, Het menselijke brein, over het kwaad in onszelf. Boven het artikel staat duidelijk een kopje ‘Psychiatrie’. Dus ook het onderwerp ‘psychiatrie’ als zodanig is voor de Volkskrant geen taboe en voor eindredacteur Hans Wansink ook niet.
Kennelijk is er toch iets anders aan de hand. Beide boeken, die Ranne Hovius zaterdag j.l. recenseerde, betreffen de forensische psychiatrie. Deze tak van wetenschap staat met lege handen als het gaat om ontsporingen van de geest, waar terreur bij komt kijken die een relatie heeft met (fundamentalistische) religie. Anders Breivik lijkt een uitzondering op alle theorieën, ook die op het terrein van ‘de psychologie van de terreur’. Hij is ‘the lonely wolf’. Zelfs zijn ontoerekeningsvatbaarheid is voor psychiaters moeilijk aan te tonen. Het onderwerp interesseert mij ten zeerste, niet alleen vanwege mijn eigen psychose in 1966, die iets met godsdienstwaanzin van doen had, maar ook vanwege mijn belangstelling voor ‘de psychologie van terroristen’ en het mogelijk verband tussen terreur en het verdwijnen van transcendentie. Ik publiceerde hierover twee jaar geleden een artikel in het themanummer over pijn van het kunsttijdschrift De Nieuwe.
Waarom begin ik hierover? Ik stoor me aan het beperkte kader waarin dit soort fenomenen tegenwoordig wordt benaderd. Godsdienstwaanzin is louter een zaak geworden voor de hersenwetenschap. Hoe relevant zijn de diagnoses van psychiaters eigenlijk als het gaat om uitzonderlijke omstandigheden? Of je nu daadwerkelijk stemmen hoort of niet, als je direct gehoor geeft aan de stem van God of andere demonen beland je in het gekkenhuis of op het slagveld van een terreuraanslag. In het laatste geval kunnen sommige mensen in extreem afwijkende mentale condities het kennelijk heel ver schoppen. Ze handelen ook vaak met een summum aan zelfbeheersing.
De motieven van zo’n daad kun je afdoen als een psychotische waan veroorzaakt door een al dan niet tijdelijk hersendefect of het totaal ontbreken van het vermogen tot empathie. Maar daarmee weet je nog niets over de werkelijke oorzaak van zo’n sprong naar het absolute, die dergelijke terroristen met psychotici gemeen hebben. Het blikveld van psychiaters lijkt tegenwoordig steeds beperkter te worden. Anno 2012 beroept de psychiatrie zich vrijwel uitsluitend op hersenwetenschap. Ook de psychose is dan een tijdelijk hersendefect en daarmee is het verhaal uit. Het heeft er alle schijn van dat je als recensent bij de landelijke dagbladen wel over psychiatrie mag schrijven, maar alleen vanuit deze beperkte optiek. Zo lijkt er sprake te zijn nieuwe vorm van fundamentalisme: hersenfundamentalisme.